Ontwikkelingspsychologie bespreekt de volledige jeugd en de adolescentie. Het is een uitgebreide introductie: het presenteert basistheorieën en onderzoeksbevindingen en belicht tegelijkertijd huidige toepassingen in de praktijk. De opzet van het boek
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit van
conceptie tot adolescentie.
Fysieke ontwikkeling: de invloed van het lichaam (hersenen, zenuwstelsel, spieren en zintuigen) op
ons gedrag. Bijvoorbeeld de effecten van ondervoeding op het groeitempo van kinderen of naar het
seksuele rijpingsproces tijdens de adolescentie.
Cognitieve ontwikkeling: hoe het gedrag van mensen wordt beïnvloed door groei en veranderingen
in hun intellectuele vermogens cognitieve ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met leren,
geheugen, probleemoplossing en intelligentie. Ze willen er bijvoorbeeld achter komen hoe
intellectuele vermogens in de loop van de kindertijd veranderen, of proberen te achterhalen of er
culturele verschillen bestaan in de factoren waaraan kinderen hun successen of mislukkingen op
school toeschrijven.
Sociale ontwikkeling: kijkt naar de manier waarop de interacties van mensen met elkaar en hun
sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven. Het uitgaansgedrag
van adolescenten.
Persoonlijke ontwikkeling: kijkt naar stabiliteit en verandering in de eigenschappen die de ene
persoon van de andere onderscheiden. Bijvoorbeeld of een mens tijdens zijn leven stabiele,
duurzame karaktereigenschappen bezig.
Specialisten op het gebied van persoonlijkheidsontwikkeling en sociale ontwikkeling houden zich ook
bezig met de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Zij doen bijvoorbeeld
onderzoek naar de effecten van een klassenstructuur op de sociaal-emotionele ontwikkeling van
schoolgaande kinderen.
Ras: een biologisch concept dat verwijst naar classicifactie die gebaseerd zijn op fysieke en
structurele eigenschappen.
Etnische groep/etniciteit: bredere termen die verwijzen naar culturele achtergrond, nationaliteit,
religie en taal.
Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren.
Mensen die tot een bepaalde cohort behoren, zijn onderhevig aan bepaalde normatieve
gebeurtenissen.
Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken. Normatieve gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of cultureel
bepaald zijn.
Normatieve invloeden: etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur en andere
factoren. Normatieve invloeden zijn invloeden die leiden tot conformiteit, omdat men de gevolgen
van afwijkend gedrag vreest.
,Niet-normatieve gebeurtenissen: dit zijn specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere mensen niet
overkomen.
Wetenschappers van diverse origine (biologen, psychologen, pedagogen, filosofen) discussiëren nog
steeds over de relatieve invloed van nature (erfelijkheid) en nurture (omgevingsinvloeden). Wanneer
we kijken naar de ontwikkeling van kinderen kun je er niet van uitgaan dat het resultaat puur het één
of het ander is, de vraag is meer in welke mate nature en nurture hun invloed laten gelden.
Nature: erfelijkheid
Nurture: omgevingsinvloeden
Een van de belangrijkste kwesties binnen de ontwikkelingspsychologie is de vraag of ontwikkeling
zich op een continue of een discontinue manier voltrekt.
Continue verandering: geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau
voorvloeien uit die van vorige niveaus. Continue verandering is kwantitatief. De onderliggende
ontwikkelingsprocessen die de aanzet geven tot verandering blijven gedurende het hele leven
hetzelfde. In het geval van voortdurende verandering vertoont de manier waarop kinderen zich
bekwamen in denken, praten en handelen sterke overeenkomsten met de manier waarop hun
lichaam groeit. Via een geleidelijk ontwikkelingsproces. Veranderingen in lengte zijn bijvoorbeeld
continue.
Discontinue verandering: vindt plaats in aparte stappen of stadia. Elke stadium levert gedrag op dat
kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. Zulke stadia zijn onder meer de kleutertijd, de
kindertijd en de adolescentie. Vanuit dit standpunt gezien kan een ontwikkeling heel abrupt, oftewel
discontinu, verlopen. De veranderingen zijn niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief.
Kritieke periode: een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste
gevolgen heeft. Er is sprake van kritiek perioden wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten
omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling.
Plasticiteit: de mate waarin ontwikkelingsgedrag of fysieke structuur kan worden gewijzigd. Zo zijn er
de laatste tijd steeds meer aanwijzingen dat kinderen latere ervaringen kunnen gebruiken om eerder
achterstanden in te halen en lopen ze niet per definitie blijvende schade op als de bepaalde soorten
sociale ervaringen hebben gemist.
Gevoelige perioden: een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een organisme, waarin
dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die betrekking hebben op een bepaald
facet van de ontwikkeling. Met name kinderen zijn erg gevoelig voor invloeden uit de omgeving.
Maturatie: het proces van geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische informatie. De
eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders erven. (Nature).
, Continue verandering Discontinue verandering
Verandering verloopt geleidelijk Verandering verloopt in duidelijk onderscheiden
stappen of fasen
Prestaties op het ene niveau zijn een vervolg op
een voorgaand niveau Gedrag en processen zijn in verschillende fasen
kwalitatief verschillend
Onderliggende ontwikkelingsprocessen blijven
iemand hele levensduur gelijk
Kritieke perioden Gevoelige perioden
Voor een normale ontwikkeling zijn bepaalde Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit
stimuli uit de omgeving noodzakelijk de omgeving, maar de gevolgen van
ontbrekende stimuli zijn terug te draaien
Vroege ontwikkelingspsychologe leggen hier de
nadruk op Dit word momenteel benadrukt door
levenslooppsychologen
Levensloopmodel Focus op specifieke doelgroep
In moderne theorieën ligt de nadruk op groei en Vroege ontwikkelingspsychologen zien de
verandering in de loop van de levensduur en op kindertijd en de adolescentie nadrukkelijk als de
verbanden tussen verschillende perioden belangrijkste periode
Nature Nurture
De nadruk ligt op het ontdekken van erfelijke De nadruk ligt op invloeden van de omgeving op
eigenschappen en vermogens iemands ontwikkeling
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KimZiengs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.