Week 1: Strafrecht als publiekrecht
Wat is strafrecht
De definitie van W.P.J. Pompe: ‘het geheel van rechtsvoorschriften dat aangeeft voor
welke gedragingen straf behoort te worden toegepast en waarin de straf behoort te
bestaan’. Deze definitie heeft vooral betrekking op het materiele strafrecht.
Formeel en materieel strafrecht
Het materiele strafrecht is het geheel van strafbare gedragingen en de straffen die
kunnen worden opgelegd, dit is vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht (Sr). Het
formele strafrecht is de procedure waarlangs het materiele strafrecht wordt
verwezenlijkt, dit is vastgelegd in het Wetboek van Strafvordering (Sv).
Er zijn ook nog een aantal bijzondere wetten, hiermee worden wetten bedoelt die niet
zijn vastgesteld in het wetboek van strafrecht of strafvordering. Toch vallen de
bijzondere wetten voornamelijk onder het materiele strafrecht. Voorbeelden van deze
bijzondere wetten zijn: Opiumwet, Wet Wapens en Munitie, Wegenverkeerswet en de
Wet Economische Delicten (WED).
Bronnen van het strafrecht
Strafrecht valt onder het publiekrecht, wat betekent dat het om de verhouding tussen de
overheid en de burger gaat. De hoofdregel is legaliteit, legaliteit betekent dat alleen wat
in de wet vastgelegd is is strafbaar.
Er zijn verschillende bronnen:
- De wet;
o Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering, Politiewet 2012, Wet
op de Rechterlijke Organisatie, bijzondere wetten & organieke wetten (=
wetten die de rechtspositie regelen van bepaalde, voor het strafrecht
relevante, overheidsorganen.
- Verdragen en besluiten van internationale organisaties;
o Het EVRM is een instrument van de Raad van Europa die in totaal 48
lidstaten telt. Dit is ook niet te vergelijken met de Europese Unie die in
totaal 27 lidstaten telt. Beide organisaties oefenen wel invloed uit op het
nationale strafrecht. De Raad van Europa oefent invloed uit via het EVRM
wat de rechtsbescherming bevordert en de Europese Unie kan zelf
richtlijnen en kaderbesluiten maken waarin wordt beschreven hoe de
nationale wetgeving eruit behoort te zien.
- Ongeschreven rechtsbeginselen;
o Voornamelijk beginselen van behoorlijk bestuur. Ondanks het
legaliteitsbeginsel zijn de ongeschreven rechtsbeginselen toch bronnen van
het strafrecht. Dit komt omdat ze rechts beschermend werken voor de
burger net als de legaliteit. De bevoegdheden van de overheid mogen niet
worden uitgebreid door het ongeschreven recht maar de
rechtsbescherming van de burger wel. Een voorbeeld hiervan is het
vertrouwensbeginsel.
- Jurisprudentie;
- Literatuur.
Het karakter van strafrecht
Er bestaan twee visies over het strafrecht, namelijk de instrumentele visie en de
rechtsbeschermende visie.
De instrumentele visie houdt in dat instrumentaliteit als het wezen van het strafrecht
wordt gezien. Een voorstander van deze visie was de hoogleraar Enschede, hij was van
mening dat je het strafrecht kan gebruiken als instrument om vorm te geven aan de
maatschappij. De gedachte hierachter is dat men door strafbaarstelling van bepaalde
feiten, het gedrag van burgers probeert te beïnvloeden.
,De rechtsbeschermende visie (de Utrechtse school), dit zijn de tegenstanders van de
instrumentele visie en zij zijn van mening dat de essentie van het strafrecht het bieden
van rechtsbescherming voor de burger is. De wet biedt kaders die de burger beschermen
tegen de overheid en legaliteit speelt hierbij een grote rol. Een voorstander van deze
visie was de hoogleraar Peeters.
Balans
Leidse hoogleraar Hart zei in de jaren 80 dat beide functies niet van elkaar los kunnen
worden gezien en dan beide visies waar zijn. In art. 110 Sr zijn beide functies zichtbaar:
enerzijds biedt het de overheid een bevoegdheid om een woning te doorzoeken en
anderzijds biedt het de burger bescherming omdat de doorzoeking aan veel eisen moet
voldoen. Het strafrecht biedt bescherming door de instrumenten van de overheid aan
regels en voorwaarden te verbinden.
Strafrecht als ultimum remedium
Het strafrecht als uiterste redmiddel houdt in dat het alleen mag worden ingezet op het
moment dat alle andere rechtsgebieden tekort schieten. Als er een maatschappelijk
probleem is moet er eerst via een ander rechtsgebied een oplossing worden gezocht
voordat er over wordt gegaan op het strafrecht. Dit is vooral nog een theoretische
gedachte, sinds de aanslagen in 2001 wordt het strafrecht direct gebruikt.
Een actueel voorbeeld is de strafbaarstelling van illegaliteit, dit is momenteel een plan
van het kabinet. In de praktijk heeft dit weinig kan van slagen want de strafbaarstelling
heeft dan een minimaal effect. Het enige effect is dat de illegalen nog verder naar de
rand van de samenleving wordt gedrukt, het heeft dus een averechts effect.
Symboolwetgeving= de wetgever wilt een bepaalt signaal afgeven met een bepaalde
strafbaarstelling. Die strafbaarstelling staat dan symbool, dit is het tegenovergestelde
van ultimum remedium.
De rol van het slachtoffer in het strafrecht
De rol van het slachtoffer is steeds meer in opkomst in het strafrecht. Mishandeling is al
honderden jaren een onrechtmatige daad in het civiele recht maar ook een strafbaar feit
in het strafrecht. Het Openbaar Ministerie vervolgt de dader en het slachtoffer moet
afwachten wat daar uitkomt. Dit is de afgelopen decennia aan het veranderen, het
slachtoffer krijgt steeds meer rechten. Het slachtoffer mag zich tegenwoordig voegen als
benadeelde partij, wat betekent dat hij een civiele vordering tot schadevergoeding aan
de strafrechtzaak mag hangen. Dit hoeft dus niet meer apart in een civiele rechtszaak
voor te komen maar de strafrechter velt daar direct een oordeel over.
Ook heeft het slachtoffer tegenwoordig spreekrecht, wat steeds meer wordt uitgebreid.
Er ligt nu een voorstel op tafel dat het slachtoffer de rechter mag adviseren, dit is heel
raar natuurlijk want de rechter heeft een jarenlange studie erop zitten en een
beroepsopleiding erachter aan gedaan. Maar de bedoeling van deze adviesrelatie is dat er
meer wordt gekeken vanuit het perspectief van het slachtoffer. Tegelijkertijd loopt de
uitbreiding van de rol van het slachtoffer ook tegen grenzen aan want het strafrecht valt
onder het publiekrecht, die de verhouding tussen overheid en burger regelt, dus hoeveel
ruimte is er nog voor het slachtoffer?
Strafrecht ten opzichte van het bestuursrecht
Strafrecht en bestuursrecht vallen beide onder het publiekrecht, ook kan er worden
gezegd dat strafrecht een veel verdergaande vorm van bestuursrecht is. Het grote en
belangrijke verschil tussen strafrecht en bestuursrecht is dat strafrecht een sanctierecht
is, het uitgangspunt van het strafrecht zijn de sancties die worden opgelegd. Het
bestuursrecht kent ook sancties maar bevat buiten de sancties ook nog vele andere
bepalingen.
, De meeste publiekrechtelijke regelingen zijn bestuursrecht, tegenwoordig wordt er echter
steeds meer duaal gehandhaafd. Dit betekent dat er twee verschillende rechtsgebieden
worden gebruikt. Strafrecht wordt dan ingezet ter handhaving van bestuursrechtelijke
normen.
Strafrecht ten opzichte van het civiele recht
Elk strafbaar feit is ook een onrechtmatige daad in het civiele recht, omgekeerd gaat dit
niet op. Niet elke onrechtmatige daad is ook een strafbaar feit.
Strafrecht in het internationale recht
Het nationale strafrecht wordt voortdurend beïnvloed door het internationale recht, en
dan met name het Europese Recht:
- Raad van Europa: zij hebben het EVRM gecreëerd en houden zich voornamelijk
bezig met mensenrechten, oftewel rechtsbescherming. Ook houden zij zich nog
bezig met positieve verplichtingen tot handhaving.
- Europese Unie: De EU stelde in het begin vooral richtlijnen en kaderbesluiten op,
deze regelgeving heeft met name betrekking op instrumentaliteit maar
tegenwoordig ook steeds meer op de rechtsbescherming van de burger.
De belangrijkste organen in strafrechtpleging
De rechter (de zittende magistratuur): de taak van de rechter is rechtspreken,
onafhankelijk en onpartijdig. Met onpartijdig wordt bedoelt dat de rechter geen banden
mag hebben met een der partijen en een rechter is onafhankelijk omdat hij voor het
leven is benoemd. Een rechter kan dus niet worden ontslagen op basis van zijn
uitspraken, hij kan alleen worden ontslagen door de Hoge Raad op basis van wangedrag.
De zittende magistratuur is als volgt ingericht:
- 11 Rechtbanken;
- 4 Gerechtshoven;
- 1 Hoge Raad.
Typen rechterlijke colleges binnen de rechtbank:
- Meervoudige kamer voor misdrijven.
- Politierechter (unus) voor eenvoudige misdrijven waarbij de op te leggen straf
maximaal 1 jaar gevangenisstraf is. Art. 368 Sv.
- Kantonrechter (unus) voor overtredingen. Art. 382 Sv.
- Raadkamer voor beslissingen anders dan die in de hoofdzaak zelf, bijvoorbeeld
voorlopige hechtenis.
- Rechter-commissaris is een onderzoeksrechter om van het vooronderzoek de
onpartijdigheid en de onafhankelijkheid te garanderen.
Het Openbaar Ministerie
De taak van het Openbaar Ministerie is de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde
en andere bij de wet vastgestelde taken. Concreet betekent dit: opsporing, vervolging en
tenuitvoerlegging.
Het OM is geen onafhankelijk orgaan maar de vertegenwoordiger van de overheid en het
is hiërarchisch georganiseerd. De hiërarchie is als volgt:
1. Parket-Generaal (zit bij de Hoge Raad)
a. College van procureurs-generaal
2. Ressortspakker (zit bij de gerechtshoven)
a. Advocaten-generaal
3. Arrondissementsparket (zit bij de rechtbanken)
a. Officieren van justitie
Het Parket bij de Hoge Raad is geen onderdeel van het OM, de taak van dit parket is het
nemen van conclusies in bij de Hoge Raad voorliggende zaken (cassatie/herziening). In
art. 111 lid 2 sub a wet RO is de onafhankelijkheid te vinden.