Recht samenvatting
Hoofdstuk 3 De eigen rechtsorde
§3.1 Autonomie
De rechtsorde heeft een autonoom karakter, wat inhoudt dat het gemeenschapsrecht op
eigen kracht doorwerkt in de lidstaten (autonomiebeginsel). Nationale grondwettelijke
regelingen die normaal gelden voor de doorwerking van regels van internationaal recht op
nationaal niveau, hebben voor de doorwerking van het gemeenschapsrecht dan ook geen
betekenis. Een lidstaat kan ook niet zijn niet-nakoming beargumenteren met het feit dat
andere lidstaten ook in gebreke zijn gebleven.
§3.2 Voorrang
Het gemeenschapsrecht heeft voorrang op het nationaal recht, omdat het nationaal recht
afbreuk zou kunnen doen aan het supranationale gemeenschapsrecht (voorrangsbeginsel).
Primair gemeenschapsrecht houdt het Verdrag (verdragsbepalingen) en de bijbehorende
bijlagen en protocollen in. Secundair gemeenschapsrecht houdt de besluiten van de
instellingen (verordeningen, richtlijnen en beschikkingen), die ter uitvoering van het Verdrag
worden genomen in. Richtlijnen zijn altijd tot de lidstaten gericht en moeten door de lidstaten
worden omgezet in nationaal recht. Deze richtlijnen kunnen een beperking vd soevereiniteit
vd lidstaten inhouden, richtlijnen hebben dus ook voorrang. Communautaire besluiten
hebben zelfs voorrang op nationale grondrechten, dus ook de rang van een nationale regel
heeft geen invloed op het verkrijgen van voorrang.
§3.3 Directe werking
Directe werking betekent dat het gemeenschapsrecht door belanghebbenden als zo nodig
voor de nationale rechter kan worden ingeroepen. De inrichting van het procesrecht wordt
bepaald door het nationale recht (bij welke rechter moet je zijn etc.), maar voor die rechter
moet je je altijd op ‘direct werkende’ bepaling van gemeenschapsrecht kunnen beroepen.
Niet alle voorschriften van gemeenschapsrecht werkt direct. De voorwaarden voor directe
werking zijn verschillend voor primair en secundair gemeenschapsrecht. Ook moet rekening
worden gehouden met de verhouding waarmee beroep wordt gedaan. De mogelijkheid voor
een particulier om EG-bepalingen in te roepen tegenover de overheid is de verticale directe
werking. De mogelijkheid voor een particulier om EG-bepalingen (voor een nationale
rechter) in te roepen tegenover een andere particulier is de horizontale directe werking.
Indien een bepaling van gemeenschapsrecht ook horizontaal direct werkt, betekent dit dus
dat de bepaling particulieren niet alleen rechten verleent, maar ook verplichtingen oplegt (het
recht van de een is de plicht van de ander). Hebben de volgende categorieën naast verticale
ook horizontale directe werking, en zo ja onder welke voorwaarden?
- Verdragsbepalingen
Verticaal - deze hebben een verticale directe werkingen zolang de tot de lidstaten
gerichte ge- of verboden voldoende duidelijk zijn.
Horizontaal – als de ge- of verboden voldoende duidelijk zijn. Het Hof heeft voor een
aantal bepalingen beslist dat ze ook een horizontale directe werking hebben.
- Verordeningen
Zodra verordeningen rechten aan particulieren verlenen, hebben ze zowel een verticale
als een horizontale directe werking.
- Richtlijnen
Bij richtlijnen ligt het iets gecompliceerder, want richtlijnen zijn altijd gericht op nationale
overheden.
Verticaal – Zolang de aan de lidstaten opgelegde verplichtingen voldoende duidelijk zijn.
Richtlijnen werken verticaal als de omzettingstermijn van de richtlijn in het nationale
recht is verstreken. Ook als de inhoud van een richtlijn niet of onjuist is omgezet. En als
1
, laatste als richtlijnen duidelijke verplichtingen voor de nationale overheden bevatten
(lidstaten hebben resultaatsverplichting).
Horizontaal – Richtlijnen werken niet horizontaal direct, omdat richtlijnen altijd tot de
lidstaten zijn gericht. Ze kunnen dus geen verplichtingen aan particulieren opleggen.
Maar ze kunnen wel ingeroepen worden tegen (semi)overheidsbedrijven. De nationale
rechter is ook in een geschil tussen particulieren gehouden tot richtlijnconforme
interpretatie. En onder voorwaarden is een schadevergoedingsactie tegen de staat
mogelijk voor een particulier in een situatie zonder horizontale directe werking.
Voorwaarden:
- De richtlijn moet rechten verlenen aan particulieren.
- De rechten moeten door de rechter kunnen worden vastgesteld aan de hand van de
bepalingen van de richtlijn.
- De schade van de particulier moet een direct gevolg zijn van de te late of niet correcte
uitvoering van de richtlijn door de staat.
Rol van de nationale rechter
Welke rechten particulieren aan het gemeenschapsrecht kunnen ontlenen, is geen vraag van
nationaal recht maar gemeenschapsrecht. Burgers en bedrijven hebben niet altijd de
mogelijkheid om rechtstreeks naar het Hof te stappen. Particulieren moeten een inbreuk op
een direct of horizontale werkende bepaling van gemeenschapsrecht stellen voor de
nationale rechter. De nationale rechter mag dan het gemeenschapsrecht toepassen en het
nationaal recht buiten toepassing te laten. De nationale rechter is dus ook
gemeenschapsrechter. Bij elke Europeesrechtelijke vraag heeft de nationale rechter de
bevoegdheid om een prejudiciële vraag te stellen. De nationale rechter vraagt dan hoe het
gemeenschapsrecht moet worden uitgelegd. De voorrang van het gemeenschapsrecht blijft
gewaarborgd.
§3.4 Gevolgen voor de nationale rechtsorde
Het gemeenschapsrecht kent een steeds vergaande integratie. In alle gevallen geldt dat het
gemeenschapsrecht voorrang heeft. De beleidsvrijheid van de lidstaten is erg ingeperkt en
dit blijft toenemen. Elke richtlijn of verordening betekent dat er weer een stukje soevereiniteit
definitief wordt overgedragen.
Hoofdstuk 4 De instellingen
§4.1 Raad
De Raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten. Iedere
lidstaat stuurt 1 lid af naar vergaderingen van de Raad, de Raad heeft dus nu 27 leden.
Welke minister naar de Raad gaat, is afhankelijk van het onderwerp van de vergadering. Ook
wel Raad van Ministers genoemd. De Raad mag alleen optreden wanneer de bevoegdheid
hiertoe in het Verdrag staat. Elke lidstaat is 6 maanden voorzitter. De Raad vergadert
meestal in Brussel, maar 3 maanden per jaar ook in Luxemburg. De Raad wordt bij de
uitoefening van zijn taken bijgestaan door het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers (COREPER), bestaande uit de ambassadeurs van de lidstaten bij de
Gemeenschap.
De taken van de Raad
1. Coördinatie
De Raad verzorgt de coördinatie van het algemeen economisch beleid van de
lidstaten en voert zelf een economisch beleid.
2. Besluitvorming
2
, De Raad heeft beslissingsbevoegdheid. In bijna alle gevallen waarin het Verdrag
mogelijk besluiten wil nemen, moeten deze door de Raad worden genomen (vaak in
samenwerking met het Europees Parlement). De Raad neemt besluiten met gewone
meerderheid (de helft plus één), met gekwalificeerde meerderheid (62% vd totale
bevolking vd Unie) of bij unanimiteit. Ook overeenkomsten met derde landen of
internationale organisaties worden door de Raad gesloten.
3. Delegatie
De Raad verleent aan de Commissie de bevoegdheid om de besluiten die hij neemt,
uit te voeren. De Raad mag voorwaarden verbinden aan de uitvoering van de
Commissie.
§4.2 Commissie
Iedere lidstaat levert een commissaris. De Commissie is het dagelijkse bestuur van de
Gemeenschap en is gevestigd in Brussel. De Commissie beschikt over een ambtelijk
apparaat van meer dan 25000 ambtenaren. Er zijn 24 directoraten-generaal (ministeries). De
zittingsduur van de Commissie is 5 jaar.
De procedure van het aanwijzen van de commissarissen gaat als volgt. De voorzitter van
de Commissie wordt voorgedragen door de Raad die dan is samengesteld uit staatshoofden
en regeringsleiders. Deze voordracht moet door het Europees Parlement worden
goedgekeurd. De Raad keurt vervolgens met de voorzitter de lijst met de door de lidstaten
voorgedragen overige commissarissen. Dan dient de Commissie als geheel weer worden
goedgekeurd door het Europees Parlement. Na goedkeuring wordt de Commissie formeel
door de Raad met gekwalificeerde meerderheid benoemd.
De voorzitter stelt de richtlijnen voor de Commissie vast. Ook kan hij de taakverdelingen van
de commissarissen wijzigen. Een lid van de Commissie moet zijn ontslag indienen als de
voorzitter deze hem/haar verzoekt met instemming van de Commissie.
De commissieleden zijn geheel onafhankelijk van hun landsafkomst. Als ze eenmaal zijn
benoemd, dan kunnen ze niet door de lidstaten of de Raad worden ontslagen. De
Commissie kan alleen als college optreden, daarom spreken we van het
collegialiteitsbeginsel. Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen.
Als een commissaris voor zijn portefeuille een besluit neemt, doet hij dit in naam en onder
verantwoordelijkheid van de gehele Commissie. Het Europees Parlement kan de Commissie
naar huis sturen, maar dit is een heel zwaar middel om uit te voeren.
De taken van de Commissie
1. Controle
De Commissie houdt toezicht op de naleving van de bepalingen van het EG-Verdrag
en van de handelingen van de instellingen. Als een lidstaat verdragsinbreuk pleegt,
dan kan de Commissie deze lidstaat voor het Hof dagen.
2. Initiatiefrecht
Hiermee maakt de Commissie de totstandkoming van besluiten mogelijk. De
Commissie moet voor een besluit genomen kan worden, altijd eerst een voorstel voor
een besluit indienen. De Commissie heeft hierin exclusief recht: als de Commissie
geen voorstel indient, komt er geen besluit.
3. Aanbevelingen en adviezen
Dit zijn onverbindende handelingen. De Commissie brengt elk jaar verslagen uit.
4. Eigen beslissingsbevoegdheid
Vooral op het terrein van mededingingsrecht is het de Commissie die op basis van
het Verdrag beslissingen mag nemen.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Murell. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,46. Je zit daarna nergens aan vast.