Inleiding en geschiedenis van psychologie
Hoofdstuk 1
Plato:
Nativisme = kennis door aangeboren ideeën, waarheid zit in je hoofd
Nature
Rationalisme
Idealisme = er is een abstract idee dat waar is
De wereld is imperfect, het idee “voorwerp” dat is perfect
Allegorie van de grot
Deductie: afleiden van conclusie uit 2 premissen
Ziel is een wagenmenner:
o Lust (begerend zwart paard)
o Moed (strevend wit paard)
o Rede (wagenmenner)
Socrates
- Nativist
- Exp met slaaf en inzicht
Aristoteles:
Empirisme = kennis dmv waarneming
Nurture
Inductie: je neemt dingen waar en trekt daar conclusie uit
Taxonomie
Verschillende zielen: 1. Vegetatief zoals planten
2. Sensitief: dingen ervaren, herinneren
3. rationeel: actief met geheugen omgaan
Categorieën van ervaring (= filters waardoor je de wereld ziet): substantie (wat is
het), kwantiteit (hoe groot/klein), kwaliteit, plaats, tijd, relatie, activiteit
Alle levende dingen bevatten:
o Material cause = waaruit iets gemaakt is bv standbeeld van steen
o Formal cause = plan behind iets, bv idee van beeldhouwer
o Efficient cause = acties die het ding maakten bv hamer die steen hakte
o Final cause = doel bv het verlangen van de beeldhouwer om iets moois te
maken
Alhazen:
- Camera obscura: om te bewijzen dat dingen zenden naar je oog en niet je oog
signalen naar voorwerpen
Avicenna:
- Empirisme
- Estimations: automatische functies
, - Appetites: wat je verlangt, impulsen om het een te vermijden en het ander op te
zoeken
- Heel belangrijk voor medicijnen: schreef Canon of medicine met behandelingen etc
- Externe zintuigen = alle basiszintuigen voor waarneming
- Interne zintuigen = wat je doet met die externe zintuigen (= common sense,
herinnering, schatting)
- Introspectie = manier van onderzoeken waarbij mensen bewust bij zichzelf kijken hoe
ze zich voelen en wat er in hen omgaat
- Floating man experiment: als een mens in het niets zweeft, is deze dan bewust van
iets? Ja, van zichzelf, dus je hebt bewustzijn.
Hoofdstuk 2
Descartes:
- Ik denk dus ik ben rationalisme
- Alles wat in je hoofd afspeelt is waar, je zintuigen bedriegen je
- Dualisme = lichaam en geest gescheiden
- Beschreef reflex: zenuwen zijn holle buizen met vocht (animal spirits). Als je iets
aanraakt, zorgt dit voor een verschuiving in het hersenvocht waardoor een andere
spier wordt aangedreven = reflex
- Aangeleerde reflex is bv dam of splitsing
- Cartesian frame (= assenstelsel): aan de hand hiervan kan je verandering/beweging
van de positie van iemand beschrijven
- Simple natures (= iets dat zo logisch is en fundamenteel waar, dat je er niet aan hoeft
te twijfelen):
o 1. Extension = de ruimte die wordt ingenomen door een fysiek deeltje of
lichaam
o 2. Motion = de beweging van een extension deeltje door een fysiek deeltje of
lichaam
- Annate ideas = ideeën die aangeboren zijn en dus universeel bv god
- Samenvoegen beelden van je 2 ogen gebeurt in epifyse (pijnappelklier), waarna de
beelden naar de ziel gaan. Ervaringen uit de pijnappelklier heten passies (= de
bewuste gewaarwording van gevoelens als liefde, woede, angst, etc)
Lock
- Geest is tabula rasa (= blank vel) = empirisme
- Inductie
- Lichaam is machine GEEN dualisme
- Nurture: alles is aangeleerd
- Associaties: geest heeft 2 soorten ervaringen:
o Simpele ideeën met één eigenschap bv rond, glad, zoet
o Complexe ideeën gevormd door samenvoeging van die eigenschappen bv
appel
- Molyneux ondersteunde met exp: stel een blinde man kan ineens zien, kan hij dan 2
vormen onderscheiden door te kijken nee
- 3 soorten kennis
o Intuïtief = directe waarneming, kennis zonder gedachte bv zwart of wit
, o Demonstratief = redeneren
o Sensitief = observatie, kennis door combineren van zaken uit zintuigen (kan
fout zijn door associaties bijgeloof)
Hume associaties:
1. Continguity = iets dat tegelijk voorkomt
2. Similarity = dingen die op elkaar lijken
Leibniz:
- Nativist
- Rationalist
- Monaden = soort levende dingen waar alles uit is opgebouwd
o Bare monad: hebben basisbewustzijn en vormen de basis van fysieke
lichamen van materiële objecten
o Sentient monad: perceptie, kan waarnemen en heeft bewustzijn. Vormen ziel
van dier
o Rational: apperceptie, kan actief waarnemen, interpreteren en erover denken
o Supreme monad: gelijkgesteld met God
- Nature: geest is actief
- Necessary truths = alle aangeboren ideeën die sws waar zijn
- Minute perceptions = onderbewuste ideeën die ons handelen beïnvloeden
Democritus bedacht atomic theory = alles bestaat uit atomen die random tegen elkaar
aanbotsen. Dit is in strijd met causality (= elk event moet een doel hebben). Niet populair.
Gesteund door Lucretius
Materialisme = alleen fysieke wereld bestaat
Voordelen dualisme zijn:
- Sluit aan bij ervaring (ik wilde wel sporten maar lichaam werkte niet mee)
- Sluit aan bij lekentheorieën
- Sluit aan bij notie vrije wil
Nadelen dualisme
- Interactie probleem (hoe kan een immaterieel iets een materieel lichaam aansturen?
- Bestaan onbewuste processen
- Hersenschade beïnvloedt de geest
Empiristen (= kennis dmv waarneming)
Aristoteles (AALo)
Avicenna
Locke
Nativist (= kennis door aangeboren ideeën)
Plato, Descartes, Socrates en Leibniz (Pleun & Daan loeven Sid)
Hoofdstuk 3