Samenvatting GDG
Basismodule duurzame technologie
Voorwoord
In de wereld spelen milieuproblemen. De manier waarop wij onze resources (grondstoffen,
energie en ruimte) gebruiken is niet erg verstandig. Deze resources zijn niet oneindig.
Duurzame ontwikkeling is een kwestie van verantwoordelijk handelen en eerlijk delen. Om
dit mogelijk te maken zal het gedrag van mensen moeten veranderen, maar zal er ook een
grote bijdrage van de technologische vernieuwingen worden gevraagd. Dit vraagt om
fundamenteel en toegepast onderzoek.
De ingenieur moet gaan beschikken over bepaalde kennis, zoals milieueffecten. De ingenieur
moet leren duurzaam denken, dat houdt in dat er niet alleen traditionele overwegingen
(kwaliteit, levensduur etc.) worden genomen maar ook duurzame ontwikkelingen als
vanzelfsprekend worden meegenomen. Het vereist een geïntegreerde probleemaanpak, niet
alleen het product moet bekeken worden maar ook het systeem of de levensketen.
Hoofdstuk 1
De techniek heeft een grote invloed op de leefomstandigheden van de mens. Met behulp
van duurzame technologie zouden we efficiënter met onze hulpbronnen om kunnen gaan.
Nationaal en internationaal groeide het inzicht dat aantasting van het milieu en ecologie veel
grootschaliger effecten heeft dan alleen maar lokaal of zelfs maar regionaal. Zo zag men
onder andere veranderingen in de atmosfeer.
De ‘Brundtland commissie’ formuleerde een samenhangende visie op economische
ontwikkeling met behoud van milieu en ecologie, men spreekt hierbij van duurzame
ontwikkeling. ‘Meeting the needs of the present without comprimising the ability of future
generations to meet their own needs’.
Belangrijke aspecten hierbij zijn onder andere: overdracht van kennis en kleinschalige
financiering van de lokale economie, scholing, medische hulp en voorlichting, open
kennisoverdracht, mondiale arbeidsdeling en verdeling van grondstoffen.
Als je duurzaamheid wil beoordelen, moet je een kader bedenken waarin je dat gaat doen.
Men spreekt van twee soorten criteria:
1. Technologisch-ecologisch veelal kwantitatief, geeft het verbruik van grondstoffen
en energie aan, emissies naar het milieu en gebruik van oppervlakte met de invloed
op de biodiversiteit.
2. Bredere beoordeling welvaartsverdeling, kwaliteit van leven etc.
‘The triple bottomline’ is wat wij kennen als de 3 P’s:
1. People zorg voor de mensen
2. Planet zorg voor milieu en ecologie
3. Profit zonder behoorlijk rendement kan je niet voor anderen zorgen
,Een van de praktische oplossingen voor duurzame ontwikkeling is het toepassen van
duurzame technologieën. Technologieën gericht op het oplossen van milieuproblemen en
het komen tot duurzame oplossingen kunnen grofweg in drie categorieën worden ingedeeld:
1. Gericht op het opruimen van wat er fout is gegaan
2. Gericht op preventie
3. Gericht op duurzame oplossingen
De neiging bestaan om apparaten, processen en producten die maar iets bijdragen aan
verbetering van het milieu of het gebruik van grondstoffen en energie ‘duurzame
technologie’ te noemen. Voor echte duurzaamheid is een heel ingrijpende verbetering
nodig. De definitie en de grens tussen duurzame en niet-duurzame toepassing is vaag.
Wat het technologische aspect betreft is de invulling sterk gericht op het niet-uitputten van
grondstoffen en hulpbronnen en het benutten van ‘hernieuwbare’ bronnen.
Vanzelfsprekend is een schone uitvoering een absolute randvoorwaarde.
Hoofdstuk 2
De milieuproblemen kunnen worden onderverdeeld naar het type ingreep dat het probleem
veroorzaakt:
1. Verontreiniging chemische verbindingen of fysische verschijningen die in
hoeveelheid hoger zijn dan de achtergrondniveaus.
2. Uitputting het verwjideren van componenten uit het milieu met een zodanige
snelheid of omvang, waarmee het de vorm van exploitatie in gevaar brengt.
3. Aantasting de vermindering van de kwaliteit van het milieu
Daarnaast kunnen we het milieu indelen naar sectoren:
- Water
- Lucht
- Bodem
- Biota
- Grondstoffen
- Afval
- Geluidhinder
- Stoffen
- Radioactiviteit
Wanneer een stof gevaarlijk wordt, hangt af van een aantal sectoren zoals de geproduceerde
hoeveelheid, aanwezigheid van bijproducten, opneembaarheid, mate van blootstelling etc.
, Toxicologie is de studie die zich bezighoudt met de nadelige invloeden van chemische stoffen
op levende organismen. Een verbinding is pas giftig, wanneer de dosis de
ontgiftingscapaciteit van het lichaam overschrijdt. Gifstoffen kunnen worden onderverdeeld
in twee groepen:
- Cumulatieve giftstoffen de stof wordt makkelijk opgenomen maar moeilijk
uitgescheiden, daardoor hoopt het zich op.
- Niet-cumulatieve gifstoffen deze worden snel opgenomen en snel uitgescheiden,
de schade is wel cumulatief zoals bij alcohol.
De schade die een chemische verbinding kan aanrichten kan direct zijn, dan spreek je van
acute toxiciteit. Het kan ook zo zijn dat de schade zich pas op langere termijn toont, dan heb
je te maken met chronische toxiciteit.
Blootstelling geschiedt meestal niet aan een enkele gifstof, maar meer aan mengsels van
stoffen, weliswaar in hele lage concentraties, maar het cumulatieve effect van de
afzonderlijke stoffen kan wel gevolgen hebben.
- Emissie uitstoot, lozing, het in het milieu brengen van een factor
- Transmissie de verplaatsing en verdunning van die factor door een
milieucompartiment en de overgang van het ene naar het andere compartiment,
alsmede de veranderingen, die zo’n factor tijdens het verblijf in het milieu ondergaat.
- Immissie de uiteindelijke invloed die de factor op het milieu uitoefent, afhankelijk
van de veranderingen, de concentratie en de combinatie met andere factoren. In
feite gaat het hier om de milieukwaliteit van het desbetreffende compartiment.
De effecten op het milieu als gevolg van de winning van grondstoffen zijn sterk afhankelijk
van de soort grondstof en de wijze waarop de winning plaatsvindt. Je kan hierbij rekening
houden met de omgeving en bijvoorbeeld uitdroging door ontwatering. Milieueffecten van
het transport zijn afhankelijk van de grondstof, het type vervoer en de afstand die moet
worden afgelegd. Tussen transport en opslag vindt de overslag plaats, het overladen of
overtanken van grondstoffen. Wanneer de grondstoffen zijn opgeslagen zijn er ook
voorzieningen nodig, zoals koeling, afdak, brandbeveiliging etc.
Een groot deel van de duurzaamheidsproblemen ontstaat door een ondoelmatig gebruik van
natuurlijke hulpbronnen. Het gaat om het vermogen van het milieu om afvalstoffen te
absorberen, de vruchtbaarheid van de bodem te herstellen, water te zuiveren etc. Grofweg
verdelen we hulpbronnen in vernieuwbaar en niet-vernieuwbaar:
- Vernieuwbaar binnen het tijdsbestek waarin wij werken kan het volledig
aangevuld worden, denk aan biologische materialen als hout.
- Niet-vernieuwbaar binnen het tijdsbestek kan dit niet aangevuld worden, denk
aan fossiele brandstoffen.
De totale voorraad aan grondstoffen zegt weinig over de bruikbaarheid of beschikbaarheid
van die voorraad. Van belang is namelijk dat de voorraad rendabel is.