LEERTAAK 5.5
Wet en Regelgeving
, Leertaak 5.5 Wet en regelgeving | dinsdag 24 augustus 2021
Overzicht van gedragsregels binnen Siza |
1. Benader de ander zoals je zelf benaderd wilt worden
Met respect voor zij of haar persoon, gedachtewereld, lichamelijke en psychische integriteit. Daarbij
hoort dat je elkaars “eigenaardigheid” accepteert, of het nu gaat om een cliënt of diens
vertegenwoordiger, je collega, of je leidinggevende. Dat respect voor de ander geldt ook voor
eigendommen van de ander en de middelen die de organisatie ter beschikking stelt. Wees je bewust
dat de aan jou zorg toevertrouwde cliënten zich in een afhankelijkheidspositie bevinden. Bemoei je
niet met zaken in het privé –leven en de privésfeer van de cliënt die niet van belang zijn voor de zorg-
en dienstverlening. Maar persoonlijke aandacht, door bijvoorbeeld te vragen of iemand een goed
weekend heeft gehad, hoort er natuurlijk wel bij.
2. Respect voor de ander betekent niet dat je jezelf moet wegcijferen
Integendeel, zit je iets dwars, spreek de ander daar dan op een zakelijke manier op aan. Als je meent
dat de ander jouw grens overschrijdt, is het ook jou verantwoordelijkheid om dat te signaleren en
aan de orde te stellen. Is de drempel te hoog om dat in een rechtstreeks contact te doen, vraag dan
een derde (bijvoorbeeld leidinggevende, collega, vertrouwenspersoon, bedrijfsarts) om advies.
3. Spreek jezelf en elkaar aan op je verantwoordelijkheid voor een goede (werk)sfeer
Alle vormen van grensoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld pesten, machts- misbruik,
discriminerende, racistische gedragingen of opmerkingen, (seksuele) intimidatie, agressie en grof
taalgebruik zijn bij Siza niet toelaatbaar. Dat geldt zowel in de omgang met collega’s en
leidinggevenden als in het contact met cliënten, hun vertegenwoordigers en hun bezoek. Ieder heeft
de verantwoordelijkheid om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, te signaleren en ertegen op
te treden. Is de drempel om de ander rechtstreeks aan te spreken te hoog, vraag dan iemand,
leiding- gevende, collega, vertrouwenspersoon om advies. De sector- of regiomanager zorgt ervoor
dat gedrag van een cliënt, dat voortvloeit uit zijn/haar handicap en de wijze waarop daarmee wordt
omgegaan, wordt vastgelegd in het zorgplan. Wanneer een cliënt vanwege aard van de handicap,
niet of nauwelijks op zijn gedrag kan worden aangesproken, wordt dit eveneens vermeld.
4. Kom gemaakte afspraken na
“Afspraak is afspraak” is het uitgangspunt. Maar als je de afspraak echt niet na kunt komen, geef
degene met wie je een afspraak hebt gemaakt hier dan een verklaring voor.
5. Zie ook de zaken goed gaan en geef de ander daar waardering voor
Eén compliment motiveert meer dan tien signalen over gedrag dat nog verbetering behoeft.
6. Pas bij een meningsverschil of conflict hoor en wederhoor toe
Wees voorzichtig met het beschuldigen van een collega of cliënt en sta ervoor open dat je eigen
gedrag misschien ook niet helemaal juist is. Maar dek meningsverschillen en conflicten niet toe. Zoek
samen naar een rechtvaardige en werkbare oplossing en kijk daarbij vooruit.
7. Laat nieuwkomers zich welkom voelen
Geef als teamlid een nieuwkomer de gelegenheid zich tot teamlid te ontwikkelen en steun hem of
haar daarbij. De nieuwkomer dient er zelf alles aan te doen om lid van een team te worden.
8. Zie er verzorgd uit
Siza verwacht van je dat:
▪ Netjes (schoon en heel) kleedt, passend bij de functie;
▪ Je kleding en sieraden veilig en doelmatig zijn; je moet je werk er goed mee kunnen doen
▪ Je kleding en sierraden niet (seksueel) uitdagend zijn, dat wil zeggen niet onevenredig veel
aandacht vestigen op je lichaam.
1