Samenvatting Clinical Case Formulation
Inhoud
1 Case formulation.................................................................................................................................1
2 Depressie casus (Sally)........................................................................................................................2
3 Cognitieve casus formulering (Newman)............................................................................................2
4 Gedragsmatige casus formulering (Lejuez, Hall Brown, Hopko)........................................................2
5 Commentaar op cogni en behavior formuleringen (Williams).............................................................3
6 Psychose casus (Zeppi)........................................................................................................................4
7 Psychiatrische casus formulering (Casey)...........................................................................................4
8 Behavioristische casus formulering (Wilder).......................................................................................5
9 Commentaar op psychiat + behavior formuleringen (Bentall).............................................................5
10 Casus eetstoornis (Antoinette)...........................................................................................................5
11 Multiperspective (MPS) casus formulering (Weerasekera)...............................................................6
12 Functional Analytic Clinical Case Formulation (FACCM; Lappalainen, Timonen, Haynes)............6
13 Commentaar op MPA (4 p’s) en FACCM (vector)............................................................................7
14 Probleemgedrag (hoarding) senior (DeVries)....................................................................................7
15 Cognitieve Analytisch Therapeutische (CAT) formulering...............................................................8
16 The Core Conflictual Relationship Theme (CCRT; Barrett)..............................................................9
17 Commentaar op CAT en CCRT formuleringen (Howells & Jones).................................................10
18 Casus woede bij intellectuele beperkingen (Benson).......................................................................10
19 Psychodynamische formulering (Beail & Jackson).........................................................................10
20 Cognitief-behavioristische formulering (Willner)............................................................................12
21 Commentaar op beide formuleringen (Didden)...............................................................................12
22 Contemporary thema’s in Casus Formuleringen (Eells)..................................................................12
Eigen beschouwingen over het boek en het thema................................................................................13
1 Case formulation
Er zijn vele verschillende behandelingen; hoe kies je de juiste voor je cliënt? Vaak evidence-
based en o.b.v. een diagnose (DSM); maar dit heeft verschillende limitaties: 1. Een diagnose
geeft alleen een beeld van (clusters van) symptomen; het zegt niks over de oorzaak of in
standhoudende of beschermende factoren. Veel RCTs vergelijken een behandeling voor
bepaalde diagnose met een wachtlijst conditie. “Joepie, het werkt!” is makkelijk gezegd, en je
weet dan alleen dat behandeling A bij diagnose A helpt, maar niet of het ook bij diagnose B
helpt of dat behandeling B misschien ook bij diagnose A helpt. Bovendien reageren cliënten
zeer verschillend op behandelingen, velen reageren er helemaal niet op; velen hebben co-
morbiditeit (dus wat behandel je dan precies?).
Case formulation: hypothese over de oorzaken, kwetsbaarheden, in standhoudende factoren
van iemands psy-, interpers- en gedragsproblemen. Organiseert info over een persoon, ook
wann deze tegenstrijdigheden bevat; kan als blauwprint dienen voor de behandeling.
, 2 Depressie casus (Sally)
Sally heeft depressieve stemming, weinig zelfvertrouwen, slaap verstoringen en psy
discomfort (spanningen enz.); kinderen zijn uit huis, man is veel weg, ze is een
onderpresteerder op werk (wat eigenlijk onder haar niveau is) en probeert dit te compenseren
met koffie enz., slechte concentratie. Is aangekomen, sport niet meer, trekt sociaal wat terug.
Neigt naar een affaire met een vriend.
3 Cognitieve casus formulering (Newman)
Oorzaak:
Gebaseerd op theorieën van Beck:
- Maladaptieve automatische gedachten o.b.v. schema’s, overtuigingen en leefregels die
vaak in vroege jeugd zijn aangeleerd bij stressvolle gebeurtenissen, omdat ze toen wel
adaptief waren.
- Dysfunctionele gedachten: pessimisme, over gegeneraliseerde assumpties, denkfouten,
bias naar negatieve info, geen hoop/oplossingen zien, rigide
- Dysfunctionele gedachten gedrag: vermijding en negatieve stemming
Relevante variabelen:
Huidige problemen en huidige denkpatronen en denkfouten; sleutelgedachten die gekoppeld
zijn aan haar emotionele distress
Kritieke gebeurtenissen, historische data, coping strategieën.
Overig: alcohol, slaap, eetpatroon, dagelijkse activiteiten, vermijding en triggers, momenten
van plezier en self-efficacy
Assessment:
Foute denkprocessen, factoren die je kan meten en testen; vragenlijst/interview
/gedragsexperimenten/zelfregistratie (Beck Inventory/Hopelesness en SCID).
Dysfunctional thought record voor automatische gedachten
Therapeutische relatie:
Belangrijke samenwerking, actief, huiswerk, open, ondersteunend
Rol van onderzoek:
Empirisch onderbouwd: Veel onderbouwing cogni therapie voor depressie
Goede therapeut heeft veel kli ervaring en technieken (guided imagery, cogni herstruct en
rollenspel)
Behandelplan:
Doelen: beter voelen en zelfvertrouwen opbouwen
Exposure voor vermeden activiteiten; gedragsexperimenten + cognitieve herstructurering
Socratisch bevragen, onderscheid tussen objectieve problemen en subject bias interpretaties.
Communicatie skills + alcohol gebruik + coping skills
4 Gedragsmatige casus formulering (Lejuez, Hall
Brown, Hopko)
Oorzaak:
Gebaseerd op leertheorie, Skinner & Lewinsohn, omgeving beïnvloedt gedrag: