Handboek dubbele diagnose
Hoofdstuk 1 Geïntegreerd behandelen
Bij dubbeldiagenose geïntegreerde behandeling het beste.
- Nu is er bij cliënten met een dubbele diagnose sprake van een sequentieel hulpaanbod; de
cliënt wordt eerst behandeld binnen de verslavingszorg en vervolgens binnen de geestelijke
gezondheidszorg, of andersom. knelpunt: gebrek aan overeenstemming over welke
stoornis eerst behandeld moet worden, omdat onduidelijk is welke stoornis de primaire
diagnose is.
- Paralelle hulpaanbod: hierbij vindt de behandeling van beide stoornissen tegelijkertijd maar
gescheiden plaats; de middelenafhankelijkheid binnen de verslavingszorg en de
psychiatrische stoornissen binnen de ggz. Knelpunten: gebrekkige communicatie,
onduidelijkheid over eindverantwoordelijkheid, ontbreken van een gemeenschappelijk,
geïntegreerd kader en methode.
- Geïntegreerd behandelen: houdt in dat psychiatrische stoornissen en stoornissen gebonden
aan het gebruik van psychoactieve stoffen tegelijkertijd en gecoördineerd worden
behandeld. De behandeling wort door 1 behandelaar of team, getraind en deskundig in
beide behandelvormen, uitgevoerd waardoor de cliënt zich op een consistente manier, met
dezelfde filosofie en houding aangesproken ziet. Componenten van Integrated Dual
Disorder Treatment:
o Integratie behandelinterventies gericht op verslaving en psychiatrie door een
behandelaar of multidisciplinair team wordt geleverd.
o Volledigheid behandeling ook gericht op gebieden als dagbesteding, financiën,
wonen.
o Outreachende hulpverlening d-cliënten worden niet gekenmerkt dor een grote
motivatie om hulp te zoeken of om in zorg te blijven. dus outreachende
hulpverlening toepassen
o Langetemijnperspectief cliënten laten alleen na een langere periode van
behandeling geleidelijk een verbetering zien. Er is een grote kans op terugval.
o Behandeling op basis van motivatie aansluiten bij behoeften van cliënt, hierbij
rekening houdend met fasen van motivatie: contact maken, overtuigen, actieve
behandeling, terugvalpreventie.
o Psychotherapeutische benadering individuele, groeps- of familiegesprekken.
Hierbij goed kijken naar motivatiefase van cliënt. ook hebben mensen met dd,
maar ook hun familieleden, reacties als ontkenning, angst, wanhoop, het gevoel te
falen en gevoelens van schuld, die in de behandeling om aandacht vragen.
o Vermindering van negatieve gevolgen Harm reduction kan cliëten beschermen
tegen dit soort negatieve gevolgen. (harm reduction is het nastreven van een
daling aan drugs gerelateerde schade, waarbij het succes van de aanpak niet
noodzakelijk afhangt van een daling in het druggebruik)
Hoofdstuk 2 Comorbiditeit
Comorbiditeit is eerder regel d uitzondering. Dat is een gevolg van de hoge prevalentie van
aandoeningen, van de manier waarop we ze classificeren, en van de onderliggende mechanismen
die deels overeenkomen.
Hoofdstuk 5 Rol van familie bij de behandeling van dubbele diagnose
De invloed van de cliënt op de familieleden: familieleden ervaren niet alleen angst over de
gezondheid van de cliënt, maar ook frustraties en boosheid omdat de cliënt geneigd is om door te
blijven gaan met middelenmisbruik en om de ernst van de psychiatrische problematiek te
bagatelliseren.
Invloed van familieleden op de cliënt: de emotionele houding tegenover de cliënt, bestaande uit
kritiek, betrokkenheid, vijandigheid en overbetrokkenheid heeft invloed op het verloop van de
problemen.
De voornaamste behoefte van familieleden in de psychiatrische setting is dat ze informatie over het
ziektebeeld willen, de prognose en over de behandeling. Daarnaast bestaat er bij familieleden vaak
behoefte om hun persoonlijke ervaringen te uiten rond de problematiek. Bij het leveren van
informatie en bij het informeren naar de persoonlijek ervaringen staat voorop dat familieleden zich
begrepen en gerespecteerd voelen door de hulpverlening
- Familieleden kunnen twijfels en zelfs weerstand hebben om medewerking te verlenen.
Twijfels of weerstand kunnen voortkomen uit negatieve ervaringen met meerdere
instanties, uit de gedachte dat het zal leiden tot conflicten, of uit de angst om zelf het
, onderwerp van behandeling te worden. Ook cliënten kunnen weigeren dat familieleden
betrokken worden.
- Bij het eerste contact dient de hulpverlener bij aanvang te informeren naar de ervaringen
en belangen van de familieleden, en naar hun obstakels om aan de behandeling deel te
nemen. Vervolgens dienst de hulpverlener een beeld te geven van wat de instelling voor de
familieleden kan betekenen en wat hun eigen bijdrage kan zijn aan het herstel.
Rol van familieleden bij diagnostiek:
- Familieleden kunnen duidelijkheid geven naar de aard en ernst van de problematiek.
- Verwanten kunnen informatie leveren over de voorgeschiedenis van de cliënt en komen
biologische en psychologische risicofactoren aan het licht.
- Diagnostiek levert bij familieledeninformatie op over de aanwezigheid van medische en
psychosociale problemenbij familieleden
- Er is taxatie van familiesysteem nodig om vast te stellen op welke wijze de naasten bij de
behandeling betrokken dienen te worden. Naast de behoefte van de familie,gaat het hier
ook om de familiale factoren die de voortgang van de behandeling kunnen belemmeren.
Psycho-educatie voor familieleden: Het gaat dan veelal om het verstrekken van informatie en
beantwoorden van vragen over:
- De aard en het beloop van de stoornis
- De rol van medicatie
- De in houd van de behandeling
Onderwerpen die bij psycho-educatie over dubbeldiagnose aan bod komen zijn:
- De psychiatrische stoornis diagnose,symptomen enz
- Het kwetsbaarheid-stressmodel Dit model geeft verklaring voor het ontstaan en in stand
blijven van de dubbele diagnose. Het uitgangspunt is dat de cliënt een biologische
gevoeligheid heeft voor de psychiatrische stoornis, die door invloed van omgevingsfactoren
(stress) tot uiting is gekomen. Aan de hand van dit model is uit te leggen dat de cliënt door
dienst kwetsbaarheid gevoelig is voor de effecten van alcohol en drugs(een
omgevingsfactor). Belangrijk is dat de familieleden tot inzicht komen dat
probleemgedragingen niet behoren tot de persoonlijkheid van de cliënt,maar deze het
gevolg zijn van de stoornis.
- Medicatie Verschillende soorten, hun effecten en veelvoorkomende bijwerkingen.
- Alcohol en drugs verschillende soorten middelen, inclusief hun positieve en negatieve
effecten. Subjectieve belevingen voor zowel cliënten als familieleden.
- Behandeling dubbele diagnose opzet en duur van behandeling, inhoud,
behandelonderdelen en specifieke doelstellingen, en vormen van vervolgbehandeling.
Interventies voor familieleden: familie interventies lijken in behandeling van dubbele diagnose
veelbelovend als zij een combinatie bevatten van psycho-educatie en een training in specifieke
vaardigheden.
Hoofdstuk 6 Omgaan met verslavingsgedrag
Drie componenten van verslavingsgedrag:
- Craving, controleverlies en anhedonie
o Craving (dwangmatig verlangen): kwellend, onvoorspelbaar en moeilijk te
begrijpen. Een cliënt kan in alle eerlijkheid niet van plan zijn iets te graag
gebruiken, maar eenmaal geconfronteerd met oplaaiende craving iets doen wat hij
eigenlijk niet wilde en waar hij vaak gelijk weer spijt van heeft.
o Anhedonie: het verschijnsel dat mensen niet emotioneel reageren op situaties,
niets leuk vinden, alles als grauw en vlak ervaren.
- Emotionele ontwikkelingsachterstand: begint een adolescent op vroege leeftijd met alcohol
of drugs dan mist een adolescent al snel een deel van de ontwikkeling. Zeker als hij door
gebruik ook achter gaat lopen op school of werk.
o Een adequate verslavingsbehandeling zal, zeker bij jong verslaafd geraakte
cliënten, altijd elementen van sociale training moeten omvatten.
o Voor verslaafden met psychiatrische problemen is dit nog anders. Een ‘gewone’
verslaafde moet leren zich te bewegen in de ‘gewone’ maarschappij, maar voor
dubbele diagnose cliënten is het ook belangrijk goed te leren omgaan met het
bestaande psychiatrische hulpverleningssysteem, waar ze waarschijnlijk langdurig
op aangewezen zullen zijn.
- Omkering van behoeftepatronen eenmaal echt verslaafd dan heeft gebruiken vaak de
eerste prioriteit. Mensen die stoppen met gebruiken blijken wel degelijk normale behoeften
, te hebben zoals respect, liefde, relaties, zelfontplooiing, en ze blijken daar ook in te kunnen
investeren.
Adviezen voor de hulpverlening:
- Ontkenning: zolang een cliënt het probleem niet herkent, hoeft hij er immers ook niets
mee. Belangrijk is om aan te sluiten bij motivatiestadia van de cliënt. Teamleden moeten
elkaar scherp houden, zodat steeds weer de vraag gesteld wordt of de gekozen interventies
nog bijdragen aan het verminderen van het verslavingsgedrag of juist ingezet worden om
het verslavingsprobleem in stand te houden.
- Motivatie: moedeloosheid en inadequaat negativisme moeten zoveel mogelijk worden
bestreden, omdat het etiket ‘hopeloos’ haaks straat op het opnieuw starten van een
serieuze behandeling. Het leidt tot onnodige vertraging.
o Externalisatie: cliënt maakt anderen verantwoordelijk voor zijn behandeling en zijn
welzijn.
Zorg er als hulpverlener voor dat je je cliënt en omgeving goed kent zodat je het gedrag
van je cliënt gemakkelijker kunt inschatten en je begrijpt wat er op een gegeven moment
bij een bepaalde cliënt aan interventie of behandeling nodig is.
Hoofdstuk 10
- Herstel: het proces van zich ontworstelen aan een verslaving of een psychiatrische
stoornis. Herstellen doe je zelf. Anderen kunnen je herstelproces ondersteunen of aan
moedigen, maar ze kunnen het niet van je overnemen.
o Het subjectief ervaren proces van opkrabbelen na of gedurende een periode van
ziekte. Herstellen is niet hetzelfde als genezen. Het is mogelijk om aanzienlijk te
herstellen terwijl toch nog symptomen van de aandoening aanwezig zijn. Dat
betekent dat bijvoorbeeld nog steeds horen van stemmen of een periode van
minder of gecontroleerder gebruik van middelen niet uitsluit dat er toch gesproken
wordt van een herstelproces.
o Kern van herstel is het eigen verhaal, de ervaringskennis en de empowerment van
de herstellende toenemen.
Herstel van identiteit dat ik weer zelfvertrouwen heb
Herstel van gezondheid dat ik minder last van mijn stemmen heb, da tik
minder angstig ben enz.
Herstel van dagelijks functioneren oppakken van activiteiten als het huis
bijhouden, op tijd opstaan enz.
Herstel van maatschappelijk rolfunctioneren dat men weer rollen gaat
vervullen als huurder, huisgenoot, leerling, werknemer, vriend broer of zus.
- Rehabilitatie: mensen helpen om weer zo goed mogelijk maatschappelijk te gaan
functioneren, met name door hen te ondersteunen bij het verkennen, kiezen, verkrijgen en
behouden van zelfgestelde doelen.
o Rehabilitatie is te onderscheiden van behandeling. behandeling in engere zin is
gericht op het verminderen van symptomen en zo mogelijk het genezen van ziekte
en verslaving. Behandeling bestaat bijvoorbeeld uit medicijnen voorschrijven,
gedragstherapie of psychotherapie geven.
- Geintegreerde behandeling:
o Behandeling in ruimere zin: omvat behandeling in engere zin, rehabilitatie en
bemoeizorg.
- Herstelondersteunende zorg: wanneer je mensen wilt helpen bij hun herstel zijn herstel
van persoon, herstel van gezondheid, herstel van dagelijks functioneren en herstel van
rolfunctioneren de onderwerpen waarbij ze geholpen willen worden.
Hoofdstuk 12 Psychose en verslaving
Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen waarom cliënten met een ernstige psychiatrische
stoornis vaker tevens middelen misbruiken. Verscheidende modellen zijn beschreven die de hoge
comorbiditeit tussen psychotische aandoeningen en middelenmisbruik kunnen verklaren:
- Middelenmisbruik veroorzaakt een psychotische stoornis of schizofrenie.
- Een aanspreken model is de zelfmedicatiehypothese waarbij psychische symptomen
verholpen of verlicht zouden worden door alcohol of drugs te gebruiken.
- Anderen modellen waar iets meer bewijs voor is aangedragen, is het
hypergevoeligheidsmodel, het reeds aanwezig zijn van een antisociale