Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
1.1 Oriëntatie
De onzelfstandige beroepsbevolking bestaat uit personen die zich tijdens hun
werk in een afhankelijkheidspositie bevinden ten opzichte van een ander,
namelijk de werkgever. Deze groep kan je verdelen in 3 groepen; de werknemers
in private sector, de ambtenaren binnen publieke sector en werknemers in de
gepremieerde en gesubsidieerde sector. De laatste zijn verbonden aan
organisaties en instellingen binnen de private sector, die financieel afhankelijk
zijn van de overheid (bv ziekenhuizen). Zij die onder de zelfstandige
beroepsbevolking worden geschaard, zijn tijdens de uitoefening van hun
werkzaamheden niet onderworpen aan opdrachten van anderen.
De rechtspositie van de groepen die onder de onzelfstandige beroepsbevolking
behoren moet men echter als uitgangspunt wel gescheiden houden. De
regelingen die op de werker in de g- en g-sector van toepassing zijn, zijn dezelfde
als die, welke voor de werknemer gelden (niet altijd).
1.2 Werkgever en werknemer: welke rechtbronnen?
Arbeidsovereenkomstenrecht. De overeenkomst van de zeevarende die
zich verbindt aan boord van een zeeschip arbeid te verrichten, wordt de
zeearbeidsovereenkomst genoemd.
Vermogensrecht in het algemeen. De ao is een obligatoire overeenkomst,
dat wil zeggen een overeenkomst waaruit verbintenissen voortvloeien. Een
verbintenis kan omschreven worden als een rechtsbetrekking tussen ten
minste twee partijen, die ertoe leidt dat de ene partij één of meer rechten
verkrijgt en de andere partij één of meer plichten op zich neemt.
Overige wetten.
Jurisprudentie. Naast de werkgever kan ook de rechter als rechtsvormer
optreden. Regelmatig moet hij namelijk een oordeel geven over een
geschil rondom een arbeidsovereenkomst, terwijl er geen toepasselijk
wetsartikel voorhanden is. Het geheel van gepubliceerde uitspraken,
gedaan door rechterlijke instanties, noemen we jurisprudentie.
De CAO; collectieve arbeidsovereenkomst. CAO-afspraken kunnen soms
regels uit het arbeidsovereenkomstenrecht terzijde schuiven of bepalingen
bevatten die voor de werknemer gunstiger zijn dan hetgeen boek 7 titel 10
inhoudt. Ook kunnen er in CAO's kwesties aan de orde worden gesteld die
niet in een wet of wetsartikel geregeld zijn.
Het verdrag. Dit is een overeenkomst die gesloten is tussen twee of meer
landen. Bij verdrag kunnen ook internationale organisaties worden
opgericht, die bevoegd zijn rechtsregels uit te vaardigen.
1.3 Van dwingend recht tot aanvullend recht
De werknemer is in verschillende opzichten afhankelijk van zijn werkgever. Deze
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de werknemer arbeidsvoorwaarden
accepteert, die hij niet zou aanvaarden als hij niet in deze afhankelijke positie
was. Om dit soort dingen te beschermen zijn er in de wet verschillende soorten
wetten opgenomen;
, Dwingend recht: dit is dat recht, waarvan niet of niet ten nadele van de
werknemer mag worden afgeweken.
Direkwartdwingend recht: is dat recht, waarvan uitsluitend kan worden
afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO) of bij regeling
door of namens een bevoegd bestuursorgaan. Hierbij kunnen dus alleen de
vakbonden en de werkgevers(organisaties) in gezamenlijk overleg een
andere regeling treffen dan die, welke in de wet staat vermeld.
Semidwingend recht: is dat recht, waarvan alleen kan worden afgeweken
bij schriftelijk aangegane overeenkomst. Met andere woorden; hierbij
kunnen de werkgever en werknemer individueel van het bepaalde in de
wet afwijken, mits dit maar schriftelijk plaatsvindt.
Aanvullend recht; is dat recht, waarvan altijd –ook individueel en
mondeling – mag worden afgeweken. Of deze afwijking positief of negatief
uitvalt voor de werknemer maakt niet uit.
Wetsartikelen van dwingende aard
Dwingend-rechtelijke bepalingen zijn bij uitstek te herkennen aan de sanctie die
staat op afwijking van de betreffende inhoud. Elk beding, strijdig met enige
bepaling van dit artikel, is nietig of vernietigbaar. Een vernietigbare bepaling
vereist een actieve handeling van de werknemer. Hij moet zich dan namelijk op
de strijdigheid van de individuele afspraak met de wettekst beroepen. Doet hij
dat, dan gaat de wettekst voor. Na een bepaalde periode (meestal 5 jaar) is het
beroep op de wettelijke bepaling verjaard.
Wetsartikelen van driekwartdwingende aard
Hierbij wordt expliciet in het wetsartikel aangegeven dat afwijking alleen mogelijk
is bij CAO (of bij regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan). De
afspraak tussen werkgever en werknemer mag niet nadelig zijn voor de
werknemer (tov de wet). In dat geval geldt de wet en niet de afspraak.
Wetsartikelen van semidwingende aard
Bij deze wetsartikelen kan er alleen op schriftelijk aard ten nadelen van de
werknemer worden afgeweken.
Wetsartikelen van aanvullende aard
Wetsartikelen hebben het karakter van aanvullend recht als gezwegen wordt over
de vraag of ervan mag worden afgeweken en zo ja, hoe. De contactpartijen zijn
vrij in de wijze waarop zij van het betreffende artikel willen afwijken.
1.4 De bevoegde rechter
1.4.1 Absolute competentie (welk soort rechtbank)
Alle zaken op het terrein van het sociaal recht moeten bij de rechtbank, sector
civiel, worden aangebracht. Naast de gewone rechter bestaat de sector civiel uit
kantonrechters. De arbeidszaken worden door de kantonrechter behandeld.
Geschillen tussen de bestuurder van een nv of bv (ookwel statutair directeur
genoemd) en de nv of bv waarvoor hij werkzaam is, worden door de gewone
civiel rechter beslist, mits het een vordering betreft van meer dan 25.000 of
waarbij het bedrag onbepaald is. De rechter die als eerste absoluut bevoegd is
om van een geschil kennis te nemen, noemen we de rechter in eerst aanleg. Op
, het terrein van sociaal recht is dat meestal de kantonrechter en bij wijze van
uitzondering de rechtbank, sector civiel, als het een geschil met een bestuurder
betreft. In alle civielrechtelijke geschillen wordt hoger beroep op het gerechtshof
ingesteld. Na hoger beroep kunnen partijen nog in cassatie gaan bij de HR. Deze
mogelijkheden gelden ook voor geschillen tussen de bestuurder en zijn nv of bv.
Een geschil wordt aanhangig gemaakt via een dagvaarding. Uitzondering: als een
werkgever of een werknemer de arbeidsovereenkomst wil beëindigen door
middel van de rechter. Dit wordt een ontbinding van de ao wegens gewichtige
redenen genoemd en moet gedaan worden met een verzoekschrift. Bij
ontbindingsverzoeken zijn hoger beroep en cassatie niet mogelijk.
1.4.2 Relatieve competentie (welke plaats moet de zaak aanhangig
worden gemaakt)
Iedere rechtbank in NL is een bepaald gebied (arrondissement) toegekend. Ieder
arrondissement is weer in twee of meer kleinere regio's verdeeld. De regel luidt;
bevoegd is de rechter van 1. de woonplaats of vestigingsplaats van de
wederpartij (de gedaagde) of 2. de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt
verricht. Vestigingsplaats is de plaats waar de kantonrechter aanwezig is. Als er
een rechterlijke uitspraak op korte termijn noodzakelijk is, dan kan je een kort
geding aanspannen. Het kort geding is een snel afgewikkelde, informele en
grotendeels mondeling gevoerde procedure voor spoedeisende gevallen. Het kort
geding wordt bij de rechtbank aanhangig gemaakt. De rechter in kort geding
wordt voorzieningenrechter genoemd. De kantonrechter en de gewone rechter
werkzaam bij de civiele sector van de rechtbank, kan als voorzieningenrechter
optreden. In kort geding worden voorlopige voorzieningen getroffen.