Hoor- en werkcolleges rechtswetenschap Semester 1
Week 36 Hoorcollege
Literatuur:
- W. Witteveen, De geordende wereld van het recht, Amsterdam: Amsterdam University
Press 2001, p. 55 t/m 64 en 71 t/m 102;
- P.C. Ippel & P.P. Rijpkema, ‘Rechtsbeginselen’ in: P.C. Ippel & P.P. Rijpkema, Recht in
perspectief: over de normatieve grondslagen van het recht, Den Haag: Boom Juridische
Uitgevers 2001, p. 105 – 131;
- M.A. Loth & A.M.P. Gakeer, Meesterlijk recht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers
2005, p. 27 t/m 78.
Het gaat om allemaal verschillende perspectieven op het recht en deze vormen de rode
draad op dit vak.
Programma
- Inleiding op het vak en thema: wat is recht?
- Een aantal casus
- Kenmerk van het positivisme, natuurrecht, interactionisme (contextualisme)
- Relatie met rechtsbronnen; de rechtsbeginselen
Een paar voorbeelden van definities van recht
- Een verzameling van wetten
- Een verzameling van regels (geboden en verboden) die in Nederland gelden (dus
bevoegd zijn vastgesteld), en waaraan we ons moeten houden; duidelijk te vinden zijn
wetten en rechtspraak waaraan we ons moeten houden.
- Een verzameling van regels en beginselen die in Nederland gelden etc.
- Recht is wat in een individueel geval wordt gezegd wat recht is
- Recht is dat wat als rechtvaardig wordt ervaren (of de gelijkheid dient, of tot vrede
aanleiding geeft, of transacties efficiënt doet verlopen)
Zo kun je nog wel even doorgaan. Waar 2 juristen spreken, zijn minstens 3 redenen. Al deze
definities zeggen ook iets over wat voor jou of voor degene die de definitie geeft belangrijk is
aan het recht. Dat wat je aantreft in de verschillende definities geeft vaak ook een beeld van
de visie op het recht die diegene die de definitie hanteert belangrijk vindt. De eerste definitie
die ik geef zijn beschrijvend, ze zeggen vooral wat het recht is en de laatste definities geven
het doel van het recht.
Casus Windels
In dit filmpje verneem je dat de echtgenote van de man Windels plotseling stierf en dat hij
besloot haar te begraven in zijn eigen tuin. De laatste rustplaats in je eigen tuin was volgens
Windels de wens van zijn vrouw. Dat is wel een probleem want iemand begraven in je tuin
mag niet zomaar. Dus zei de gemeente waar hij wonde dat hij het graf moest ontruimen.
Windels was het er niet mee eens en er ontstond een rechtszaak. De wet die van toepassing
is in dit soort situaties, is de wet op de lijkbezorging. Er bestaat ook al wat jurisprudentie
over. Onder bepaalde voorwaarde mag je je tuin als begraafplaats gebruiken, maar dan heb
je een vergunning nodig en vaak moet ook het bestemmingsplan wijzigen. Zo’n vergunning
kan vaak een aantal jaar duren, dus je moet op tijd beginnen met regelen. Ook in de
rechtspraak komen er regels naar voren; zo moet je tuin minstens 1a 2 hectare grond
omvatten, moet iemand minstens 1 meter van het perceel van de buren begraven worden,
mag het graf niet liggen op de openbare weg en moet de graf minstens 10 jaar kunnen
blijven bestaan en moeten er garanties voor toekomstig onderhoud worden afgegeven. Daar
kon de heer Windels wel aan voldoen, behalve die vergunning die ontbrak. Daarvan zei hij, ik
dacht zij sterft pas later maar zij kreeg plotseling een hartaanval. Toen ze overleed
,probeerde hij contact op te nemen met de gemeente maar zij namen niet op. De gemeente
sommeerde Windels het graf te verwijderen en als dat niet zou gebeuren zou de gemeente
het zelf doen op kosten van Windels. Er komt een rechtszaak en dan rest de vraag hoe moet
de rechter in deze situatie beslissen.
Rechtbank Limburg: 25 augustus 2016
Het antwoord van de rechter lijkt heel eenvoudig; Windels had geen vergunning om zijn tuin
als begraafplaats te gebruiken, en dus mocht hij zijn vrouw daar niet begraven. Interessant is
dat Windels niet ontkent dat hij de wet heeft overtreden.
Zaak 2016:7408
‘De voorzieningenrecht stelt vast dat verzoeker onbestreden heeft gelaten dat hij de Wet op
de lijkbezorging heeft overtreden door zijn op 20 juli 2016 overleden echtgenote te begraven
op (eigen) grond (…).’ Deze grond was niet door de gemeente aangewezen als
bijzondere begraafplaats.
‘In geschil is of (er) sprake is van bijzondere omstandigheden waarvan van verweerder kan
worden gevergd dat handhavend optreden achterwege wordt gelaten. Hiertoe oordeelt de
voorzieningenrechter dat van een concreet zicht op legalisatie niet is gebleken.’ Verzoeker
heeft weliswaar aan de gemeenteraad verzocht om de begraafplaats van zijn
echtgenote in zijn tuin aan te wijzen als bijzondere begraafplaats, maar een besluit is
nog niet genomen en ook is niet gebleken of de gemeenteraad van plan is
medewerking te verlenen aan het verzoek.
‘Resteert de vraag of handhavend optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de
daarmee te dienen belangen dat verweerder op grond daarvan van optreden had behoren af
te zien. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend.’ De mogelijkheid
bestaat immers dat de gemeenteraad de begraafplaats van de echtgenote aanwijst als
bijzondere begraafplaats.
‘Aanwijzing zou tot gevolg hebben dat de echtgenote van verzoeker, na uitvoering van de
last, nogmaals opgegraven en herbegraven zou moeten worden. Nu het belang dat aan
grafrust wordt gehecht blijkens de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet op de
lijkbezorging groot is en dit zelfs als uitgangspunt dient te worden genomen, acht de
voorzieningenrechter dit zeer onwenselijk.’
De rechter komt tot de volgende conclusie:
‘Zo lang geen duidelijkheid bestaat over de aanwijzing van de begraafplaats als bijzondere
begraafplaats door de gemeenteraad prevaleert het belang van verzoeker om die reden
boven de beginselplicht tot handhaving van verweerder’. Windels kruipt dus eigenlijk door
het oog van de naald. De rechter zegt het belang van de grafrust weegt zwaarder dan het
belang van de gemeente, dus we laten het erbij. Maar, als de gemeenteraad het verzoek van
Windels uiteindelijk toch afwijst, dan moet ze herbegraven worden.
De definitie van het recht is hier niet makkelijk, want Windels had de regels overtreden.
Formeel gesproken heeft hij de wet overtreden. Hij had immers geen vergunning. De rechter
vond het handhaven, het delven van het graf van de vrouw, disproportioneel, zeker in het
licht van het feit dat grafrust ten grondslag ligt aan de wet op de lijkbezorging. Ook bestaat
de kans dat de gemeente de vergunning aan de heer Windels afgeeft.
Drie visies op het recht
1. Rechtspositivisme
2. Natuurrechtsdenken
3. Interactionisme en contextualisme
,(Zie tekst Witteveen (p. 55-64) en tekst Loth en Gakeer)
Ieder van die posities biedt een waardevol perspectief op het recht. Toch kijken we steeds op
een andere manier naar de functie op het recht. Ze bieden waardevolle aanknopingspunten
om de visie op het recht beter te kunnen duiden.
Casus Göttig vs. Puttfarken
De Duitse Göttig had op de muur van een toilet geschreven: ‘Hitler ist ein massenmörder und
schuld am Kriege!’ Hitler is een massamoordenaar en door zijn schuld is er oorlog.
Vraag: wat te doen met mensen als Putffark na de oorlog?
Puttfaken, die justitieambtenaar was had aangifte gedaan van het handelen van Göttig. Hij
kreeg toen de doodstraf. Na de tweede wereldoorlog moest Puttfarken zich verantwoorden
voor het verraadden van Göttig. Maar, hoe gaat de rechter om met mensen die gedurende
het Naziregime handelen o.b.v. wat een juridisch correcte handeling leek, maar die
tegelijkertijd ook gewetenloos is en in strijd met iedere morele intuïtie. Hij voerde achteraf
aan dat hij ook wel uit politieke overtuigingen had gehandeld, maar vooral dat hij volgens de
wet had gehandeld. Hij moest justitie dienen, dat was voor hem duidelijk. Toch werd hij
levenslang veroordeeld tot medeplichtigheid aan moord. Volgens de rechter bestond er geen
algemene rechtsplicht tot aangifte, ook niet tijdens de oorlog. Bovendien voldeed justitie in
die dagen niet aan de criteria om echt van recht te kunnen spreken. Het lijkt erop dat de
naoorlogse rechter van mening was dat hij iets gedaan had in strijd met het recht. Maar, als
je naar dat geschreven recht keek was dat geen geschreven conclusie.
A. Kenmerken positivisme
- Belangrijke vraag: wat is geldend recht?
- Recht is verzameling van regels en begrippen die op basis van de daarvoor geldende
procedures tot stand zijn gekomen’. Bijvoorbeeld: Nederlandse grondwet: formele wet
gemaakt door de regering en de Staten-Generaal samen art. 81 GW.
- Vormelijke kenmerken zijn belangrijk om te bepalen wat recht is geeft houvast.
- Recht en moraal (of: vorm en inhoud) zijn niet onlosmakelijk met elkaar verboden
slecht recht is dus ook geldend recht.
Als je de casus terugkoppelt naar de verschillende visies op het recht, zie je verschillende
uitkomsten. Als je meent dat hij niet gestraft moet worden, omdat hij iets deed wat toen in de
wet stond, dan hanteer je een meer rechtspositivistisch rechtsbeginsel. Voordeel is dat het
duidelijk is, want wat op dat moment als recht geld, is op dat moment recht. Of dat nou goed
of slecht is maakt niet uit, als de wet maar op een juiste manier tot stand is gekomen. Die
geldigheidsregels van formele wetten tref je bij ons aan in de grondwet, zoals in art. 81 GW
bijvoorbeeld. Dat is een standpunt dat voor deze casus sterke consequenties heeft, want
Puttfarken zou dan worden vrijgesproken. Een milde variant is dat de rechter zegt; het was
wel juridisch correct wat hij deed, maar het was een onaanvaardbare handeling. We straffen
hem, ook al hebbe we juridisch geen grondslag. Dit is een variant op het rechtspositivisme,
omdat de rechter zegt ik hou me niet aan het recht. Ik vind dat Puttfarken toch gestraft
moeten worden. Voor een dergelijke benadering zou je kunnen zeggen dat de
rechtszekerheid wordt geschonden en dat hij wel gestraft moet worden met terugwerkende
kracht. Puttfarken beroept zich immers op een destijds geldend recht en dat wordt
opzijgeschoven, maar in ieder geval is de rechter daar open en eerlijk over.
Belangrijk voor- en nadeel positivisme
Voordeel: rechtszekerheid, helderheid en duidelijkheid
Nadeel: recht is soms onrechtvaardig en wat ode je dan? Zie bijvoorbeeld de tweede variant
van het rechtspositivisme.
, B. Kenmerken natuurrecht
- Belangrijkste vraag: wat is rechtvaardig recht?
- ‘Het positieve recht is in principe onvolledig gerealiseerde rechtvaardigheid’ recht
moet zoveel mogelijk synoniem zijn met gerechtigheid
- Het positieve recht moet voldoen aan beginselen van rechtvaardigheid
- Vormelijke kenmerken zijn belangrijk om te bepalen wat recht is, maar inhoudelijke
kenmerken evenzeer
- Recht en moraal zijn wel onlosmakelijk met elkaar verboden: heel erg slecht recht is
geen geldend recht.
De tweede variant van het rechtspositivisme schuift natuurlijk al meer richting het
natuurrecht. We kunnen ook van mening zijn dat Puttfarken gestraft moet worden, omdat de
rechtsregel waarmee hij handelde in strijd is met hogere regels. Dan ben je een
natuurrechtdenker. Het positieve recht waar hij een beroep op deed leek een recht, maar
dan is dat het niet. Als je zo’n definitie hanteert, dan kijk je niet alleen of de wet op de
juiste manier tot stand is gekomen, maar je kijkt ook of het recht in overeenstemming
is met de principes van gerechtigheid die overal en altijd gelden. Bij een
natuurrechtelijke benadering van het recht, lijkt de tweede variant van het rechtspositivisme
niet op te gaan. Puttfarken kan met terugwerkende kracht niet worden gestraft, want het
recht waar hij zich zogezegd op beroept is dan geen recht. Dat is het standpunt van de
natuurrechtdenkers.
Belangrijkste voor- en nadelen natuurrechtsdenkers
Voordeel: kritische toetsing van het gepositiveerde recht
Nadeel: nogal vaag (wat is rechtvaardiging?), wanneer is slecht recht niet meer geldig? Wat
als recht ene klein beetje slecht is, loop je dan niet je risico dat je rechtssysteem in elkaar
loopt, want iedereen heeft een andere mening? Is het niet erg dat Puttfarken dan eigenlijk
niet strafbaar wordt gesteld?
C. Kenmerken interactionisme
- Belangrijkste vraag: wat is rechtvaardiging in de omstandigheden van het geval?
- Recht is een activiteit, en rechtsregels krijgen betekenis in het sociale verkeer ‘Recht
is wat de rechtsgenoten in een bepaalde situatie in het licht van bestaande regels als
recht ervaren’.
- Rechtsregels zijn geen absolute normen, maar richtlijnen voor gedrag die ingevuld
moeten worden.
- De omstandigheden van het geval zijn uitermate belangrijk voor de invulling van de regel
niet alleen toepassing van verschillende regels en beginselen, maar ook afweging ten
opzichte van elkaar welk recht is nodig om conflicten in de maatschappij hanteerbaar
te maken?
Bij deze benadering van het recht wordt gekeken naar alle omstandigheden van het geval.
Stel iemand handelde vanuit het Naziregime, maar niet als justitieambtenaar. Stel hij had ook
een gezin en kinderen, dan had hij ook opgepakt kunnen worden indien hij Göttig niet had
aangegeven, met alle gevolgen van dien. De interactionist zou zulke omstandigheden ook
laten meewegen. Rechtsregels krijgen volgens de internationist pas echt regels in het sociale
verkeer.
Belangrijkste voor- en nadeel interactionisme
Voordeel: flexibel en toegespitst op omstandigheden van het geval
Nadeel: een zekere vaagheid, wat zijn de juiste omstandigheden van het geval? Hoe wegen
we die?
Belangrijk verschil tussen natuurrecht en interactionisme