Hoofdstuk 1: terrein van de ontwikkelingspsychologie
Biopsychologie: nadruk op lichamelijke, biologische processen
Sociale psychologie: richt zich op de mens als groepslid
Klinische psychologie: kijkt naar afwijkend gedrag
Ontwikkelingspsychologie blikt terug. Het is een aaneenschakeling van veranderingen > het
ontwikkelingsproces.
Ontwikkelen: het doorlopen van een reeks toestanden. Niet bij elke vorm van ontwikkeling is het
begin en het eindpunt bekend.
Je kan ontwikkeling vergelijken met begrippen die verwant zijn:
Verandering en vooruitgang > om van de ene toestand in de andere toestand te komen is
verandering noodzakelijk.
Rijping, groei en differentiatie > zijn uit de biologie afkomstig, het gaat om processen die
kenmerkend zijn voor de soort.
o Rijping beschrijft vooruitgang op twee niveaus:
Van klein naar groot (groei)
Eenvoudig naar complex (differentiatie)
Leren > verwijst naar het verwerven van kennis en vaardigheden op basis van ervaring.
In het kort: Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere
niveaus van differentiatie en functioneren leiden.
De twee ontwikkelingsmechanisme zijn:
Rijping (nature)
Leren (nurture)
Hieronder is het in een schema weergegeven:
Groei
Van klein naar groot
Rijping
“Nature” Differentiatie
Van eenvoudig naar
complex
Ontwikkeling door:
Verwerven van
Leren kennis en
“Nurture” vaardigheden door
ervaringen
Twee fundamentele kwesties:
Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijdens hun ontwikkeling?
(beschrijven)
Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene toestand naar de
volgende? (verklaren)
,Longitudinale onderzoek: onderzoek waarin men de meetresultaten op verschillende tijdstippen met
elkaar vergelijkt.
Gehechtheid: De duurzame affectieve band tussen twee individuen
Fasen:
Babyperiode (0-12 maanden)
o Het ontstaan van de eerste gehechtheidsrelatie
o Groei en ontwikkelingstempo is hoog
o Vorderingen op motorisch gebied.
Peuterperiode (1-4 jaar)
o Spraakontwikkeling (toenemen sociale en communicatie vaardigheden)
o Kinderen worden meer autonoom
o Egocentrisme (denken en handelen sterk vanuit eigen belevingswereld)
Kleuterperiode (4-6 jaar)
o Iets meer op andere kinderen gericht
o Rijke fantasie
Schoolperiode (6-12 jaar)
o Cognitieve ontwikkeling staat centraal
o Sociale contacten verbreden zich
Adolescentie (12-18 jaar)
o Puberteit (periode van geslachtsrijping)
o identiteitsontwikkeling
Volwassenheid (18+)
Wetenschappers uit het verleden die zich voor kinderen gingen interesseren?
De verlichte filosofen Locke en Rousseau
o Locke (1632-1704)
Tabula rasa principe
Een kind is een onbeschreven blad
Geen erfelijke bagage
Ervaring bepaalt levensloop
Ouders moeten zorgen voor een strikte opvoeding, dan volgt
optimale zelfdiscipline en vorming van geest.
Nurture
o Rousseau (1712-1778)
Gevoel is belangrijk
Mens is van nature goed
Onbedorven kind met zijn nieuwsgierigheid en energie heeft slechts ruimte,
respect en stimulans nodig!
Geen beperking of correctie van opvoeder of leermeester!
Nature
Darwin (1809-1882)
o Niet objectief
o Evolutietheorie en ‘survival of the fittest’
Freud
o Tot jaren 60 vorige eeuw zijn psychoanalytische theorie invloedrijk.
o Es, Ich en Uber-ich
o Psychoseksuele stadia:
Orale fase (0-1)
Anale fase (1-3)
Genitale fase (12 en ouder)
, o ‘levenservaringen die in de vroege kinderjaren zijn opgedaan hebben grote invloed
op het gedrag en de persoonlijkheid van de volwassene.’
e
19 eeuw: babybiografieën , deze waren vooral beschrijvend.
Correlatie: manier waarop iets samenhangt met iets anders.
Operationaliseren: de eigenschap wordt zodanig vertaald dat er meetbare gegevens aan gekoppeld
kunnen worden.
Resultaten van een onderzoek / de meting van een eigenschap moet betrouwbaar en valide (geldig)
zijn, dus op elk moment moet er hetzelfde resultaat uit komen.
Methodes om gegevens over kinderen te verzamelen:
Observatie
Interview en vragenlijst
o Open interview: vraagtechniek waarbij de vragen deels geleid worden door de
gegeven antwoorden.
o Gesloten interview: een vaste reeks vragen die bij verschillende kinderen in dezelfde
volgorde worden gesteld. Dit heeft een vaste structuur.
o Vragenlijst: vaste hoeveelheid vragen en beperkt aantal antwoordmogelijkheden.
Kan zowel mondeling als schriftelijk worden afgenomen.
o Nadelen van ondervragingen / eisen
Kind moet voldoende taalvaardigheid hebben
Vragen moet zorgvuldig geformuleerd worden en op de belevingswereld een
taalkennis van de betreffende leeftijdsgroep afgestemd zijn.
De verhouding is ongelijk, doordat kinderen voor volwassene geïnterviewd
worden, dit kan de antwoorden beïnvloeden.
Jonge kinderen denken dat er maar één antwoord mogelijk is.
Ze zijn gewend de antwoorden de geven die de volwassene graag wil horen.
Objectiviteit: op de feiten gericht.
Cohorteffect: een generatieverschil tussen de twee groepen die meedoen aan het onderzoek.
Cohort: een groep mensen met hetzelfde geboortejaar.
Onderzoeksmethode:
Dwarsdoorsnedeonderzoek
o Op één tijdstip worden de meetresultaten van verschillende leeftijdsgroepen
vergeleken.
Voordeel: snel en goedkoop
Nadeel: bij groot leeftijdsverschil verwarring; ontwikkelings- en cohorteffect;
geen individuele ontwikkeling de traceren.
Longitudinaal onderzoek
o Op meerdere tijdstippen wordt één groep kinderen met zichzelf vergeleken. Dus
bijvoorbeeld een meting van 4-jarigen na 2 jaar op dezelfde kinderen herhalen.
Voordeel: geen verwarring ontwikkelings- en cohorteffect; individuele
ontwikkeling zichtbaar.
Nadeel: langdurig en duur, uitval proefpersonen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Karbonkel95. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.