Samenvatting Beveiliging
Blok De beveiliger en zijn werk
Hoofdstuk I
Beveiligen is een verzamelnaam voor alle beveiligingsmaatregelen waaruit een onderneming kiest
om zich te beschermen tegen schadelijke invloeden die van binnenuit of van buitenaf komen.
Bewaken is een van de vormen waarmee beveiligd kan worden. Bewaken is een persoon of een (deel
van een) object voortdurend in de gaten houden.
Er is sprake van veiligheid als preventieve maatregelen zijn genomen om ongewenste situaties te
voorkomen en als mogelijke oorzaken die ongewenste situaties kunnen veroorzaken, afwezig zijn.
Publieke ruimtes zijn ruimtes die voor iedereen toegankelijk zijn, zoals straten, trottoirs en pleinen.
Private ruimtes zijn alle niet-openbare ruimtes, zoals bedrijfsgebouwen, winkels en private
terreinen.
Meeste beveiligingswerk van particuliere beveiligingsorganisaties wordt uitgevoerd in private
ruimtes.
Basisvaardigheden van een beveiliger:
1. Preventieve vaardigheden
2. Signaleren
3. Alarmeren
4. Repressieve vaardigheden
Ook het verlenen van diensten (klantvriendelijke handelingen)
Hoofdstuk II
Beroepshouding:
1. Dienstverlenende en hulpvaardige houding
2. Klantgerichtheid
3. Algemeen aanvaardbare beleefdheidsvormen
4. Discreet (rekening houden met de privacy van anderen)
5. Enz.
Hoofdstuk III
Waarnemen betekent dat je met behulp van een of meer zintuigen iets in je opneemt. Je verzamelt
informatie door te kijken, te luisteren, te ruiken, te voelen en te proeven.
,Selectief waarnemen
Observeren is een gerichte manier van waarnemen. Daarvoor moet je beveiligingsbewustzijn
ontwikkelen. Alert zijn op situaties die schadelijk zijn of gevaarlijk kunnen zijn.
Observatie moet zo objectief mogelijk zijn: houden aan feiten, zakelijk observeren en je niet laten
beinvloeden door eigen gevoelens en vooroordelen. En observatie moet nauwkeurig zijn: denk aan 7
W-vragen. Moet ook onopvallend gebeuren en je moet de situatie, de omgeving en de mensen
daarin betrekken.
Hoofdstuk IV
Security awareness:
Denk aan goed waarnemen en observeren, sleur tegengaan, denk aan preventie van inbraak, diefstal
cleandeskcontrole, brandgevaarlijke situaties, ongezonde/onveilige situaties en terrorisme.
Hoofdstuk V
Diensten verlenen zijn klantvriendelijke handelingen met als doel de goede gang van zaken in een
object of in een onderneming te verzekeren of te verbeteren.
Directe en indirecte diensten:
Directe diensten zijn diensten die voortkomen uit een beveiligingstaak: grens is niet altijd duidelijk.
Bv. Bezoeker brengen naar de ruimte waar hij een afspraak heeft.
Bij diensten die niets met beveiligen te maken hebben, spreken we over indirecte dienstverlening.
Bv. Contact opnemen met een garage bij een pechgeval. Bedienen van een telefooncentrale enz.
Beveiligingstaken gaan voor dienstverlenende taken. Uitzondering: eerste hulp gaat altijd voor.
Hoofdstuk VI
Een object is een gebouw of een aantal gebouwen die bij elkaar horen, en de terreinen die daarbij
horen.
Drie soorten objecten: open, halfbesloten en besloten.
Open: zonder voorwaarden voor iedereen vrij toegankelijk: winkel
Halfbesloten: onder bepaalde voorwaarden toegankelijk: Bioscoop, zwembad. Entree kopen
Besloten: alleen toegankelijk voor eigen personeel en toegelaten personeel van derden, leveranciers
en bezoekers. Je mag er niet zomaar komen en je kunt er ook geen entreekaartje voor kopen: school,
gevangenis etc.
Uitzonderingen: mengvormen: station, gemeentehuis, ziekenhuis (en besloten en open)
, Soms open, soms besloten (open dagen van scholen, winkeltijden)
Bij besloten objecten vaker meer aandacht aan toegangscontrole. Snelle doorgang wel belangrijk.
Afhankelijk van risico.
Hoofdstuk VII
Interne (van binnen het object komend): diefstal van eigen personeel, brand door kortsluiting en
externe (van buitenaf) schadelijke invloeden: stormschade en diefstal bij inbraak.
Natuurlijke, technische en menselijke invloeden
Menselijke invloeden: opzettelijk en niet opzettelijk
Vier vormen van beveiliging:
1. Materiele beveiliging
2. Manbeveiliging
3. Personele beveiliging
4. Animale beveiliging
Hoofdstuk VIII
Om de schadelijke invloeden in kaart te brengen (identificeren, analyseren en beoordelen), moet een
risicoanalyse worden gemaakt. Dit is een gestructureerde manier om uit te zoeken welke schadelijke
invloeden er kunnen zijn en om de risico’s te kunnen beoordelen (risicoscan).
Dan kun je een keuze maken uit de mogelijkheden om te beveiligen. Je maakt dan een
beveiligingsplan.
Risicomanagement:
1. Risicoanalyse 5r
2. Beveiligingsplan
3. Implementeren (uitvoeren)
4. Evalueren (hoe ging het)
Identificeren, analyseren en beoordelen van schadelijke invloeden
Identificeren:
Soort, ligging, overzichtelijkheid, hoogte, leeftijd, gewone bedrijfsactiviteiten, bijzondere
bedrijfsactiviteiten, vervangbaarheid van goederen en informatie, gevoeligheid voor spionage,
terrorisme of diefstal, politieke situatie en schadecategorieen.
Drie schadecategorieen:
Categorie I n(vitaal, belangrijkst belang) bv. computerruimte, II (zeer groot belang) bv. Magazijn en III
(geen belang voor het functioneren van het object bv. Kantine.
Na de risicoanalyse een beveiligingsplan: welke maatregelen?
Materiele beveiliging, manbeveiliging, personele beveiliging en animale beveiliging.