Week 1. De onderhoudsfase van lymfoedeem
Onderhoudsfase
- Na 3 maanden een TEK dragen is er een goede daling zichtbaar.
- IPC alleen op strikte indicatie bij onmogelijkheid van mobilisatie of bewegen.
- Krachttraining/oefeningen: 150 minuten per week (Nederlandse norm)
- bewegings- en ademhalingsoefeningen; oefeningen voor kuitspierpompfunctie en
oefentherapie bestaande uit mobiliserende oefeningen, krachttraining en conditie.
- Zelfmassage: mobiliseren weefsel/fascie release technieken.
- Zelf huidzorg toepassen: een infectie (erysipelas) kan lymfoedeem veroorzaken/verergeren.
- Voorkomen (kleine) verwondingen, goede hygiëne
- Been: niet zonder schoenen naar buiten, opletten met scheren.
- Arm: opletten met bloed prikken, scheren, muggenbeten, geen strakke BH’s
- Voorlichting: opletten met extreme kou en hitte.
- Bewustwording: timing is belangrijk, informatie geven over risicofactoren, preventie,
leefstijladviezen en voorlichting op maat door (zelfmanagement)cursussen.
- Gewichtscontrole/afvallen: het behouden van normaal gewicht + voorkomen gewichtstoename.
BMI >30: aanbevolen wordt om minimaal 300 minuten per week matig/intensief bewegen.
Soms weer terug naar initiële fase.
Het voorkomen van progressie van oedeem
Het behouden van verkregen verbeteringen
Het verminderen van de impact op het algeheel menselijk functioneren van de patiënt
Preventie en zelfmanagement is essentieel bij een chronische ziekte. De patient als manager!
-> Veranderingen bij pt: vergroten kennis en vaardigheden, vergroten zelfvertrouwen en
veranderen van gedrag. Dat zorgt voor een betere zorguitkomst; de pt als manager.
-> Iemand kent z’n eigen lichaam het beste, patient moet eigen therapeut worden.
Compressie geeft druk op de huid, waardoor de diameter van de venen vermindert en daardoor de
hoeveelheid veneus bloed afneemt en de snelheid van de veneuze doorstroom versnelt. Daarnaast
neemt de interstitiële druk toe, waardoor oedeem geabsorbeerd wordt en de capillaire filtratie
verlaagt.
Bewegingen:
Spierversterkend: krachtoefeningen, fietsen, zwemmen, hardlopen, voetbal, tennis, fitness.
Botversterkend: wandelen, dansen, springen, traplopen, hardlopen.
Balans: yoga, tai-chi, etc.
,3 karakteristieken van een TEK
Stiffness / elasticiteitcoëfficiënt of slope
= (stijfheid) geeft aan hoeveel de druk van de kous zal toenemen bij het op rek brengen van de kous.
- Als er oedeem ontstaat onder een kous zal de omvang toenemen en zal de kous uitgerekt worden.
- Wordt in NL vaak buiten beschouwing gelaten, maar het is wel een belangrijk aanvullend kenmerk.
- De druktoename die ontstaat als het ledemaat in 1 cm in omvang toeneemt.
- Onafhankelijk van drukklasse.
- Het is bepalend voor het oedeem preventieve effect van de kous.
- Een stijve kous is meer geschikt om toename van oedeem te voorkomen.
- Hoge stiffness betekent ook moeilijker aan- en uittrekken.
- Het bepaalt samen met spierbeweging de mate van pompwerking en wordt daarom wel met
’massage effect‘ van compressie genoemd (dynamische stiffness index).
1. Statische stiffness (SSI): drukverschil tussen staan en liggen, wordt gedurende de dag minder.
2. Dynamische stiffness: drukverschil met ambulante beweging.
-> druk onder de kous neemt af gedurende de dag. Dynamische druk blijft constant. De
afname aan druk wordt gecompenseerd door een goede DSI.
-> Zijn beiden onafhankelijk van de drukklasse en type breiwerk. De DSI is sterk
gecollereerd met de statische index, maar is vele malen hoger. De statische is
makkelijker te bepalen, maar zegt niks over DSI.
Elasticiteit
= na het uitrekken van het materiaal, weer terugkomen in oorspronkelijke vorm. Denken aan een
elastiekje om de pols; het geeft altijd druk.
-Een van de belangrijkste eigenschappen van rubber is elasticiteit
-Dit is de capaciteit van materiaal om na uitrekken weer terug te keren naar de oorspronkelijke vorm
-Dankzij de elasticiteit kan TEK druk uitoefenen op het been: ofwel de ‘interface pressure’ (mmHg).
Hysteresis
= stroperigheid van de kous; het bepaalt hoe erg het de omvang verandering kan volgen tijdens het
bewegen. De wrijving in de draadjes.
-Materiaal eigenschap die tot stand komt door wrijving in het breiwerk van een kous
-Deze eigenschap bepaalt in hoeverre een therapeutisch elastische kous de omvangsveranderingen
van een been tijdens beweging kan volgen
! Ze worden allemaal geclassificeerd op de druk die ze uitoefenen op de B-maat (smalste deel van de
enkel).
,Rondbrei en vlakbrei
-> Opgemerkt moet worden dat de druk indicaties van een kous NIETS zeggen over de effectieve druk
om de huid maar afhankelijk zijn van de opgegeven circumferentie op verschillende meetlocaties.
Vlakgebreid Rondgebreid
- Naad - Geen naad
- Goede pasvorm en drukverdeling - Kans is groter op insnoering
- Makkelijk aan te trekken - Moeilijker aan te trekken
- Minder fraai uiterlijk - Neutraal uiterlijk, dunner
- Lange levensduur - Kortere levensduur
Rondbrei
-> De vorm van de kous wordt bereikt door de elastische inlegdraad van tevoren meer of minder uit
te rekken en zo in de breimachine in te voeren.
- De vorm door het strakker of losser trekken van de draad.
- Lengterek
- In de lengte wordt een kunstrubberen draad gebruikt
- Van buiten glad en van binnen ruw.
- Veel dunner en fijner van samenstelling.
- Toepassing: - Geïndiceerd bij veneuze pathologie, zelden bij lymfoedeem
- Als de kousen niet altijd gedragen hoeven te worden
- Als cosmetisch zwaarder weegt dan medisch
- Als blijvend crèmes en zalven gebruikt moeten worden
Voordelen rondbreikous: Nadelen rondbreikous:
– Vrij neutraal uiterlijk – In beperkt aantal uitvoeringen leverbaar
– Beter bestand tegen crèmes, zalven en – Moeilijk aan te trekken
zonlicht. – Vooral in de zomer erg warm
– Kwetsbaar
– Korte levensduur.
Vlakbrei (voorkeur)
-> Er wordt een lap gebreid. Van deze lap kan, dichtgenaaid, een mouw of een voor- of achterpand
van bijvoorbeeld een trui gemaakt worden. Vlak-rondgebreid is bv. handschoen met vingers.
- Er wordt van een spanningsloze – niet tevoren uitgerekte – rubberdraad uitgegaan, waardoor
de drukdosering nauwkeuriger kan zijn.
- In de lengte ook een elastische draad om lengteveranderingen op te vangen.
- Ze hebben altijd een naad omdat ze dicht worden genaaid.
- Betere pasvorm en drukverdeling + minder kans op insnoeringen
- Toepassing: – Indien een exacte, optimale drukdosering vereist is
– Bij grote omvangverschillen langs het been of de arm
– Bij bijzondere uitvoeringen, zoals tenen, vingers, schuine voeten en bochten
, – Als de kousen altijd moeten worden gedragen; door het gebruik van katoen hebben
vlakbreikousen een normaal vocht- en warmtetransport;
– Als er aantrekproblemen zijn. De vlakbreikousen zijn gladder en het smalle deel
boven de enkel is niet door voorspanning verkregen. Dit komt ook de
levensduur van de kous ten goede.
Voordelen vlakbreikous: Nadelen vlakbreikous:
– Optimale drukverdeling – Geen fraai uiterlijk
– In alle uitvoeringen leverbaar – Gevoelig voor de meeste crèmes en zalven.
– Normaal vocht- en warmtetransport
– Makkelijk aan te trekken
– Lange levensduur.
Drukklassen
-> Bij lymfoedeem van de benen worden kousen in de klasse III en IV gebruikt; bij lymfoedeem van
de armen kousen in de klasse II en III.
- Gemeten in millimeter Kwik druk
Klasse 1: (mild) 15-21 mm HG
- Valt buiten het systeem van vergoedingen
- Gezien als confectiekousen
- Indicaties: – Profylaxe van trombose
– Lichte varices
– Orthostatische hypotensie.
Klasse 2: (gemiddeld) 23-32 mm HG
- Maatwerk en confectiekous
- Indicaties: – Veneuze insufficiëntie met een lichte neiging tot oedeem
– Na sclerosering en/of operatie van varices;
– Chronisch veneuze insufficiëntie graad C1 en C2
– Lymfoedeem van de arm stadium A1 en A2
Klasse 3: (sterk) 34-48 mm HG
- Maatwerk en confectiekous
- Effect op oppervlakkig en diep systeem
- Indicaties: – Uitgebreide varicosis met oedeem
– Chronisch veneuze insufficiëntie graad C3 tot en met C6;
– Gering posttrombotisch syndroom
– Lymfoedeem van het been stadium A1 en A2
– Lymfoedeem van de arm stadium A2
Klasse 4: (extra sterk) 49+ mm HG
- Uitsluitend maatwerk