Samenvatting
Qualitative Research in Business & Management (Michael D. Myers)
en Kwalitatief onderzoek in organisaties (I. Bleijenberg)
Myers hoofdstukken 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 17, 18
Bleijenberg hoofdstukken 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Bleijenberg H1 Kwalitatief onderzoek in organisaties
Analytische generalisatie: kwalitatief onderzoek. Algemene uitspraken doen over de samenhang en
patronen tussen een groot aantal variabelen. Je kunt weinig zeggen over de sterkte van de relatie.
Groot aantal causale relaties, klein aantal waarnemingseenheden. Geen details.
Statistische generalisatie: kwantitatief onderzoek. Precieze uitspraken doen over de relatie en de
sterkte daarvan tussen een beperkt aantal variabelen.
Klein aantal relaties, groot aantal waarnemingseenheden.
➢ Vooronderzoek met kwalitatief onderzoek, toetsen met kwantitatief onderzoek
Doelstelling: welke bijdrage het onderzoek beoogt te leveren. Geeft sturing en richting. Verbinding
tussen intern en extern doel.
- Extern doel= theoretische of praktische bijdrage
- Intern doel= door middel van welke kennis je die bijdrage gaat leveren: basis voor vraagstelling
- Theoretische doelstelling: leveren van een bijdrage aan theorieën.
- Praktische doelstelling: beschrijven, verklaren, evalueren of veranderen van de situatie in een
concrete organisatie. Bijdragen aan kennis, mogelijkheden aanreiken.
Vraagstelling: welke kennis is nodig voor het leveren van een bijdrage?
Theoriegericht onderzoek
Empirische cyclus.
- Hypothesen (theorie)
- Toetsen (operationaliseren)
- Waarnemen (empirie)
- Theorievorming (abstraheren)
Deductief onderzoek: toetsend. Vanuit bestaande theorie naar toetsen/ontkrachten van theorie
door waarnemingen
Inductief onderzoek: theorie vormen/bouwen. Vanuit empirische waarnemingen naar algemene
uitspraken (hypothesen)
Abductief onderzoek: mengvorm. Vanuit theoretische basis beginnen. De precieze verklaring past
nog niet. Je parkeert dit. Systematisch onderzoek doen en de theorie aanscherpen of integreren.
Kwalitatief onderzoek is geschikter voor falsificeren dan voor bevestigen van een theorie.
Kwalitatief onderzoek is geschikt voor theorievorming (exploreren).
Kwalitatief onderzoek heeft geen hypotheses (dat is toetsend), maar assumpties (globaler).
,Building block procedure: door een verklaring te leveren voor een verschijnsel binnen een beperkt
domein kan daaruit in een latere fase een meer algemene theorie worden afgeleid.
Voorbeeld: casestudies uit diverse multinationals vergelijken en patronen herkennen.
Methode van overeenstemming: verschillende actoren met dezelfde sociale verschijnselen.
Methode van verschil: overeenkomende actoren met andere sociale verschijnselen.
➢ Vergelijkend casestudyonderzoek voor theorieontwikkeling
Praktijkgericht onderzoek
Praktijkgericht onderzoek is bij voorkeur deductief (behoefte aan solide basis)
Interventiecyclus: Diagnose > Ontwerp > Interventie > Evaluatie. Theorie ondersteunt de cyclus.
Oplossen van problemen van opdrachtgevers door middel van het genereren van kennis (beperkte
bijdrage theorie)
- Probleemanalyse: voor wie is het een probleem?
- Analyse van oorzaken (diagnosegericht onderzoek)
- Ex-ante-evaluatie: ontwerp van mogelijke oplossingen voor de interventie (ontwerpgericht
onderzoek)
- Interventie (verandergericht onderzoek)
- Ex-post-evaluatie: veranderingen evalueren (evaluatieonderzoek)
➢ Dus vijf soorten onderzoek
Een goede vraagstelling:
- Sturend
- Efficiënt: het beantwoorden van de onderzoeksvraag moet voldoende kennis opleveren om
de doelstelling te bereiken. Niet meer dan dat!
- Beginnen met hoe, wat, welke of waarom
- Aansluiten op doelstelling
- Onderzoekseenheid noemen
- Eigenschappen die onderzocht worden
- Soort kennisniveaus
1. Beschrijvend: wat is…
2. Verklarend: waarom… welke factoren
3. Voorspellend: wat zijn de verwachte gevolgen van…
4. Evaluatief: wat is de kwaliteit van…
5. Voorschrijvend: welke maatregelen vergroten…
➢ Opbouwende volgorde
Goede deelvragen:
- Sturend
- Dekken alle aspecten en niet meer
Methoden voor opstellen deelvragen:
1. Vragen van een lager kennisniveau dan de vraagstelling
Bijvoorbeeld: verklarende vraagstelling behoeft beschrijvende deelvragen
2. Uiteenrafeling begrippen met hetzelfde kennissoort
d.m.v. boomstructuur > indicatoren
, Myers H3 Research design
Research design: road map, betrokkenen overtuigen
Model of qualitative research design: filosofische assumpties. Drie stromingen:
- Positivism
- Interpretive perspectives
- Critical perspectives
Methodes (strategy or enquiry):
- actietheorie
- case study theorie
- etnografie
- grounded theory
Kwalitatieve data analyse:
- hermeneutics: interpreteren van teksten
- semiotics: analyseren van symbolen en signalen
- narrative analysis: een verhaal
Onderzoeksvoorstel
- titel
- abstract
- introductie: doel en motivatie
- literatuur review: kennis van relevante literatuur, kritische en analytische blik
- onderwerp
- theoretisch kader
- onderzoeksmethode
- kwalitatieve data-analyse benadering
- tijdlijn tot voltooiing
- literatuurlijst
Praktijkgericht onderzoek
Myers H6 Action research
Oplossen van huidige praktische problemen en wetenschappelijke kennis uitbreiden.
Evalueren: Bijdrage aan zowel praktijk als theorie
Veranderingen creëren en proces bestuderen (iteratief).
Intervenieren en effecten onderzoeken.
‘action research aims to contribute both the practical concerns of people in an immediate problematic
situation and to the goal of social science by joint collaboration within a mutually acceptable ethical
framework’.
- Diagnostic stage: analysis of the social situation by the researcher and subject
- Therapeutic stage: verandering introduceren en effecten bestuderen
Eisen voor action research:
- Purpose and value choice: wetenschappelijk + oplossen
- Contextual focus