Strafrecht en rechtsstaat
WG 1: de rol van het strafrecht binnen de democratische rechtsstaat
>>>> Vragen/stellingen: Rule of law
Wat is het verschil tussen een dunne en een dikke definitie (“a twitch and a wink”) van het concept
rechtsstaat?
Meierhenrich maakt onderscheid tussen een dunne (formele) definitie en een dikke (substantiële)
definitie van het concept rechtstaat. De dunne definitie van rechtstaat ziet op het bestaan van regels
en op de vereisten waaraan de regels moeten voldoen. De dikke definitie van rechtstaat ziet daarnaast
ook op het effect van regels in de samenleving in het kader waarvan onderzocht wordt of de regel leidt
tot rechtvaardigheid. De dikke definitie van rechtstaat stelt dus meer eisen aan het concept rechtstaat
dan de dunne definitie, omdat eerstgenoemde definitie niet alleen het bestaan van regels vereist,
maar ook het effect van de regels is van belang.
Het onderscheid tussen een dunne (formele) definitie en een dikke (substantiële) definitie van het
concept rechtstaat koppelt Meierhenrich aan de analogie van “a twitch and a wink”, omdat ook in dat
kader onderscheid kan worden gemaakt tussen knipperen en knipogen. Het knipperen van ogen is
makkelijk waarneembaar en kan worden gelijkgesteld met de dunne definitie, maar dit dient wel
onderscheiden te worden van het knipogen en dat kan gelijk worden gesteld met de dikke definitie.
‘Rule of law’ of ‘rule by law’? Reflecteer op deze stelling: wat wordt hiermee bedoeld?
Meierhenrich stelt dat het idee van de rechtstaat (rule of law) is dat je wordt geregeerd door het recht.
Rule by law betekent dat het recht misbruikt wordt (door een leider) om bepaalde doelen te bereiken.
Wat is de ‘dual state’?
Een duale staat is, naast de competitieve staat en de electorale staat, een type hybride autoritair
regime. Binnen de duale staat kan onderscheid worden gemaakt tussen een normatieve staat en een
prerogatieve staat, die naast elkaar bestaan en dus co-existeren. Meierhenrich noemt autoritair
legalisme als een voorwaarde voor en een kenmerk van een hybride autoritaire rechtstaat en daarmee
dus ook als voorwaarde voor en kenmerk van een duale staat.
Hangt Wirken nu een dunne of dikke versie aan van de rechtsstaat?
Wirken hangt een dikke versie aan van de rechtstaat, omdat hij niet alleen acht slaat op het bestaan
van regels, maar hij kijkt ook naar het effect van regels in de samenleving. Zo stelt hij onder andere dat
onderzocht moet worden welke regels het best gehanteerd dienen te worden om georganiseerde
criminaliteit aan te pakken.
>>>> Vragen/stellingen: De aard van georganiseerde criminaliteit
Wirken gaat in zijn tekst eerst in op de structuur van georganiseerde criminaliteit en geeft aan dat die
in de afgelopen decennia gewijzigd is. Waar doelt Wirken op?
Wirken beschrijft dat de structuur van en de manier waarop de georganiseerde misdaad is
georganiseerd gewijzigd is. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen vier typen organisatie binnen
de georganiseerde misdaad, namelijk: hiërarchieën, netwerken, markten en clans. Een hiërarchie
werkt op basis van regels gestuurd vanuit een centrale autoriteit, terwijl een netwerk opereert op basis
van vertrouwen tussen onafhankelijke entiteiten. Een markt daarentegen opereert op basis van
concurrentie, terwijl een clan opereert op basis van etnische en familiale loyaliteit. De hiërarchische
,organisatie van de georganiseerde criminaliteit overheerste lange tijd (bij bijvoorbeeld Pablo Escobar
en het Medellín-kartel), maar de afgelopen decennia is een verschuiving te zien naar minder
gecentraliseerde vormen van georganiseerde criminaliteit.
Wat is het verschil tussen paria en elite criminaliteit?
Wirken maakt onderscheid tussen paria en elite criminaliteit. In het kader van paria criminaliteit is
sprake van een structurele bereidheid om de confrontatie met de staat aan te gaan en om het
geweldsmonopolie van de staat over te nemen.
In het kader van elite criminaliteit is sprake van een aanhoudende collusie tussen de staat en de
georganiseerde criminaliteit, waarbij de elite criminaliteit juist baat heeft bij het bestaan van een goed
georganiseerde staat. Elite criminaliteit wordt gepleegd door criminelen die door of binnen de staat
werken en die de legitimiteit van de staat in twijfel trekken.
Wat is mano dura? Welke effecten ervan omschrijft Wirken?
Mano dura is een vorm van criminaliteitsbestrijding en kan gezien worden als een zero tolerance-beleid
ten aanzien van criminaliteit. Mano dura richt zich op repressief beleid tegen geweld en criminaliteit
(voornamelijk gepleegd door straatbendes), waarbij het voorkomen ervan en rehabilitatie van
veroordeelden daaraan ondergeschikt worden geacht. Het effect ervan is overvolle gevangenissen,
omdat criminelen op grote schaal worden gevangengezet. Het grootschalig arresteren en
gevangenzetten van bendeleden dient om het publiek te laten zien dat er iets wordt gedaan om de
onveiligheid tegen te gaan, maar het ontbreekt bij mano dura aan een langetermijnvisie of de
capaciteit om de arrestaties te verwerken.
Welke rol ziet Wirken weggelegd voor de internationale gemeenschap met betrekking tot de
bestrijding van georganiseerde criminaliteit?
Vanuit internationale schaal is het niet mogelijk om voor een andere staat te bepalen hoe daar de rule
of law moet worden opgebouwd en/of onderhouden.
Er is behoefte aan een nieuwe aanpak met betrekking tot de bestrijding van georganiseerde
criminaliteit. Hij constateert echter een gebrek aan een doeltreffende aanpak op internationaal
niveau, waardoor op het niveau van de nationale rechtsorde de georganiseerde criminaliteit bestreden
moet worden. Daarom dient de internationale gemeenschap pogingen te ondersteunen van staten om
de veiligheidssituatie te verbeteren.
, WG 2: rechtsstatelijke beginselen I – een eerlijk strafproces
>>>> Vragen/opdrachten:
1. Aan welke versie van de rechtsstaat (‘dikke’ of ‘dunne’) kan een eerlijk proces worden gelieerd en
waarom? Denk hier aan (en redeneer aan de hand van) een historisch voorbeeld zoals beschreven in
het artikel van Roetter. Voldeed het strafproces in NS-Duitsland in enig opzicht aan de eisen van een
eerlijk proces?
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de dikke (substantiële) en dunne (formele)
interpretatie van het begrip rechtstaat. In het kader van de dunne interpretatie wordt gekeken naar
het bestaan van regels, hoe de regels eruitzien en aan wat voor vereisten de regels moeten voldoen.
De regels zijn van tevoren bepaald en bekend voor het publiek. In het kader van de dikke interpretatie
wordt niet alleen gekeken naar het bestaan van regels, maar er wordt ook gekeken naar het effect van
deze regels. Er wordt gekeken naar de vraag of de regels leiden tot rechtvaardigheid, dus door de dikke
interpretatie worden meer eisen gesteld aan de rechtsstaat dan door de dunne interpretatie.
Het recht op een eerlijk proces houdt volgens art. 6 lid 1 EVRM in dat bij het bepalen van de
gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging, eenieder recht heeft op een eerlijke en
openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en
onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. Bovendien moet de uitspraak in beginsel in het openbaar
worden gewezen. Dit duidt op een dikke interpretatie van de rechtstaat, omdat niet alleen wordt
gekeken naar het bestaan van bepaalde instituties (rechtbanken in het kader van de rechtspraak),
maar die instituties moeten ook leiden tot rechtvaardigheid door een eerlijk proces te garanderen.
Een voorbeeld dat in dit kader aangehaald kan worden, is het strafproces in Nazi-Duitsland. Op basis
van geldende wetten werd rechtgesproken door rechters in strafzaken en er was dus wel sprake van
een strafproces, maar er kon niet gesproken worden van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM.
De rechters waren niet onafhankelijk en onpartijdig, aangezien zij lid waren van de NSDAP en trouw
moesten zweren aan Hitler voorafgaand aan elke strafzaak. Indien de rechters zich niet hielden aan
bepaalde instructies van het Ministerie van Justitie, werden zij ontslagen en dit leidde tot een zekere
afhankelijkheid van de rechters. Deze situatie toont aan dat hoewel er regels bestaan, die de
rechtspraak en de behandeling van strafzaken reguleren, nog niet gesproken hoeft te worden van een
rechtstaat, aangezien de uitwerking van die regels in de praktijk leidt tot onrechtvaardigheid.
2. Bespreek de drie uitspraken van het EHRM tegen Nederland. Wat heeft het Hof verklaard en wat is
er misgegaan met de waarborgen van een eerlijk proces? Doen deze uitspraken er twijfels over rijzen
dat Nederland een rechtsstaat is?
In EHRM M. gaat het over het recht op een eerlijk proces en het recht op bijstand van een raadsman
naar eigen keuze. M. (de verzoeker) is een voormalig medewerker van de AIVD en hij klaagde dat zijn
recht op een eerlijk proces is geschonden doordat de AIVD toegang tot het bewijs voor hem en de
rechter heeft beperkt, waardoor het hem onmogelijk werd gemaakt om zijn raadsman goed te kunnen
instrueren. Zijn communicatie met zijn raadsman werd beperkt. M. mocht bepaalde informatie niet
verschaffen aan zijn raadsman, waardoor het de verzoeker onmogelijk werd gemaakt met zijn
advocaat te communiceren en instructies te geven over het bewijs. Het EHRM oordeelt dat sprake is
van een schending van art. 6 lid 3 sub c EVRM. Het recht van een verdachte om met zijn wettelijke
vertegenwoordiger te communiceren, maakt namelijk deel uit van de basisvereisten voor een eerlijk
proces in een democratische samenleving. Indien een advocaat niet in staat zou zijn om met zijn cliënt