1. TRACTUS DIGESTIVUS – VAN MOND TOT MAAG
Inhoud
Hoorcolleges
➢ Inleiding MDL
➢ Anatomie van tractus digestivus 1: the next level
➢ Anatomie van tractus digestivus 2: the next level
➢ Vermagering (ischemie) (PD)
➢ Microscopische anatomie van de tractus digestivus 1
➢ Microscopische anatomie van de tractus digestivus 2
➢ Eetlust en verzadiging
➢ Anorexia nervosa (PD)
➢ Monogenetische obesitas (PD)
Zelfstudieopdrachten
➢ Anorexia nervosa
➢ Overgewicht en obesitas
➢ Droge mond: oorzaken en gevolgen
➢ Slikken, regeling en ontregeling
Vaardigheidsonderwijs
➢ Tractus digestivus: van mond tot maag
➢ Microscopische anatomie en pathologie van mond tot maag
Judith Bus – samenvatting week 1 blok C1 1
,HOORCOLLEGES
Inleiding MDL
• MDL aandoeningen komen frequent voor.
• 12-17% van de gezondheidszorg in NL betreft zorg voor aandoeningen van
de tractus digestivus, gerelateerd aan huisartsbezoek/ polikliniek bezoek/
ziekenhuis opnames/ medicatie kosten.
• Deze consumptie zal verder toenemen door veroudering van de populatie,
hogere prevalentie van MDL aandoeningen (IBD, oesofagus carcinoom),
nieuwe medicamenten (voor IBD, IBS, virale hepatitis), introductie van
kanker-screening programma’s (bijv. voor colonca) en endoscopische en
chirurgische ontwikkelingen.
MDL aandoeningen:
➢ Acute aandoeningen: maag / darm bloedingen, infecties, ulceratie,
ontsteking.
➢ Chronische aandoeningen: infectieus (virale hepatitis, HBP, clostridium,
whipple); inflammatoir (GERD, hepatitis, pancreatitis, IBD); functioneel
(motoriekstoornissen), (pre-)maligne (slokdarm – colon).
➢ Jonge patiënten: coeliakie, oesofagitis, achalasie, ulcus duodeni, ziekte van
Crohn, colitis ulcerosa, virale hepatitis, etc.
➢ Oudere patiënten: maligniteiten (slokdarm, maag, pancreas, colorectaal);
vasculaire aandoeningen (mesenteriaal ischemie); leveraandoeningen
(chronische hepatitis, cirrose, leverfalen); etc.
Het aantal MDL-artsen in Nederland is de afgelopen jaren gestegen, echter is er nog
steeds een tekort. Het is nu niet meer alleen een chirurgisch vak, maar ook
therapeutisch endoscopisch.
De meest frequente MDL aandoeningen in de eerste helft van de 20e eeuw:
Infectieziekten:
- helicobacter pylori (HBP): peptisch ulcus, maagbloeding en maagperforatie,
maagkanker
- infectieuze diarree: salmonella, shigella, yersinia, campylobacter
- virale hepatitis: A, B en C
- tuberculose tr. digestivus
Overig: appendicitis, galstenen, etc.
De meest frequente MDL aandoeningen nu:
Infectieziekten:
- HBP (peptische ulcus, maagbloeding)
- virale hepatitis: B en C
Medicatie-geïnduceerde MDL-aandoeningen:
- NSAIDs, protonpompremmers, antistollingsmiddelen
- antihypertensiva, chemotherapeutica, etc.
Chronische immuun-gemedieerde ontstekingsziekten:
- coeliakie, M. Crohn, colitis ulcerosa
- eosinofiele oesophagitis / gastritis, lymfocytaire colitis
Maligniteiten
MDL heeft een sterk multidisciplinair karakter: radiologie, chirurgie, pediatrie,
pathologie en immunologie zijn betrokken.
Judith Bus – samenvatting week 1 blok C1 2
,Anatomie van tractus digestivus 1: the next level
Mondholte
• De lippen (labium superius, inferius) zijn bedoeld om het voedsel in de
mond te houden.
• De tong (lingua) is een groot gespierd orgaan.
• Het gehemelte bestaat uit een voorste hard gedeelte (palatum durum) wat
langzaam overgaat in een achterste zacht gedeelte (palatum molle). Daar
liggen de keelbogen, eerst de arcus palatoglossus welke verbonden is met
de tong (extrinsieke tongspier) en daarachter de arcus palatopharyngeus
welke verbonden is met de pharynx (keelheffer spier).
• Achter in de keel kijk je in de oropharynx waar de uvula zichtbaar is, dit
kleine spiertje is samen met de keelbogen betrokken bij het afsluiten van de
mondholte.
Voedsel in de mond wordt gekauwd om het in mechanisch kleinere brokken te
verwerken; een groter oppervlak te creëren voor aanhechting van enzymen; en het
moet gemengd worden met speeksel en enzymen.
De mens kauwt per dag een uur, hiervoor zijn sterke spieren beschikbaar.
Kaakgewricht
• Het kaakgewricht maakt beweging van de onderkaak mogelijk, de
bovenkaak zit vast aan de schedel en beweegt dus niet. Het proc.
condylaris is het draaipunt van de onderkaak, dit is een palpeerbaar
knobbeltje wanneer je de kaak beweegt.
• Het proc. condylaris draait in de fossa mandibularis van de bovenkaak,
hierin zit vooraan een puntje, het tuberculum articularis. Wanneer de kaak
geopend is komt het proc. condylaris naar voren onder het tuberculum
articularis te liggen. Op dat moment hangt de kaak een beetje los wat als
voordeel beweeglijkheid heeft.
• Doordat de draai niet om een punt maar naar beneden is komt de kaak los
van de nek waardoor structuren in de nek (spieren, vaten) niet afgekneld
worden. Nadeel is dat er
makkelijk een kaakontwrichting
optreedt wanneer je een klap
op een open kaak geeft.
• Op de mandibula zit het proc.
coronoideus.
Judith Bus – samenvatting week 1 blok C1 3
, Kauwspieren
Er zijn vier kauwspieren (Deze werken samen bij het kauwen):
- m. pterygoideus lateralis
- m. pterygoideus medialis
- m. masseter
- m. temporalis
M. pterygoideus lateralis – protractie + depressie
• De m. pterygoideus lateralis loopt van het pterygoid op de binnenzijde van de
schedelbasis (buitenste pterygoid-plaatje) naar het proc. condylaris.
• Wanneer deze spier aanspant wordt de kaak naar voren (protractie)
getrokken richting het tuberculum articularis.
• Met behulp van de zwaartekracht en spiertjes aan het tongbeen kan de kaak
naar beneden getrokken worden.
M. temporalis en m. masseter – elevatie / dicht
• De m. temporalis is een grote spier die loopt van het os temporalis onder
de jukboog (arcus zygomaticus) door naar het proc. coronoideus.
• De m. masseter is een dikke spier die loopt van de mandibula naar de
arcus zygomaticus. De spier loopt lateraal van de m. temporalis.
• Beide spieren zorgen ervoor dat de kaak met kracht kan worden gesloten
en dat harde voedingsbestanddelen worden gekraakt.
M. pterygoideus medialis – malen (elevatie, protractie, retractie)
Judith Bus – samenvatting week 1 blok C1 4