LIPIDEN
Verzadigde en onverzadigde vetzuren hadden een algemene formule: C nH2n+1COOH. Het kon
verzadigd en onverzadigd zijn. Dit kon je zien aan de algemene formule en aan de naamgeving:
- ….aanzuur
- ….eenzuur
- ….dieenzuur
- ….trieenzuur
Bijvoorbeeld voraag wat is de formule van een dieenzuur met C3 C3H3COOH (want 4 H weg).
Dit schema ook kennen alleen bij afgeleide
hoef je alleen te weten wat eronder valt.
Enkelvoudige lipiden zijn een glycerol met een vetzuur te herkennen aan esterbinding. Bij wassen
zag je niet een alohol maar veel langer dan glycerol en veel langere vetzuren.
De samengestelde: (bij beide kon je als basis een glycerol of sphingosine)
- Fosfolipiden: Vetzuren en een fosfaatgroep
- Glycolipiden: vetzuren en een suikergroep
Sphingomyeline is dezelfde naam als fosfosphingosine alleen het bevind zich dan in de celmembraan
en wordt dan dus zo genoemd.
Bij de samengestelde moet je dus deze onderscheidingen kunnen maken:
- Fosfoglyceriden/fosfosphingolipiden
- Glycoglyceriden/glycosphingolipiden
DISSIMILATIE
- Stap 1: Glycolyse
Energy investment phase 2 ATP nodig om reactie op gang te brengen
Splitsing
Energy payoff phase 4 ATP vrij
2 atp maar omdat ze
tegen elkaar zijn weggestreept.
Glucose gaat erin dus en er blijft 2 pyrodruivenzuur over wat naar
de alcoholgisting of melkzuurgisting of citroenzuurcyclys en oxidatieve
fosfolyering gaat. (hangt dus van zuurstof af)
- Als het naar de citroenzuurcyclus gaat Hier is eerst
decarboxalyering en ontstaat er een NADH groep. In de cyclus
ontstaan nog eens 1 FADH groep, 3 NADH en een GTP (is zelfde als
ATP). 1 glucose gaf 2 pyroduivenzuur dus deze cyclyus 2 x doorlopen.
Uiteindelijk dus 8NADH, 2 FADH2 en 2 GTP.
- Na de citroenzuurcyclus gaan we naar de oxidatieve foforyelering. We hebben in totaal dus
van de glycolyse 2 ATP en 2 NADH. En van citroenzuurcyclys zie hierboven
, Hier kun je mee rekenen:
- 1 NADH levert 2,5 ATP
- 1 FADH2 levert 1,5 ATP
Voor glucolyse levert dit dus 7 ATP op MAAR om NADH om te zetten naar ATP kost dit 1 ATP per
NADH want moet vervoert worden naar mitochondriën. Dus bruto 7 en netto 5 ATP.
Voor de citroenzuurcyclys is dit: 2 + 3 + 20 = 25 ATP. Dit wordt al in mitochondriën gevormd en heeft
dus geen aftrek.
Als er geen zuurstof is, komt er gisting/fermentatie. Met 2 verschillende mogelijkheden, bij beide
wordt de NADH uit de glycolyse gebruikt en wordt NAD zodat we weer opnieuw de glycolyse in
kunnen. Hier wordt dus niet alle energie omgezet in ATP, maar het is wel snel. Zo krijg je dus snel
nieuwe energie:
- Alcoholgisting. 2 pyrodruivenzuur (2C3) dit wordt 2C2 met daarbij 2CO2
- Melkzuurgisting: Bijft gewoon 2C3
Je hoeft dus niet precies de cyclussen te kennen maar we wat eruit komt. Houd het boek bouwstenen
aan. Wat levert meeste energie? Kijk:
- 12.2 fysiologie
- Verbrandingswaarde
- Niet energieproductie bij verbruik 1L zuurstof kennen
Na de dissimilatie komt de assimilatie lichtreactie (licht en water nodig wat werd omgezet in
zuurstof ATP en NADPH) ATP en NADHP ging in donkerreactie met CO2 en werd omgezet tot
glucose, ADP en NADP+. De donkerreactie (calvincyclys) moest je 6x doorlopen om 1 glucose
molecuul te vormen.
Bruto netto reacties kennen!!!!!!!!
(thylakoidmembraan hierin zitten
lichtvangende complexen
elektronen hierin vangen licht en
kregen energie en gingen naar beneden en kregen daar weer energie en gingen weer naar beneden.
Waterstof van lumen naar stroma door concentratieverschi. Kijk college voor uitleg.
De donkerreactie hoef je stappen niet precies te kennen maar wel weten onder wat voor invloed de
reactie wel of niet kan plaatsvinden temperatuur? pH? kijk college en boek.
Dus wat komt erin en wat komt eruit.
ENZYMEN
De reactiesnelheid wordt beïnvloed door: soort stof, verdelingsgraad, concentratie, temperatuur en
(katalysator). De eerste 4 kunnen niet snel aangepast worden door onszelf binnen ons lichaam. Een
katalysator wel --.> biologische katalyator is enzym.
Het verlaagt de activeringsenergie. Het sleutel slot principe, de vorm was belangrijk om te kijken of
het enzym de binding aan. Daarnaast was ook de lading belangrijk, enzym en substraat beiden
positief elkaar afstoten. Wanneer ze allebei andere lading hebben zullen ze een binding maken.
Ook de polariteit is belangrijk, een polair enzym trekt een polair substraat aan, dus hier moet het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper margotdebruijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.