Een kwalitatief fenomenologisch onderzoek over
Patient empowerment bij
bewegen
Radboudumc
Instituut: IVS Instituut Verpleegkundige Studies aan de HAN University of applied sciences
Auteurs:
Opdrachtgever:
Email:
Docentbegeleider:
Email:
Examinator:
Projectnummer:
Datum:
,Inhoudsopgave
1. Inleiding.............................................................................................................................. 3
1.1. Achtergrond en probleemstelling..................................................................................3
1.2. Doelstelling van het onderzoek....................................................................................4
1.3. Methodische vraagstelling van het onderzoek.............................................................4
2. Theoretisch kader............................................................................................................... 4
2.1. Zoekstrategie...............................................................................................................4
2.1.1. Pubmed.................................................................................................................4
2.1.2. Sneeuwbalmethode...............................................................................................5
2.1.3. Evidence tabel.......................................................................................................5
2.2. Definiëring van de doel- en vraagstelling.....................................................................5
2.3. Context van het onderzoek..........................................................................................5
2.4. Theoretische achtergrond............................................................................................6
2.4.1. Bewegen tijdens een ziekenhuisopname...............................................................6
2.4.2. Patient empowerment............................................................................................6
2.4.3. Verbanden tussen begrippen in het theoretisch kader...........................................6
2.5. Relevantie van het kwaliteitsproject voor de beroepspraktijk.......................................7
2.6. Literatuur in het theoretisch kader................................................................................7
3. Methode............................................................................................................................. 7
3.1. Onderzoeksdesign.......................................................................................................7
3.2. Setting en onderzoeksgroep........................................................................................8
3.3. Deelnemersselectie......................................................................................................8
3.4. Procedure.................................................................................................................... 8
3.5. Pilot interviews.............................................................................................................9
3.6. Analyse........................................................................................................................ 9
3.7. Zorgvuldigheidseisen.................................................................................................10
4. Resultaten........................................................................................................................ 11
4.1. Karakteristieken......................................................................................................... 11
4.2. Resultaten.................................................................................................................. 11
5. Discussie.......................................................................................................................... 14
5.1. Literatuur en praktijk...................................................................................................14
5.2. Praktische toepasbaarheid.........................................................................................15
5.3. Kwaliteit en zorgvuldigheid.........................................................................................15
5.3.1. Sterktes van het onderzoek.................................................................................15
5.3.2. Beperkingen van het onderzoek..........................................................................16
5.4. Aanbeveling.............................................................................................................. 16
1
,6. Conclusie.......................................................................................................................... 16
Literatuurlijst......................................................................................................................... 18
Bijlage A. Synoniementabel..................................................................................................20
Bijlage B. Zoekstrategie........................................................................................................21
Bijlage C. Qari meetinstrument.............................................................................................26
Bijlage D. Resultaten sneeuwbalmethode............................................................................27
Bijlage E. Evidence tabel......................................................................................................29
Bijlage F. Relevante CanMEDSrollen...................................................................................46
Bijlage G. Verantwoording onderzoeksmethode...................................................................47
Bijlage H. Informatiebrief......................................................................................................48
Bijlage I. Informed consent...................................................................................................51
Bijlage J. Interviewguide.......................................................................................................52
Bijlage K. Geheimhoudingsverklaringen van de onderzoekers.............................................55
Bijlage L. Planning projectplan.............................................................................................56
2
, 1. Inleiding
1.1. Achtergrond en probleemstelling
Patiënten liggen tijdens een ziekenhuisopname het grootste gedeelte van de tijd in bed
(Mudge, McRae, & McHugh, 2016). Fysieke inactiviteit is deels onvermijdbaar door ziekte of
een lichamelijk trauma. Er is echter ook vaak sprake van onnodige inactiviteit. Tijdens een
ziekenhuisopname komen patiënten in een omgeving waar het uitnodigt om in bed te blijven
liggen (Koenders, Weenk, & Van de Belt, 2019). De patiënt in Australië ligt bijvoorbeeld
meer dan de helft van de tijd op bed (Mudge et al., 2016). Uit dit onderzoek blijkt er geen
significant verschil tussen oudere en jongere patiënten. Te weinig beweging tijdens een
ziekenhuisopname draagt bij aan functionele achteruitgang (Mudge et al., 2016). Met
functionele achteruitgang wordt in dit onderzoek de mate van algemene dagelijkse
levensactiviteiten (ADL) bedoeld. Deens onderzoek concludeert dat fysieke inactiviteit
tijdens ziekenhuisopname het risico op ziekenhuisgerelateerde invaliditeit bij geriatrische
patiënten verhoogt (Oestergaard, Mathiesen, & Karlsen, 2018).
Er liggen verschillende oorzaken ten grondslag aan functionele achteruitgang door een
ziekenhuisopname (Hoyer, Brotman, Chan, & Needham, 2015). Onder andere: verstoorde
slaap, slechte voedingsinname, pijn en medicijngebruik. Hoyer et al. (2015) schrijven een
vermindering van mobiliteit en een afname van de conditie toe aan onnodige bedrust. Door
te weinig aandacht voor bewegen tijdens een ziekenhuisopname is de mate van ADL na
ontslag uit het ziekenhuis vaak minder functioneel dan voor de opname (Covinsky et al.,
2003). Vervolgens kan functionele achteruitgang door ziekenhuisopname resulteren in een
grotere kans op medische complicaties en blijven patiënten tijdens het herstel langer
afhankelijk van thuiszorg voor de ADL (Hoyer et al., 2015). De functionele achteruitgang kan
deels beperkt worden door meer te bewegen tijdens een ziekenhuisopname (Peiris, Taylor,
& Shields, 2011).
Ook patiënten in Nederland bewegen te weinig tijdens een ziekenhuisopname. Uit
onderzoek binnen het Radboudumc blijkt dat ruim 71% van de patiënten tijdens een
ziekenhuisopname voornamelijk op bed ligt. Slechts 3 tot 5% van de tijd staat of loopt de
patiënt. (Koenders, Oorsouw, & Seeger, 2020). Het Radboudumc probeert patiënten te
stimuleren om minder op bed te liggen en te bewegen tijdens de ziekenhuisopname. Dit
wordt gedaan met behulp van een zorginnovatie (Beter uit bed) en initiatief
om patiëntbetrokkenheid te vergroten (Radboudumc, z.d.).
Om patiëntbetrokkenheid bij bewegen tijdens een ziekhuisopname te verbeteren, kan er
gebruik gemaakt worden van patient empowerment (Kuijpers, Groen, Aaronson, & van
Harten, 2013). Patient empowerment is geen nieuw begrip in de zorg, maar de echte
definiëring is lang onduidelijk geweest (Castro, Van Regenmortel, & Van Haecht, 2016).
Patient empowerment is een complex begrip dat vanuit verschillende perspectieven gezien
kan worden (patiënt, zorgverlener of zorgsysteem). Het begrip kan worden geïnterpreteerd
als een theorie, interventie, uitkomst, gevoel of wetenschappelijke filosofie. Het begrip kan
voorkomen in verschillende werkvelden als GGZ, AGZ, fysiotherapie, psychologie en social
work (Castro et al., 2016). Om dit begrip te kunnen gebruiken in het onderzoek is het nodig
de definitie van patient empowerment te begrijpen. In de literatuur wordt patient
empowerment op verschillende manieren omschreven. In dit stuk wordt gebruik gemaakt
van de definitie beschreven door de World Health Organisation: ‘’Een proces waarin
patiënten hun rol begrijpen, de kennis en vaardigheden van hun zorgverlener krijgen om een
taak uit te voeren in een omgeving die maatschappelijke en culturele verschillen erkent en
de participatie van patiënten aanmoedigt’’ (McGuckin, Storr, & Longtin, 2011).
Patient empowerment hangt nauw samen met zelfmanagement en zelfregie
(Niemantsverdriet, 2019). De patiënt staat centraal en wordt door de zorgprofessional
3