1
3. CHRONISCH EN DIAGNOSTIEK
College:
HC.1 Diagnostiek van infectieziekten
HC.2 Adaptieve immuunrespons
HC.3 Granulomateuze ontstekingsprocessen
HC.4 Behandeling van sepsis en septische shock
HC.5 Shock en septische shock
VO:
VO.1 Acute en chronische ontsteking
VO.2 - VO.3 Relatie mens en micro-organismen, infectie I en II
VO.4 Cellulaire interacties in de immuunrespons
ZO:
ZO.1 Chronische ontstekingsprocessen en wondgenezing
ZO.2 Homing, migratie en recirculatie van lymfocyten
ZO.3 Pathologie van sepsis en shock
ZO.4 Een jonge vrouw in shock
ZO.5 Shock: zelfreflectie
Samenvatting week 3 blok 2B1 – Judith Bus
, 2
HC.1 Diagnostiek van infectieziekten
anamnese
De diagnostiek begint eigenlijk altijd met het afnemen van een anamnese. Er zijn een aantal dingen
bij de anamnese, die uitgevraagd kunnen worden met betrekking tot infectieziekten:
Is er sprake van koorts? Hoe lang al? Met pieken of chronisch?
o Koorts met pieken heeft meestal een andere oorzaak dan chronische koorts.
Hoe is het beloop?
Familieanamnese
Omgevingsanamnese: iemand in de buurt ziek?
Zijn de klachten gelokaliseerd of gegenereerd?
Vaccinatiestatus
Onlangs op reis geweest?
Medicatie (immunosuppressiva, antibiotica)
Tractus anamnese
- Luchtwegen: hoest, sputum, bloed ophoesten, dyspnoe
- Gastrointestinaal: buikpijn, diarree, bloed bij de ontlasting
- Urinewegen: dysurie, pollakisurie (heel veel moeten plassen)
- Huid: roodheid, uitslag, bloedingen
Lichaamstemperatuur
- De T wordt geregeld door de hypothalamus.
- De gemiddelde lichaamstemperatuur schommelt (met een halve graad) rond de 37 graden
Celsius.
- De T is in de avond het hoogst.
- Rectaal gemeten T is ongeveer 0.6 graden hoger dan perifeer gemeten T (oor, mond, oksel
etc.).
Koorts
- Lichaamstemperatuur ≥ 38 graden Celsius door een verhoogde setpoint in de hypothalamus.
- Komt niet uitsluitend voor bij infectieziekten; ook door:
o Fout afgestelde medicatie
o Lymfomen
o Te warm toegedekt
o Auto-immuunziekten
o Etc.
- Koortsverlagende middelen kunnen toegepast worden voor mensen met koorts.
Lichamelijk onderzoek
- Algemene toestand, ziek / niet ziek, mentale status
- Bloeddruk, pols- en ademhalingsfrequentie
- Lichaamstemperatuur
- Huid en slijmvliezen
- Palpatie en auscultatie van de thorax (hart en longen)
- Palpatie en auscultatie buik & flanken (nieren)
- Gewrichten
Aanvullend onderzoek
- Beeldvorming; zoals X-thorax, CT-scan of een echo. Bij een pneumonie is bijvoorbeeld een
heel wit vertekend beeld te zien.
Samenvatting week 3 blok 2B1 – Judith Bus
, 3
- Pathologisch onderzoek; zoals histologisch onderzoek van een opgezette klier.
- Hematologisch onderzoek en klinisch chemisch onderzoek.
o CRP
o Leukocyten aantal
Bacteriële infectie: verhoogd aantal leukocyten
Virale infectie: verhoogd aantal lymfocyten
o Leukocyten differentiatie
o ‘atypische’ bevindingen
o Lever- en nierfunctie
- Microbiologisch onderzoek; zoals bacteriekweken. aantonen van de ziekteverwekker.
o Geeft inzicht in de prognose.
o Keuze voor therapie.
o De ziekteverwekker aantonen is niet alleen van belang voor de patiënt, maar ook
voor zijn / haar omgeving.
o Epidemiologisch belang: prevalentie / incidentie, epidemieën.
o Bijzondere infecties kunnen wijzen op een verminderde afweer of
immuundeficiëntie.
Het is niet zo dat er een universele test is om alle soorten ziekteverwekkers aan te tonen. De
test die gedaan wordt hangt af van:
De differentiaal diagnose: vraagstelling van de behandelend arts
In het Erasmus MC zijn de laboratoria voor bacteriën, funghi, parasieten en
virussen gescheiden. Wanneer de DD alleen bacteriën betreft, zullen er ook
alleen testen worden gedaan in het lab voor bacteriën.
De klachten
Het beloop: acuut of chronisch
Er zijn namelijk testen die alleen de acute fase aantonen. Wanneer iemand al
een jaar koorts heeft zal deze test mogelijk fout negatief zijn.
Materiaal dat is opgestuurd
Welk onderzoek zet je in?
1 = meest gebruikt 2 = minder gebruikt 3 = amper gebruikt
Bacterie:
1. kweek + gevoeligheidsbepaling, moleculaire diagnostiek
2. direct preparaat, antigeentest, serologie
Virussen:
1. serologie, moleculaire diagnostiek
2. direct preparaat, antigeentest
3. kweek
Parasieten:
1. direct preparaat, moleculaire diagnostiek
2. antigeentest, serologie
Schimmels/gisten:
1. kweek + gevoeligheidsbepaling, moleculaire diagnostiek
2. direct preparaat, antigeentest
3. serologie
Direct preparaat
- Met name gebruikt voor parasieten, bacteriën en soms schimmels/gisten.
- Materiaal wordt bekeken onder de microscoop; o.a. pus, liquor, sputum, feces en bloed.
- Meestal wordt er gebruik gemaakt van kleuring.
Samenvatting week 3 blok 2B1 – Judith Bus