Hoofdstuk 1: Inleiding
Autisme heeft altijd bestaan en het bestaat in alle culturen. Autisme hoort bij een
meer ‘mannelijke’ hersenstructuur. Je kunt ook alleen kenmerken hebben en niet
de gehele stoornis, dan heb je autismetrekken. Je kunt niet ‘genezen’ van
autisme, je kunt er wel mee leren leven. Stoornissen in het autismespectrum
ontstaan niet door opvoeding, ze zijn in aanleg gegeven. Soms is er geen sprake
van autisme vanuit de aanleg, maar van autistisch gedrag dat is ontstaan door
levensomstandigheden Quasi Autistisch Patroon. Ouders van kinderen met
autisme zijn erg op hun kinderen gericht. Er zijn kerneigenschappen en
bijkomende eigenschappen bij autismespectrumstoornissen. Niet alle
eigenschappen komen altijd voor en ze zijn niet altijd even sterk. Bij mensen met
autisme speelt een breed leeftijdsspectrum binnen één persoon MAS1P
Mental Age Spectrum within 1 person. Een diagnose moet alleen gesteld worden
als dit een functie heeft voor het welzijn van de persoon en zijn of haar
omgeving.
Hoofdstuk 2: Aanleg of omgeving
Omgeving is belangrijk, maar aanleg bepaalt grenzen van mogelijkheden dit
gedrag is moeilijk te veranderen. Optimale ontwikkeling kind in gelegenheid
stellen te ontwikkelen waar het rijp voor is. Zone van naaste ontwikkeling
(Vygotsky) kan kind nog niet zelfstandig. Wanneer kind uit zichzelf bepaald
onderwerp uitbeeldt in spel rijp. Autisme mogelijkheden spel beperkt (door
beperkte sociale interactie). Hulpverlening moet aansluiten op de bron van
problematiek: aanleg, omgeving of rijping.
Als er niets aan uiterlijk te zien is zwaar voor ouders diagnose kan
opluchting zijn. Gedrag kan vaak tijdelijk onder controle gehouden worden, maar
nieuwe gedrag niet makkelijk geautomatiseerd. Bij stoornissen vaak
afwijkende, vertraagde of beperkte rijping van centrale zenuwstelsel. Corpus
callosum (zenuwbalk in midden van hersenen) verbindt alle gebieden van
hersenen met elkaar bij autisme is dit kleiner. Tijdens rijping hersenen
lateraliseren specifieke functies links of rechts worden ontwikkeld. Bij autisme
minder ontwikkelde linkerhersenhelft en grijze stof neemt toe (zenuwcellen
van hersenen). Wijze en tempo van rijping aanleg. Resultaat rijping
afhankelijk van omgeving.
Droomslaap is belangrijk (Rapid Eye Movements Slaap) nodig voor ontwarren
van zinloze verbindingen. Veel rijpstoornissen ’s nachts (parasomnia’s). Goed
slaap-waakritme is belangrijk (settling) fasen: inslaap, diepe slaap, droomslaap
en doorslaap. Bij autisme meer discontinuïteit in slaap (dyssomnia’s),
verstoorde slaap en afwijkende slaap (parasomnia).
Basissignalen voor autisme
- Weerstand tegen verandering omschakeling en snelle verwerking van nieuwe
prikkels door kleiner corpus callosum minder schakelmogelijkheden.
Aanwijzingen hiervoor niet-vloeiende motoriek (linker en rechter hersenhelft
niet even sterk ontwikkeld) en moeilijk temperament bij baby’s (nieuwe prikkels
niet goed verwerkt).
,- Empatisch vermogen beperkt moeilijk in anderen verplaatsen. Signalen
moeite met omgang leeftijdsgenoten, gebrek aan gerichtheid op ander (join
attention), sterke gerichtheid op moeder enz.
Hoofdstuk 3: Verschillen tussen mannen en vrouwen
Geslacht bepaald door chromosomen xx is vrouw en xy man. Er zijn 23
chromosomenparen dragen genetische, erfelijke informatie. Geschwind-theorie
testosteron van invloed op ontwikkeling van foetus waardoor jongen of meisje
ontstaat. Bij autisme meer mannelijke hersenen. Hoog testosteronniveau
verminderde werking immuunsysteem, remming linkerhersenhelft, hoger
testosteronniveau na geboorte, remmende invloed op autonome zenuwstelsel.
Remming imuunsysteem (door remming thymusklier) onderscheid of stoffen
eigen of niet-eigen zijn biologisch zelf (kennis van lichaam over zichzelf).
Innerlijke wijsheid stuurt gedrag bij autisme minder ontwikkeld. Reacties van
immuunsysteem zwak (vaak bij mannen zwakker afwijkingen), te sterk
(vaak bij vrouwen allergieën enz overreactie), onrijp (vaak bij jongens
reageert niet adequaat). Bij autisme zowel ongevoelig (pijn) als overgevoelig
(geluid) voor prikkels gebrekkige reactie van immuunsysteem vaak
onderontwikkeld biologisch zelf. Sterker biologisch zelf beter besef van wie
men zelf is, dus sterker psychologisch zelf. Neutraal zelf dynamisch systeem
van (on)bewuste kennis over zichzelf dat steeds bijgewerkt wordt. Biologisch-
psychologisch zelf ontwikkelt zich aan hand van ik-anderdifferentiatie (ik
onderscheiden van anderen). Freud ego is ontwikkeling van zelf vanuit
onbewuste door middel van confrontatie met realiteit. Autisme egocentrisch
voeren eigen wensen door zonder over anderen te bekommeren gebrek aan
gerichtheid op omgeving en voorstellingsvermogen over anderen.
Ik-anderdifferentiatie belangrijk voor empatisch vermogen. Ook moet je
gevoelens kennen en begrijpen. Empathie gevoelens van ander kunnen
voorstellen (je hoeft ze zelf niet te hebben, maar wel potentie daartoe). Het
hangt samen met linker hersenhelft (te maken met x-chromosoom) vrouwen
zijn empatischer. Bij autisme linker hersenhelft minder ontwikkeld. Rechterhelft
ruimtelijk en abstract denken en creativiteit en emotionele
informatieverwerking. Linker spreken, begrijpen van taal, verwoorden van
gedachten/gevoelens. Autisme linker helft zwakker afwijkend taalgebruik en
minder bewust van eigen gevoelens. Asperger taalgebruik ‘ouwelijk’. Jongens
4 keer vaker autisme. Verschil in empathie is noodzakelijk vanuit evolutie bij
vrouwen nodig voor overleven van kind, bij mannen kan het juist belemmerend
zijn bij beschermen van nest. Mannen voelen wel beter gevaar aan zoeken
veiligheid en bevestiging in maatschappelijk aanzien. Vrouwen in interpersoonlijk
contact. Autisme vaak sterk lange termijn geheugen en opslaan van feiten
(mannelijke hersenen). Amygdala bij hen minder ontwikkeld zwakkere
herkenning van gezichten en gezichtsuitdrukkingen. Valantie-hypothese
rechter helft negatieve en linker positieve is herzien: linker helft ook boosheid.
Autisten eerlijker en zuiverder.
Morele ontwikkeling afhankelijk van opvoeding, cultuur, intellectie en sekse.
Mannen meer gericht op competitie en rechtvaardigheid, vrouwen op zorg om
, anderen en coöperatie. Morele denken egocentrisme en empathie
spanningsveld.
Corpus callosum groter bij vrouwen geleiden van prikkels sneller nieuwe
informatie en veranderingen makkelijker verwerkt. Bij ADHD en autisme
kleiner corpus callosum. Bij autisme prikkel komt even snel als normaal aan
maar signalen trager vertraging in informatieverwerking en handelen. Inertie
bewegend lichaam moeilijk te stoppen, stilstaand lichaam moeilijk in
beweging.
Zelfreflectie onderzoeken van het zelf (vooral gedrag en achterliggende
motieven) gebrekkig bij autisme nodig voor zelfreflectie: goede ik-
anderdifferentiatie, kennis over zichzelf en goed talig functioneren. Corpus
callosum ook rol je moet verbanden kunnen leggen tussen feiten, emoties en
herinneringen.
Hormonen hebben belangrijke invloed op gedrag. Mannen meer testosteron
voortplanting, groei handelen of agressie bij gevaar. Vrouwen meer
oestrogeen hulpeloosheid en angst bij gevaar. Adrenerge hormonen lichaam
kan vechten of vluchten (fight-or-flight-response). Harmonieuze combinatie van
adrenaline en testosteron daadkracht.
Verschillen mannen en vrouwen ook door socialisatie (gezin en
maatschapppij). Alle stoornissen gevolgen voor jongens en meisjes anders
gevolgen worden gemeten op sociaal en maatschappelijk functioneren.
Hoofdstuk 4: De autistische stoornissen
Autisme kern: moeite met sociale interactie en gebrekkig empatisch vermogen.
Oorzaak genetische aanleg, rodehond in baarmoeder, sommige
hersenaandoeningen, chromosomale afwijking. Verschillende benamingen
pervasieve ontwikkelingsstoornis, contactstoornis enz. Pervasief vanaf vroeg of
tot in volwassenheid waarbij algemeen functioneren ernstig belemmerd wordt (in
alle ontwikkelingslijnen).
DSM-V uitgaan van aantal kenmerken en dimensies (bijvoorbeeld of
problematiek in aanleg vervat zit) autisme, Hoog Functionerend Autisme,
Asperger en PDD-NOS nu allen ASS. Rett en desintegratieve stoornis weg uit
DSM-V vanwege organische oorzaak. Het wordt via dimensies in breder kader
gezet (ernst, intelligentie, sekse) 2 groepen nu: beperkingen in sociale
communicatie en extreme interesses/repetitief gedrag.
Meest ernstige vorm klassiek autisme of Kanner-vorm. Ongeveer kwart van
hen heeft verstandelijke beperking. Bij IQ boven 85 Hoog Functionerend
Autisme. Moeite in sociale interactie en teruggetrokken zijn moeilijk om
intelligentie te meten. Onderscheid maken is moeilijk behalve bij Rett en
desintegratieve stoornis (wegvallen van vaardigheden). Ontstaansgrond voor
vormen is niet dezelfde, maar er vindt hersenontwikkeling plaats waardoor ik-
anderdifferentiatie beschadigd wordt. Theorie van Centrale Coherentie
problemen met sociale interactie is gevolg van andere defecten (bijvoorbeeld
talig functioneren). Theory of Mind gebrekkige sociale interactie heft gevolgen