Deel 1: Stop! Eerst kijken! Dan lezen! Dan interpreteren!
Hoofdstuk 1: Inleiding
Inleiding
Leren kijken: opmerkzaam maken op verschillen in beelden, kleuren en vormen
Beeld: alle communicatieve middelen die niet primair tekst zijn, door middel van een
tweedimensionaal medium tot ons komen
Onderdelen van beelden zijn vormen, bomen, huizen etc. die daaruit samengesteld zijn & het
totaal van een voorstelling heet ‘het beeld’
Beeldtaal gaat niet alleen over beelden --> tekst, cijfers, bijschriften kunnen ook belangrijk
zijn
Visuele communicatie: de integratie van beelden en vormen en woorden tot één
communicatie-eenheid.
Tekst kan beeld andere betekenis geven, beeld kan tekst andere betekenis geven
Hersenen hebben slechts op één moment aandacht voor of tekst of beeld --> information
overload
Aan ethische beelden worden er andere eisen gesteld dan aan beeld dat bedoeld is om te
communiceren of te overtuigen
Drie theoretische scholen
Zien: gestalttheorie verklaart de perceptie van le communicatie
Begrijpen: semiotiek verklaart dat je de betekenis ervan begrijpt
Overtuigd worden: visuele retorica verkl visue aart hoe visuele communicatie je overtuigd
--> leidt tot GSR-beeldanalyse
,Hoofdstuk 2: beeldgeletterdheid
Kennis van beeld maakt beeldwijs
Studenten leren vooral verbaal materiaal te verwerken en te produceren
Er moet meer aandacht voor beeld komen
Beeldgeletterdheid is: de mogelijkheid visuele boodschappen te begrijpen en te produceren.
o Andere definities: ‘de vaardigheid om te decoderen, interpreteren, vervaardigen,
bevragen en evalueren van teksten die voornamelijk communiceren met visuele
middelen
o Beeldgeletterd zijn --> in staat zijn de bedoelde betekenis te lezen van zaken als
advertenties, films, het doel te interpreteren en te evalueren van vorm, structuur en
kenmerken van de afbeelding.
o Het concept visuele geletterdheid heeft ook betrekking op de mogelijkheid om beeld
te kunnen creëren en te kunnen gebruiken om te communiceren
2 dingen vallen op: een flink deel weerspiegelt de dubbele focus -->
perspectieven voor makers en gebruikers
Visuele geletterdheid: wat de maker van beeld moet kunnen, maar ook aan
wat de gebruiker moet kunnen en weten
Vaardigheden en kennis:
o Visuele geletterdheid houdt in dat we beeld kunnen begrijpen, communiceren,
bekritiseren, produceren, decoderen, interpreteren, evalueren en lezen, herkennen
en onthouden
o Interpreteren heeft te maken met kennis: kennis over de context van het beeld, van
waar het beeld vandaan komt, waar het naar verwijst etc.
Beeldgeletterdheid-lijstje
Een beeldgeletterde kan:
o Het onderwerp van beeld benoemen
o De betekenis van beeld begrijpen in de culturele context waarin het werd gemaakt
en wordt gebruikt
o Grammatica, stijl en compositie ervan analyseren
o De gebruikte technieken analyseren
o De esthetische kwaliteit ervan evalueren
o De kwaliteit ervan in termen van doel en publiek evalueren
Toevoegend: de beeldconventies herkennen
& de stereotypen herkennen die een uiting zijn van vooroordelen over de
personen op een afbeelding
Verder....
Gestalt, semiotiek, visuele retorica
o Getalttheorie --> een totaalbeeld waarbij het geheel meer is dan de som van de
samenstellende delen --> vragen zoals: waarom zien we het ene als voorgrond en het
andere als achtergrond
o Semiotiek --> kijkt naar beeld in termen van tekens en tekensystemen.
Onderscheid in drie soorten tekens:
Iconische tekens die een gelijkenisrelatie vertonen met dat waar ze
naar verwijzen
Indexicale tekens die verwijzen door een natuurlijk verband
Symbolische tekens die op een conventionele overeenkomst
berusten
,o Visuele retorica --> de vraag naar de overtuigingskracht van communicatiemiddelen
, Hoofdstuk 3: waarom beeldtaal?
De functies van beeld
Beeld is volgens Briggite Hertz uitstekend te gebruiken om:
o Plaatsen, organismen en objecten te laten zien die zich normaal aan onze
belevingswereld onttrekken
o Grote hoeveelheden data overzichtelijk te maken
o Moeilijke begrippen te verduidelijken
o Complexe relaties inzichtelijk te maken
Beeldtaal
o Doet complexiteit recht --> je kunt sneller dingen duidelijk maken
o Vertelt een universele boodschap --> beeld heeft betekenis. Verwarring kan slecht
uitpakken, maar ook goed --> dan val je op
o Vertelt, bewijst, overtuigt --> beeld laat zien dat iets echt is gebeurd of echt bestaat
Vijf voorbeelden van beeldmanipulatie
In scène zetten van het gefotografeerde (situatie nabootsen)
Bewerken van beeld (contrast vergroten)
Selectief afbeelden (beeld achteraf selectief bijsnijden, bijv. Ex-
geliefde)
Verkeerd labelen van een situatie (verkeerd bij- of inschrijft bij te
plaatsen)
Manipuleren van een beeld (mensen toevoegen of weglaten)
o Maakt vergelijkingen mogelijk
Lang-kort, dik-dun, veel-weinig, meer-minder, dichtbij-veraf etc. (zie blz. 36)
o Prikkelt, emotioneert, kwetst en vermaakt
Ongebruikelijk, details trekken aandacht (prikkels)
Emoties opwekken
Vermaakt