Lijstje met auteurs readerteksten Gendergeschiedenis en de belangrijkste punten uit hun
werk:
Genus, agenda/oproep voor onderzoek culturele constructies
Willy mannelijkheid en vrouwelijkheid.
Jansen Mensen denken altijd in tegenstellingen, binaire opposities,
dichotomieën: man-vrouw, moeilijk classificeerbare elementen roepen
ongemak op: ‘derde genus’ (noch man, noch vrouw)
Duale opposities zelden neutraal, vaak hiërarchisch, drukken
ongelijkheid uit gevolgen voor sociale verhoudingen doordat dit niet
alleen ideologisch maar ook materieel uitgedrukt wordt.
Nuances: 1). culturele categorieën zijn zelden strikt gescheiden, 2).
Worden niet eenduidig gewaardeerd. 3). Interpretatie en uiting van
symbolen of codes gebeurt vaak onbewust en 4). Culturele dominantie
is indirect.
Hoe kan het dat zo weinig vrouwen in de nationale geschiedschrijving
Geertje zijn opgenomen?
Mak en Genderperspectief andere blik op het leven van Florence Nightingale
dan de beroemde uitzondering die de regel bevestigt. Niet haar sekse
Berteke staat centraal maar de wijze waarop zaken van buitenaf als oorlog,
burgerschap en lijden verweven zijn met gender, niet meer een vrouw
Waaldij op eenzame hoogte in de geschiedenis maar iemand die slim gebruik
maakte van de geringe speelruimte die gender haar in haar tijd bood.
k Onderzoek naar hoe gender verweven is met geschiedschrijving,
burgerschap en de scheiding tussen privé en openbaar (historische
gendersensitieve analyse)
Nightingale, ‘woman warrior’ op 2 fronten: 1). Verpleegkunde en zorg
voor de grote verpauperde massa(Nightingale als wegbereidster
nachtwakersstaat verzorgingsstaat, zette heel bewust naast emotie
ook rationele en wetenschappelijke argumenten in) en 2). Emancipatie
van de vrouwen uit de midden- en hogere klasse die zochten naar
manieren om te kunnen gaan werken.
Nationalisme: Christelijke symboliek en mannelijkheid, zowel
geschiedschrijver als onderwerp is mannelijk, opkomst
sociaaleconomische geschiedenis, jaren ’70 opkomst feministen
vrouwen- of gendergeschiedenis: Eerste Feministische Golf:
gelijkheidsprincipe(op zoek naar vrouwen in het verleden met
presentatie gelijk aan die van mannen, feministen avant la lettre:
wegbereidsters, sterke vrouwen die vochten tegen de uitsluiting van
rouwen uit het openbare leven), Tweede Feministische Golf:
verschildenken(niet meer op zoek naar vrouwen die aan mannelijke
norm voldoen, norm zelf ter discussie stellen)
Unieke positie Nightingale: vrouw als martelaar en held voor vaderland.
Professionaliteit.
Industrieel kapitalisme: scheiding productie(publiek, fabriek) en
consumptie(privé, gezin).
3 historische veranderingen 2e helft 19e eeuw: 1). Toename
overheidszorg voor welzijn burgers, 2). Modern imperialisme brengt
nieuwe werkterreinen en 3). Nieuwe politieke stijlen mogelijk door
opkomst massamedia.
Mannelijkheid is veranderlijk, kunnen zelfs meerdere versies tegelijk
Sonya bestaan.
O. Rose Niet altijd een tegenstelling met vrouwelijkheid, gaat vaak om
verhoudingen tussen mannen onderling, soort status die
bewezen/getest moest worden.
Middeleeuwen: dominantie tegenover andere mannen bewijzen.
1550-1650: status met bijbehorende privileges gebaseerd op
genderverschil. Volwassen, zelfstandige, getrouwde man aan het hoofd
van een huishouden. Jonge arme mannen die dit niet konden bereiken:
, afzetten, vandalisme, geweld en alcoholisme. Beide vormen gingen
gepaard met geweld.
Vroege Engelse kolonie Virginia: twee culturen van mannelijkheid: elite
(patriarchalen mannelijkheid en politieke autoriteit van de
onafhankelijke huishouder) en kleinere plantagehouders en huishouders
zonder politieke rechten die hun mannelijkheid baseerden op het zich
kunnen verdedigen tegen de indianen, samengevoegd tot een
klassengemengde Anglo-Virginiaanse mannelijkheid. Autoriteit
kwetsbaar en gebaseerd op onderdrukking slaven.
Late 17e en 18e eeuw in koloniaal Nieuw-Engeland: geweld (ging om eer)
en heteroseksualiteit.
Late 19e/begin 20e eeuw: 2 vormen mannelijkheid: traditionele, elite
manneljkheid geassocieerd met actie en avontuur en mannelijkheid
geassocieerd met intellectualiteit en meer mentaal dan fysiek handelen.
Angst voor fysieke zwakheid mannen die zou leiden tot lagere
vruchtbaarheid.
19e/20e eeuw Verenigde Staten: van manliness naar masculinity:
agressiviteit, fysiek geweld en heteroseksualiteit, nauw verbonden met
civilisatie en ras, witte mannelijke dominantie.
Grote verandering tussen 1830 en 1859: competitie “krijgshaftige” en
“beheerste” mannelijkheid. Huiselijkheid in Engelse middenklasse erg
belangrijk voor mannelijkheid.
1865-1900: beheerste mannelijkheid dominant. Opkomst van martial
manhood in aanloop naar WOI.
Brits India: mannelijke Engelsen vs. Verwijfde Bengali(opstanden
onmannelijk gedrag Hindu’s), martial race masculinity.
Eind 19e eeuw: Tosh: vlucht van huiselijkheid, mannen trouwden later of
niet, maar huiselijkheid was complex in de 19 e en 20ste eeuw, mannen
kregen niet pas weer in WOI liefde voor huiselijkheid, hebben ze altijd
gehouden. 1880-jaen ’30: uitbreiding huiselijkheid.
3 benaderingen van het onderwerp: focus op culturele codes, hoe
mannen hiermee omgingen en hoe zij de culturele constructies
uiten(emotionele levens).
Marja Elizabeth I maakte gebruik van de dubbele betekenis van het lichaam
van de vorst: het politieke lichaam en het natuurlijke lichaam.
van Europese aristocratie: patriarchaal, agnatisch, vrouw als weaker
vessel(Bijbel), geen onderscheid tussen openbare en private sfeer,
Tilburg pater familias, unilateraal, hierarchisch, hypogaam huwelijk(vrouw als
gift, desponsatio), het huis als wereld op zich, concurrentiestrijd leidt tot
één koningshuis, schaal verandert, structuur niet.
De vrouw: taken: kinderen en leiding over huishouden(eenheid
productie en consumptie). Wantrouwen echtgenotes vanwege dubbele
familiebanden, controle seksueel gedrag vanwege afstamming en
macht. Steeds agantischer groter verschil in status tussen mannen
en vrouwen, versterkt door staatsvormingsproces: maître de l’hotel
ontlast de echtgenote(macht verdwenen)
Het probleem: veel tegenstand Elizabeth’s aanspraken op de troon,
factiestrijd en religieuze onrust versterken elkaar, men wilde dat
Elizabeth zou trouwen en kinderen baren om de troon veilig te stellen,
maar dit zou het einde van haar autoriteit betekenen dus zij hield dit af.
Succesvolle religieuze politiek door imago van onpartijdigheid en
soevereiniteit. Elizabeth stond boven haar sekse, stemde deze af op
haar toehoorders.
Strategieën: verwijzing naar Middeleeuwse theorie van 2 lichamen van
de vorst, natuurlijk(zwak en sterfelijk) en politiek(onsterfelijk, krachtig,
straalt gezag uit). Ze durft zich steeds meer te identificeren met haar
soevereiniteit én haar sekse(in het publieke leven), in het parlement
uitsluitend als vorst, behalve als het over het koninklijk huwelijk gaat of