Europese rechtsbescherming HC
!
HC 1
!
Directe werking primair recht (verdragen enz.)
!
Van Gend en Loos is de centrale zaak rondom direct of indirect effect. Van Gend en Loos
importeerde spullen van Duitsland naar Nederland. Artikel 12 in het verdrag van Rome en het
zegt dat: lidstaten zich ervan moeten onthouden om onderling nieuwe douanerechten in het
leven te roepen. Wat er gebeurd in deze zaak is dat Nederland de tarieven verhoogd. In
Nederland geldt dat in principe het internationaal recht voor het nationale recht gaat. De regel
moet duidelijk genoeg van zichzelf zijn zodat een nationale rechter deze kan toepassen.
Rechtsvraag: heeft art. 12 Verdrag van Rome directe werking in het nationale recht, in de zin
van dat individuen er rechten aan kunnen ontlenen die de nationale rechter moet waarborgen?
Het creëert geen recht voor individuen.
Court of Justice: gemeenschapsrecht legt niet alleen verplichtingen op, maar is ook bedoeld
om rechten op te leggen. Hier het recht om niet hogere tarieven te betalen.
!
Costa vs. Enel: EU recht gaat altijd boven nationaal recht
!
!Simmenthal: elke rechter moet EU recht toepassen boven het nationale recht (niet alleen het
Hooggerechtshof) en nationaal recht buiten toepassing laten in geval van strijd van deze
rechten. Dit geldt voor iedere nationale institutie.
Internationale Handelsgesellschaft: EU recht gaat boven nationaal recht.
!
Heeft ieder voorziening (provision) van Europees recht direct effect? Nee, alleen als ze een
recht garanderen voor individuen of bedrijven wat:
− Clear and unconditional = voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk
− Het is geen positieve, maar een negatieve verplichting. Wat betekent dat de staat niets
hoeft te doen, maar ze moeten iets niet doen (van Gend en Loos)
− Niet verdere implementatie maatregelen moeten noodzakelijk zijn
!
Iets heeft direct effect wanneer Europees recht een recht garandeert wat duidelijk is en
onvoorwaardelijk.
!
Wanneer is het “clear” duidelijk?
− Als het je vertelt wie het recht heeft?
− Als het je vertelt waar je recht op hebt? Wat voor een recht?
− En van wie kan je het krijgen? Wie heeft de verplichting?
!
Verticale relatie: burger tegenover de lidstaat.
!
Horizontaal direct effect: tussen twee individuen of tussen een bedrijf en een individu.
!
Defrenne vs. Sabena arrest: Defrenne was een stewardess bij de Belgische vliegmaatschappij
Sabena. Sabena is een oneerlijke werkgever, ze hebben een paar oneerlijke regels, zoals dat
,vrouwelijke stewardessen met pensioen moeten als ze 40 zijn zonder pensioengeld. Een
andere regel was dat mannen (stewards) en vrouwen (stewardessen) niet hetzelfde geld loon
kregen, terwijl ze hetzelfde werk deden. Defrenne doet een beroep op art. 157 lid 1 TFEU:
“Each Member State shall ensure that the principle of equal pay for male and female workers
for equal work or work of equal value is applied.
Er is hier sprake van horizontale directe werking: tussen werkgever en werknemer.
Is hier sprake van een recht dat duidelijk en onvoorwaardelijk is?
− Wat is het recht hier? Het recht om hetzelfde loon te krijgen voor hetzelfde werk.
− Wie heeft het recht? Europese burgers
− Wie is er verplicht iets te doen? Lidstaten, impliceert ook de werkgever
Hof: art. 157 TFEU de verplichting, gelijke betaling voor gelijk werk, heeft horizontale
directe werking. Dus als het niet door de lidstaten is geïmplementeerd in het nationale recht,
dan kan een werknemer zich hier rechtstreeks op beroepen in nationale processen.
Hof: het verbod van discriminatie tussen man en vrouw is niet alleen van toepassing op het
optreden van de overheid, maar strekt zich ook tot alle overeenkomsten die de arbeid in
loondienst collectief regelen, alsmede tussen individuen. = horizontale directe werking tussen
individuen.
!
Directe werking van secundair recht (richtlijnen, verordeningen enz.)
!
Art. 288 VWEU
Regulations: een verordening heeft een algemene strekking. Zij is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Het is een soort Europees recht, ze
kunnen individuen en bedrijven direct binden. Het hoeft niet eerst worden omgezet in
nationaal recht.
Directives: een richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke
lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid
gelaten vorm en middelen te kiezen. Lidstaten hebben een tijdslimiet om ze te implementeren
in het nationale recht.
!
Verordening hebben beter directe werking, ze hebben van zichzelf al directe werking.
!
Leonesio: een verordening heeft rechtstreekse werking en is als zodanig in staat individuele
rechten te creëren die de nationale rechter dient te handhaven.
!
Als je kijkt naar een verordening en de verordening geeft een recht en dit recht is duidelijk en
onvoorwaardelijk (clear&unconditional), dan kan het directe werking hebben. Het moet
worden toegepast door nationale rechters in nationale procedures.
!
Directives: Van Duyn
Gaat over een Nederlandse burger die wilt werken in de UK. Ze was lid van de Scientology
beweging en wilt hiervoor werken bij deze organisatie in de UK. Ze reist naar UK, maar mag
niet het land in. Voor werk kan je toegang worden geweigerd, maar dit moet wel gebaseerd
zijn op redenen van de openbare orde of openbare veiligheid (art. 3 lid 1 richtlijn). Het is geen
absoluut recht, lidstaten kunnen dit beperken om hierboven genoemde redenen. Van Duyn is
lid van Scientology, maar heeft ze persoonlijk iets verkeerd gedaan? Van Duyn voert aan dat
, ze een recht heeft onder dit artikel en dat het directe werking heeft. Ik heb het recht om te
worden beoordeeld over mijn gedrag, maar niet op algemene preventieve gronden.
Court: deze richtlijn heeft direct effect, maar het is wel je individuele keuze om bij deze
organisatie te gaan. Richtlijnen, als ze clear & unconditional zijn, dan hebben ze directe
werking en deze bepaling is duidelijk genoeg. Dus niet alleen primary law heeft directe
werking, maar ook secundary law kan directe werking hebben. Voor verordeningen is dit
makkelijk, maar richtlijnen is het lastiger, want moeten eerst worden omgezet in nationaal
recht.
!
De reactie van sommige nationale rechtbanken was om deze uitspraak niet te volgen. Ze
vinden dat verordeningen en richtlijnen verschillende dingen zijn en ze doen alsof deze
richtlijnen gewoon hetzelfde zijn als de verordeningen, maar dat zijn ze niet.
!
Verdere uitbreiding van directe werking van richtlijnen
!
Kraaijveld:
Ging over een richtlijn wat staten verplichten regels te maken wanneer projecten aanzienlijke
effecten op het milieu hadden. Gaat over een bedrijf dat dijken repareerde en maakte. Deze
richtlijn had geen directe werking, omdat het is gebaseerd op een voorwaarde. Het is dus niet
onvoorwaardelijk. Maar dit betekent niet dat lidstaten gewoon van alles kunnen doen.
Court of Justice: in deze situatie, waar je directe werking niet kan garanderen in een bepaling,
is er nog steeds de verplichting voor de nationale rechter om te beoordelen of lidstaten hun
bevoegdheden hebben overschreden.
!
Iedere publieke instantie is onderworpen aan rechtstreekse werking van een richtlijn. Dus als
je een recht hebt volgens een richtlijn, dan kan je het toepassen in elke procedure tegen iedere
publieke autoriteit.
!
Foster: is een publieke oliemaatschappij. Het probleem was hier een richtlijn dat gelijke
behandeling voor mannen en vrouwen voorschreef en Foster hield zich niet aan deze richtlijn.
Hof: individuen kunnen een beroep doen op een richtlijn, indien deze onvoorwaardelijk en
duidelijk is, tegenover een organisatie of lichamen die onder het gezag of toezicht van de staat
staan.
!
Door de jaren heen werden er meer voorwaarden geformuleerd door de rechter aan directe
werking van richtlijnen. We gaan het hebben over drie typen beperkingen/voorwaarden:
1. Richtlijnen hebben alleen directe werking als de lidstaat heeft gefaald de richtlijn op
tijd te implementeren (Becker). Richtlijnen moeten worden geïmplementeerd door de
lidstaten binnen een bepaalde tijd. Alleen als ze falen het te doen dan kan de richtlijn
directe werking hebben.
2. Directe werking van richtlijnen alleen in verticale relatie, instituties die publiek zijn.
Geen horizontale werking van richtlijnen!!! Anders dan bij primair recht. (Marshall)
3. Geen omgekeerde verticale werking (Kolpinghuis Nijmegen)
!
!
!