100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting en tentamenvoorbereiding verdieping formeel €8,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting en tentamenvoorbereiding verdieping formeel

 48 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle literatuur kort en compleet samengevat en geanalyseerd tbv tentamen verdieping formeel.

Voorbeeld 4 van de 48  pagina's

  • 7 september 2021
  • 48
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (17)
avatar-seller
AFSL
WG 1 Recht op bijstand vte bij politieverhoor vs belang waarheidsvinding en
criminaliteitsbestrijding.

Zwijgrecht (29 lid 2) & verklaringsvrijheid (29 lid 1) vs maatschappelijk belang bij
waarheidsvinding OF voorkomen ongepaste dwang&Nemo tenetur/autonome positie vte.

Huidige regels rechtsbijstand
- Voor verhoor vte wijzen op rechten (27c Sv)
- Raadsman op politiebureau (28b Sv)
- Consultatiebijstand (28c en Salduz) voor verhoor max half uur
- Verhoor bijstand (28d)
- Beperkingen: alleen vragen en opmerkingen voor begin en na afloop van verhoor &
alleen ingrijpen bij schending pressieverbod.

Procesautonomie
- Grenzen
o Beperkte betekenis verhoor (29 Sv)
o Verklaren en zwijgen in later stadium van het onderzoek is niet geheel
vrijblijvend: ‘om uitleg schreeuwen (Murray)’ of niet meewerken kan rechter
conclusies uit trekken.

Dissertatie Stevens
Art. 29 Sv  kern van het nemo-tenetur-beginsel.  ratio = procesautonomie.
29 Sv beoogt niet alleen onwetende verdachten op de hoogte te stellen, maar dient ook ter
inlichting van verdachten die tijdens ondervraging zich onvoldoende bewust zijn van het
bestaan van het zwijgrecht  echter, niet zonder meer bewijsuitsluiting door HR (gaat om
effectieve handhaving van het materiele strafrecht mogelijk maken).
Doel verhoor: bekentenis van een vte krijgen  29 Sv hindernis voor doelmatige
waarheidsvinding.
Verklaringsvrijheid: voor het in geding zijn van de verklaringsvrijheid doorslaggevend is in
welke mate er een uitleg of een uiteenzetting van de feiten door de verdachte wordt
gevraagd, en niet in welke vorm dat gebeurt.

Pijnbank + antwoordplicht (bekennende vte vereist voor veroordeling)  sanctie niet
antwoorden afgeschaft + veel gewicht aan ‘vrijwillig, ongedwongen en met beraden zin
afgelegde verklaring’ (bekennende vte afgeschaft voor veroordeling, zwaartepunt =
beveiligen samenleving)  antwoordplicht afgeschaft + staat en vte als gelijkwaardige
partijen tegenover elkaar + vte gehoord om standpunt naar voren te brengen  nemo-
tenetur-beginsel art 29 Sv + niet alleen verklaringsvrijheid, maar ook effectief recht om te
zwijgen + grenzen stellen aan oude methoden verhoor én erkenning eigen autonomie.

Ook zonder het zwijgrecht kan het pressieverbod worden gehandhaafd. Wettelijk zwijgrecht
is het andere uiterste van antwoordplicht. Zeker met daarin de mededelingsplicht!

29 Sv is dus aan de ene kant een belangrijk recht van de vte, maar aan de andere kant een
hinderlijke bepaling voor de waarheidsvindingspraktijk en daarmee criminaliteitsbestrijding.

,Begrenzing verhoorsituatie: vragen door OA aan als vte aangemerkt persoon. Daarnaast
hoeft aan vte geen voorsprong gegeven te worden, dit is niet equality of arms. Schriftelijke
vragen vallen er niet onder, schriftelijke inlichtingen wel.

Jail plants: ligt aan concrete omstandigheden van het geval of het toelaatbaar is. de aard en
intensiteit van de door de informant ondernomen activiteiten jegens de verdachte, de mate
van druk die daarvan jegens de verdachte kan zijn uitgegaan en de mate waarin de
handelingen en gedragingen van de informant tot de desbetreffende verklaringen van de
verdachte hebben geleid.

Raadsman bij verhoor EHRM Salduz  advocaat vanaf eerste verhoor.
Voorargumenten: vte eerlijke kans geven in proces en zinvolle inhoud geven aan het
zwijgrecht + onderdeel van procesautonomie.
Tegenargumenten: belang achterhalen waarheid in het geding + kost veel tijd

Wat dan? Vte dient wel in vrijheid verklaring af te leggen, maar zwijgen moet zeker niet
gestimuleerd worden.

Wat betreft verklaringen gaat het niet om de inhoud van de verklaringen, maar juist om de
leugenachtigheid daarvan, die zelfstandig als bewijs meetelt  Het gebruiken van leugens
van de verdachte als bewijsmiddel tegen hem, kan worden gezien als een afbreuk aan het
uitgangspunt van de procesautonome verdachte die geen verantwoording hoeft afte leggen.
Daarnaast mag de rechter gevolgen verbinden aan het zwijgen.
 sommige aspecten schreeuwen om uitleg (EHRM Murray).
Wordt er aan de bewijslast voldaan door OM, dan mag het zwijgrecht gerelativeerd worden.
Nu de zaak al kan worden beslecht en vte geen echte procesautonomie heeft.

Empirisch onderzoek:
- verschil zit vooral in het consultatierecht, door consultatiegesprek vaker zwijgrecht
en andere proceshouding en verklaringsbereidheid.

- het gebruik van manipulerende en confronterende verhoorstijlen
tijdens verhoren met advocaat niet bijdroegen aan veranderingen in
het verklaringsgedrag van verdachten. Tijdens verhoren zonder
advocaat ging het gebruik van de manipulerende en confronterende
verhoorstijlen samen met veranderingen naar meer
verklaringsbereidheid. De bevindingen van beide studies waren
indicaties voor het minder effectief zijn van beschuldigende
verhoorstijlen bij het verkrijgen van een verklaring in het geval een
advocaat bij het verhoor aanwezig was.
- Uit twee onderzoeken kwam zowel uit observaties als uit interviews
met advocaten naar voren dat de invulling van het
consultatiegesprek afhing van de informatie die de verdachte gaf,
van het soort zaak, van de ervaring van de verdachte met het
justitiële systeem en of de verdachte meerderjarig of minderjarig
was.
- Uit interviews met advocaten kwam nog naar voren dat zij
verdachten erop wezen de politie niet zomaar te vertrouwen. Tijd

, om meer te bespreken was er volgens advocaten niet, wat er
mogelijk voor zorgde dat consultatiegesprekken vaak niet langer
duurden dan 20 minuten (blijkens observaties).
- Minderjarige vte soms langer, ook ’s nachts op politiebureau vast en
minder HALT.
- Conclusie: zal zorgen voor professionalisering van politie als advocatuur, hetgeen de
kwaliteit van het verhoor ten goede komt.
- Kortom:
o Uitvoering nieuwe regelgeving kost veel tijd
o Verdachten doen relatief vaak afstand van recht op rechtsbijstand (niet nodig
volgens vte)
o Vaker gebruik zwijgrecht en minder intimidatie en misleiding bij
rechtsbijstand
o Advocaten en politie niet op één lijn (politie ervaart het als hinderlijk,
advocaat vindt het onvoldoende om cliënt te kunnen bijstaan)

Concluderend: rol advocaat zeer beperkt
- Nemo tenetur beperkt tijdens verhoor
- Korte duur en beperkte informatie leiden tot advies om te zwijgen (Stevens &
Verhoeven)
- Overleg tijdens verhoor alleen met toestemming van verhorende ambtenaar (28d lid
1 Sv)
- Controle te veel bij politie: beslissingen rechtsbijstand vooral door verhorende
ambtenaar, advocaat kan toegang tot het verhoor ontzegd worden (besluit inrichting
en orde politieverhoor art. 8), verhorende ambtenaar ongeschikt om te bepalen of
regels wel worden nageleefd  andere belangen.
- EHRM Salduz en Soytemiz/Turkije, erkenning rechtsbijstand sinds 2009.
- ECHTER
o Grotere rol advocaat staat in de weg voor waarheidsvinding en
cirminaiteitsbestrijding
 Toename gebruik zwijgrecht door consultatierecht
 Aanwezigheid advocaat tijdens verhoor heeft positief effect op
verklaringen (Stevens & Verhoeven p.9)
o Pressieverbod zou al voldoende moeten zijn (Arnhemse Villamoord).
o Duurt langer door wachten op advocaat
o Te weinig rekening gehouden met positie slachtoffer.
- OPLOSSING: opnemen verhoor.

, WG 2 BOB en Rol RC

Kooijmans (HR 13/11/2012)
- Rechter hecht veel waarden aan opsporing politie
- Opsporing (132a WvSv, 3 Pw, 141, 142, 152) =doelgerichte activiteit ter
waarheidsvinding  niet het moment of stadium bepaalt het karakter van het
handelen, maar het doel ervan.
- Geen opsporing? Dan bevoegdheid politie op 2 PolWet inbreuk moet wel beperkt
zijn op persoonlijke levenssfeer.
- Wel opsporing en dus 27 Sv? 141 Sv  lichtelijke inbreuk is toegestaan. Wel Pvb (152
Sv).
o Strikte benadering HR: van opsporing in strafvorderlijke zin is pas sprake
nadat een redelijk vermoeden is ontstaan dat een strafbaar feit is begaan en
overheidsoptreden dat waarheidsvinding tot doel heeft in de daaraan
voorafgaande fase is geen opsporing in evenbedoelde zin.
 Voorafgaande fase: HR Zwolsman  Pvb nodig.
o Art 132a: sprake van opsporing als het bijdraagt aan het nemen van
strafvorderlijke beslissingen. + 152 Sv.
o 'Tegen die achtergrond komt het dan ook niet als een verrassing dat de Hoge
Raad er in rov. 2.5.5 (citaatsgewijs) de aandacht op vestigt dat de opsporing
onder de normerende werking van de in artikel 152 Sv vervatte
verbaliseringsplicht valt en dat opsporingsambtenaren niet mogen afzien van
het opmaken van proces-verbaal omtrent hun opsporingsactiviteiten, tenzij
(de resultaten van) die activiteiten redelijkerwijs niet van belang kunnen zijn
voor enige door de rechter te nemen beslissing. In zaken zoals de onderhavige
zal die uitzondering zich niet voordoen omdat de rechter in het kader van een
‘359a-verweer’ moet kunnen nagaan of de betreffende observaties een
stelselmatig karakter hebben aangenomen. Omdat de observaties kunnen
worden aangemerkt als opsporing – en daarmee niet worden verricht in een
aan het opsporingsonderzoek voorafgaande fase – zal hetgeen in het kader
van de observatie is verricht en bevonden, telkens in een proces-verbaal
moeten worden vervat. Dat vergt vermoedelijk een aanzienlijk intensievere
verslaglegging dan de vier mutaties die in de onderhavige zaak omtrent de
observaties van de verdachte zijn opgemaakt voorafgaand aan de
constatering van het strafbare feit. Dat is niet een welkome boodschap in
tijden waarin (ook) bewindslieden werk zeggen te maken van het
terugdringen van de administratieve werklast van politieambtenaren. Maar
het is wel een prijs die moet worden betaald voor de (mogelijkheid van
rechterlijke controle op de) rechtsstatelijkheid van het overheidsoptreden.'

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AFSL. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen