100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Alle hoorcolleges, interactieve colleges en werkgroepen van thema 3. €6,49
In winkelwagen

College aantekeningen

Alle hoorcolleges, interactieve colleges en werkgroepen van thema 3.

 0 keer verkocht

Alle hoorcolleges, interactieve colleges en werkgroepen van thema 3

Voorbeeld 2 van de 11  pagina's

  • 7 september 2021
  • 11
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • X
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (35)
avatar-seller
Merel21
HC Kinderoncologie
Leukemieën, lymfomen, CZS tumoren
Translationale aspect van kinderoncologie. Waarom kan je sommige kinderen niet genezen.
Je moet ouders niet vertellen dat hun tumor goed te behandelen is. Dat is niet lief.

ALL-protocol wordt iedere keer beter door: Betere behandelingen; Er zijn geen nieuwe geneesmiddelen
bij gekomen. Meer informatie over genmutaties; Dosisaanpassingen; Klachten ALL bij kinderen:
Vermoeid; anemie. Niet overgaande griep; lymfopenie. Grotere blauwe plekken; trombopenie. De
klachten zijn best vaag en moeilijk te differentiëren met gewone ontwikkeling. Voor de prognose maakt
het bij leukemie niet uit als je heel snel naar de dokter gaat. De kans op recidief na ALL is 20%. De
meeste mensen die ALL niet overleven komt door recidief.

Bij kindertumoren worden er heel veel kinderen in een trial behandeld. Voordelen: Ze worden heel goed
in de gaten gehouden. Je hebt iedere keer een kleine verbetering.
Grootste indicator van effect van behandeling: Kwaliteit van je behandeling; factor 1-10.
Allerbelangrijkste. Karakteristieken van ziekten; Karakteristieken van patiënt;
Je kan de behandeling verbeteren door te stratificeren voor factoren die prognostiek beïnvloeden.
Je wil zij die goede prognostiek hebben minder zwaar behandelen dan zij met een slechte prognostiek.

Stratificatie factoren voor behandelbeslissingen:
 Minimal residual disease; het niet meer kunnen zien van leukemie via je microscoop, maar ze
zijn er nog wel. Mensen met op een eerder moment afwezigheid van leukemiecellen kan je
vanaf dat moment eerder lichter behandelen.
 Genetica; verschillende gendefecten:
o B-cel differentiatie; hierin spelen een rol: EBF, PAX5, IKAROS; kinderen met deze
afwijkingen krijgen vaker een recidief.
o Celcyclus regulatoren; RB1, CDKN2A, MYC
o Regulatoren van genexpressie; BTG1, NR3C1, CEBBP1
Je past je behandeling aan op basis van je stratificatie na ~10 (tot 14 weken).
Na 5 weken is de leukemie uit het beenmerg verdwenen.

CAR T-cel zijn T-cellen die in het laboratium zijn gemaakt om specifiek en onafhankelijk van MHCs
tumorcellen kunnen herkennen en aanvallen. Die kan dus tumorcellen aanvallen die geen MHC meer
presenteren. CART kan beter beenmerg tumoren behandelen dan neuroblastoom.
CD=cluster of differentiation
Voor activatie van respons moet er zowel bij de aangedane zijde zowel herkenningskenmerk (een soort
anker) zijn als een antigen waar het MHC aan kan binden. Als zo’n MHC er niet is (zoals bij tumorcellen)
kan het niet worden aangevallen door T-cellen.

Patiënten van 17,5 jaar kunnen beter worden behandeld door kinderoncologen dan door volwassen
oncologen. Dit komt door: Attitude verschil tussen kinder- en volwassen dokters; je verwacht dat de
bounce-back van kinderen beter is, dus je doet ze eerder complicaties aan.

, WC 1 kinderoncologie
Casus 3.1De ouders van een vierjarig meisje werden ongerust toen zij weigerde te staan en klaagde over pijn in haar benen. Ze was al langer
snel moe en bleek. De laatste dagen had zij ook koorts. Er komen geen bloedziekten voor in de familie. Bij lichamelijk onderzoek zag het meisje
bleek en ze maakte een angstige indruk. Ze had opgezette hals- en lieslymfklieren, en oppervlakkige blauwe plekken op armen en benen. Er was
sprake van hepatosplenomegalie met de lever 4 cm palpabel en de milt 3 cm palpabel onder de ribbenboog. Onderzoek van de extremiteiten
leverde geen afwijkingen op, er was met name geen zwelling en geen bewegingsbeperking waarneembaar. Laboratoriumonderzoek: Hb: 4.5
mmol/L (normaalwaarde 6.5-11.1), Leukocyten: 2.6 x 109/L (4.5-13.5), Trombocyten: 7 x 109/L (150-450). Differentiatie: neutrofielen 12% (32-
65), lymfocyten 8% (26-59), blasten: 75% (0), monocyten: 5% (3-10). LDH: 2200 U/L (420-750), urinezuur: 0.45 U/L (0.20-0.44), elektrolyten:
normaal.X thorax: geen verbreed mediastinumLumbaalpunctie: geen maligne cellen.Beenmerg aspiratie: bijna volledige vervanging van het
normale merg door lymfoblasten, passend bij de diagnose acute lymfatische leukemie (ALL).Bij flowcytometrische analyse van de
beenmergcellen waren de blastcellen positief voor de volgende markers : CD19, CD22, CD10, TdT en HLA-DR (‘common-ALL’ fenotype).
Cytogenetische analyse van de blastcellen liet een 12;21 translocatie zien. De behandeling werd gestart volgens het vigerende Protocol van de
stichting Kinderoncologie Nederland (SKION). Na een week prednison bleken er geen lymfoblasten meer in het perifere bloed aantoonbaar. Zij
had dus een goede respons. Daarna kreeg ze vincristine, daunorubicine, dexamethason en L-asparaginase toegediend als inductie behandeling.
CZS therapie bestond uit intrathecaal methotrexaat + cytosine arabinoside + prednison injecties. Deze behandeling vond deels klinisch deels in
dagbehandeling plaats.In de eerste weken was zij misselijk, ontstond een hoge bloeddruk waarvoor antihypertensiva werden gestart, en is zij
eenmalig heropgenomen met koorts in neutropenie zonder focus, waarvoor breed spectrum antibiotica werden gegeven. Een beenmerg
aspiratie uitgevoerd op dag 33 (aan het eind van de inductie behandeling) toonde geen leukemie cellen meer. Hierna werd het tweede deel van
de inductietherapie gegeven, bestaande uit cyclophosphamide, lage doses cytarabine en 6-mercapto-purine. Na ongeveer 10 weken werd een
tweede beenmergpunctie verricht. Morfologisch was er nog steeds sprake van remissie. Onderzoek naar Minimal Residual Disease (MRD) werd
verricht op het beenmerg van dag 33 en dag 79. Op dag 33 was er nog sprake van een leukemische lading van 2 x 10.-4, op dag 79 was de
patiënt MRD negatief. Zij werd verder behandeld volgens de medium risk risico-arm met wekelijks intraveneuze chemotherapie gedurende in
totaal 2 jaar. Er traden bijwerkingen van de behandeling op, zoals ernstige obstipatie, passagère leverfunctiestoornissen en striae. Het hele
traject was voor het kind en het gezin enorm ingrijpend.Inmiddels is zij 5 jaar na diagnose, en gaat het haar prima. Zij heeft zich ontwikkeld tot
een ondernemend kind. Op school gaat het heel goed, en ze wil later dokter worden. Zij zal vanaf nu vervolgd worden op de poli LATER (LAnge
TERmijn effecten), waar vooral aandacht wordt besteed aan het screenen op late effecten van de behandeling


1. a.Beschrijf de vormen van leukemie op de kinderleeftijd. b.Is dit anders dan bij volwassenen?
 Acute lymfatische leukemie; 3/4de van de kinder leukemiën
 Acute myeloide leukemie; meeste overige cases
 Hybride lijn leukemie;
 Chronische myeloïde leukemie; behandeling is zelfde als bij volwassenen
 Chronische lymfatisch leukemie;
 Juvenile myelomonocytaire leukemie (JMLL); niet acuut, nog chronisch.
Bij ouderen veel minder acute leukemie dan bij kinderen.

2. Beschrijf het diagnostisch proces bij een verdenking op leukemie bij kinderen.
Huisarts -> kankercentrum. Bloedonderzoek. X/CT-thorax (betrokkenheid van mediastinum, benauwd).
Beenmerg aspiratie (%blasten, T-cel/B-cel, chromosoomafwijking).
Perifeer bloed kan ook worden gebruikt als het moeilijk is om beenmerg aspiratie of biopt te doen.

3. Beschrijf de verschillende extramedullaire lokalisaties van ALL en AML.
Het voorkomen van solide blokken leukemische cellen buiten het beenmerg. Mediastinum; grote
lymfeklier zorgt voor luchtweg verdrukking. Testes; CZS (liquor).

4. Wat zijn de belangrijkste prognostische factoren bij ALL op de kinderleeftijd?
Initiële leukocyten getal; hoe hoger hoe slechter. Leeftijd. Cytogenetica en ploïditieit (aantal
chromosomen). Immunologisch subtype: B of T. Snelheid en mate van cytoreductie. Snelheid van reactie
op therapie (heel belangrijk). Response op behandeling; minimal risidual disease (MRD)

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Merel21. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd