WC Acute buik
Ernstige buikpijn als belangrijkste symptoom (<1 week). Buikholte of retroperitoneaal gelegen organen. Evt
peritoneale prikkeling. Spoedopname en/of chirurgisch ingrijpen.
Intra-abdominaal Extra-abdominaal
Infectie Pulmonaal
Perforatie Cardiaal
Vasculair Endocrien
Obstructie Hematologisch
Trauma Neurologisch
Intoxicatie
Je wilt altijd weten wanneer iemand voor het laatst heeft gegeten (last meal), vanwege de kans op overgeven
tijdens de operatie -> aspiratiepneumonie.
Vervoerspijn (appendicitis), koliekpijn (stenen), anorexie (maligniteit), nausea, vomitus, intake, defecatie,
mictie
Bed schudden -> vervoerspijn
LO:
Algemene parameters – algemene indruk (ziek/niet ziek), hemodynamisch stabiel
Buikonderzoek
o Inspectie - opgezette buik, bewegingsdrang, littekens, uitstulpingen/herniae
o Auscultatie – gootsteengeruis (ileus), stille buik
o Percussie
o Palpatie – defense musculair, druk- en loslaatpijn, McBurney, Murphy, Psoas sign
AO: urineonderzoek, lab (algemeen bloedbeeld, ontstekingsparameters, elektrolyten, nierfunctie,
leverenzymen (ASAT, ALAT, gamma-GT, AF), stollingsstatus (amylase, lipase -> pancreatitis, bilirubine ->
galsteenlijden)), (X-BOZ), (staande X-thorax), echo, CT, MRI, angiografie, bloedkweek, endoscopie,
diagnostische laparoscopie
Casus 1: v, 27, pijn re onder buik, sinds 3 dagen, continu, misselijk/braken, anorexie, koorts
Appendicitis, peritonitis, gastro-enteritis, PID. McBurney, pijn bij LO. AO: lab, echo. Hoog CRP, verdikte
appendix. Appendicitis acuta.
Appendicitis ontstaat door obstructie/fleboliet/dichtdrukking van de appendix. Appendix zit aan een caecum,
maar kan alle kanten op bewegen. Zo ontstaat de lokalisatie van de klachten. Bij vergevorderde appendicitis
heb je kans op een perforatie, doordat de wand necrotisch wordt. 7-9% van de mensen (m>v). 12-23% kans
op appendectomie (v>m). Er lijkt een familiaire predispositie te zijn.
Wisselsnede (minder abcesvorming) of laparoscopische behandeling (minder adhesies en wondinfectie). Bij
abcesvorming leg je een drain aan. In principe opereren behalve bij simpele appendicitis (flegmoneus) bij
volwassen; bij hoog operatierisico; in samenspraak met pt. Bij een perforatie geef je antibiotica. Complicaties
van operatie: adhesies, ileus (doordat je hebt zitten wroeten), perforatie, peritonitis, pneumonie,
wondinfectie, intra-abdominaal abces, sepsi
,Deze vormen gaan van boven naar onder in elkaar over.
Ileus
Mechanisch (obstructief) vs paralytisch. Obstipatie/overloopdiarree, nausea (mechanisch), braken
(mechanisch), opgeblazen gevoel. Gootsteengeruis bij mechanisch. Stille buik bij paralytisch. Lactaat
(anaerobe verbranding, darmischemie). Bang voor darmperforatie. Bij een mechanische haal je
chirurgisch de obstructie weg. Bij een paralytische kan je lactulose of klysma’s geven. Behandeling: niet
per os, infuus (dehydratie, elektrolytstoornissen), maagsone, klysma, CT, behandelen van oorzaak, evt
herhalen van CT bij paralytische ileus
3/6/9-regel voor grootte. 3 cm voor dunne darm, 6 cm voor dikke darm, 9 cm voor caecum.
, Diverticulitis
Pijn li onder, verhoogde ontstekingswaarden, ileus, potentieel levensbedreigend vanwege perforatie.
Volvulus Verdraaiing van de darm waardoor die zichzelf bekneld. Sigmoid of caecum. Draaiing om steel
mesenterium. Dolichocolon = verlengd colon wat zichzelf in de buik heeft moeten proppen.
Endoscopische detorsie en desufflatie. Resectie bij eerste recidief.
Invaginatie Instulping, meestal ileum in caecum, 6 mnd-2 jaar, donut sign of target sign, hydrostatische
repositie/lunchtinflux
Ulcus pepticum Ulcus duodeni of ventriculi. H.pylori, NSAIDs, (roken, alcohol). Triple therapie bij
ongecompliceerd en H.pylori. endoscopie bij bloeding. Conservatief of chirurgisch bij perforatie.
Een aantal ziektebeelden die je wel moet kennen worden niet in het college besproken. Deze ziektebeelden komen in onderstaande Casus A
en B aan bod. Maak deze zelfstudie ook. Deze zal niet in het college worden besproken maar als bekend worden verondersteld.
Casus A Je wordt op je dienstdoende sein gebeld door een huisarts. Hij is op huisbezoek bij een 45-jarige man met acute buikpijnklachten. Bij het
lichamelijk onderzoek hoort de huisarts nauwelijks peristaltiek en is er sprake van een plankharde buik. Je geeft aan dat hij de patiënt per direct
mag insturen naar de SEH.
1. Je hebt nog enkele momenten voordat je patiënt arriveert. Aan welke ziektebeelden denkt je op dit moment? Stel vast een
differentiaaldiagnose op.
2. Je hebt al eerder gezien dat de leeftijd van je patiënt een grote rol speelt in het opstellen van een differentiaaldiagnose. Wat zijn de meest
voorkomende oorzaken van een acute buik bij kinderen, jongvolwassenen, jonge vrouwen, patiënten vanaf 40 jaar?
Je patiënt, arriveert op de spoedeisende hulp. De spoedeisende hulp verpleegkundige vangt meneer op. Je wordt er al snel bij geroepen omdat
patiënt zeer heftige buikpijn heeft. De verpleegkundige geeft je vast de controles: tensie 130/90mmHg, pols 100/min regulair equaal,
ademhalingsfrequentie 20/min, T 37.0 °C.
3. Welke vragen wil je stellen aan je patiënt? Geef aan wat je met de gegevens kunt.
De patiënt kreeg na het avondeten plotseling zeer heftige buikpijn boven in de buik. Hij dacht dat het eten niet goed was gevallen en is op de
bank gaan liggen. De pijn nam verder toe in heftigheid en hij hield het niet meer. Zijn vrouw werd bang en heeft de huisarts gebeld, deze is direct
gekomen. De pijnscore van meneer is momenteel een 8. Onderweg naar het ziekenhuis was er sprake van vervoerspijn. De buikpijn is continu
aanwezig en lijkt nu qua locatie wat naar beneden gezakt te zijn. De pijn straalt niet uit. Hij is misselijk en heeft tweemaal gebraakt. In het
braaksel waren wat rode sliertjes zichtbaar. Bij navragen heeft meneer afgelopen week tweemaal zwarte ontlasting gehad, geen diarree. Hij
had hier verder geen aandacht aan geschonken. In verband met een hardnekkige voetbalblessure slikt meneer al gedurende langere tijd
dagelijks een NSAID. Verder is meneer goed gezond en gebruikt geen andere medicijnen.
4. Aan welke ziektebeelden denkt je op dit moment? Waar dien je extra op te letten bij lichamelijk onderzoek om deze beelden aan te tonen
dan wel uit te sluiten? En wat vind je van de vitale parameters?
Je hebt tien minuten met de patiënt gepraat en wilt nu het lichamelijk onderzoek gaan uitvoeren. Je ziet een zieke meneer die pijn heeft: hij is
bleek, wat angstig en transpireert. Bij de inspectie valt u een ingetrokken buik op waarbij de buik nauwelijks meebeweegt tijdens de ademhaling.
Bij auscultatie hoor je geen peristaltiek. Er is sprake van défense musculaire en de patiënt is daardoor moeilijk te onderzoeken. Je deelt de
mening van de huisarts dat de buik plankhard is. Er is sprake van diffuse druk-en loslaatpijn over de gehele bovenbuik. Je kunt niet beoordelen of