WC Anesthesie op de operatiekamer
Een operatie brengt een pt in een extremis: bloeding, ontstekingsreactie, pijn.
Anesthesioloog zorgt voor bewaking van vitale functies, pijnstilling, narcose. Buiten de OK ook
betrokken bij reanimaties, trauma, opvang, pijnbestrijding, ic.
Effect van algehele anesthesie: hypotensie. Dit wordt tegengegaan met verscheidene medicijnen
(efedrine, noradrenaline, fenylefrine).
Algehele anesthesie = narcose.
Regionale/neuraxiale anesthesie = verdoving van een deel van het lichaam.
Trias van de anesthesie:
Analgesie/pijnstilling
o Opiaten – morfine (kan ervoor zorgen dat je stopt met ademen in grote doseringen),
fentanyl, sufentanil (veel sterker)
o Bindt aan opiaatreceptoren (mu, kappa, delta). Normaal binden hieraan endorfines,
enkefalines. Werking in hersenen, ruggenmerg, zenuwen.
Hypnose/narcose
o Dampen – isofluraan, sevofluraan
o Iv – propofol (GABA-agonist, zorgt voor het wegvallen van reflexen), etomidaat
o Werkingsmechanisme niet volledig verklaard. Potentie correleert met vet-
oplosbaarheid. Mogelijk interactie met receptoren in celmembraan van neuronen.
Relaxatie/spierverslapping (oa verslapping van de stembanden is nodig om een tube in te
brengen)
o Werkt op dwarsgestreept spierweefsel. Neuromuscular junction inhibitors
o Depolarisend – suxamethoinium (bootst ACh na, gaat op de receptoren zitten en gaat er
niet van af voor paar min (handig voor intubatie), je krijgt 1x een spiercontractie)
o Niet-depolarisend – rocuronium (ACh-antagonist, zorgt niet voor een contractie, geen
eigen spiercontracties, 20 min), atracurium
, Intubatie: buisje tussen de stembanden door. Ballon blaas je na de stembanden op. Dan heb je een
gezekerde luchtweg, minder kans op aspiratie bij braken.
Andere optie is een larynxmasker. Doe je bij korte operaties. Geen gezekerde luchtweg, pt moeten
nuchter zijn en niet obees, niet zwanger, niet bij trauma-pt. Niet bij lange operaties want door de druk
van het masker kan je voor necrose zorgen. Je hoeft hierbij geen spierverslappers te geven, pt kan zelf
ademen, maar is wel volledig onder narcose.
Neuraxiale blokkade:
Epiduraal – op de dura. Vooral post-operatieve pijnstilling. Kan je op elk niveau prikken, maar
niet boven C4/5 (vanwege uitval diafragma).
Spinaal blok – prikt door de dura, je geeft de pt eigenlijk een dwarslaesie. Chirurgisch is dit fijn,
want dan kan je makkelijk opereren. Ongeveer half uur voor de operatie toedienen. Pt is voor 2-
3 uur verdoofd. Onder L1, anders kans op permanente dwarslaesie. Pt altijd bewaken.
Regionale blokkade – bv plexus brachialis, blokkade van de n.femoralis of n.ischiadicus
Volume-gecontroleerde beademing: kijk naar het teugvolume, en dat 12x per minuut.
Druk-gecontroleerde beademing: je geeft een bepaalde druk, kijkt later welk volume erbij komt.
Deze orgaansystemen wil je monitoren: hart, longen, nieren, hersenen
Wat kan je wel meten: hartfrequentie, ECG, RR, CO2, saturatie, ademhalingsfrequentie, urineproductie
(o,5 ml per kg lichaamsgewicht per uur), blijft de pt slapen, temperatuur, bloedgas, pH, elektrolyten
Wat kan je niet meten: hoeveel O2 er precies naar de weefsels gaat
Wat verwacht je bij de volgende complicaties:
Bloeding: HF stijgt, end-tidal CO2 zal dalen, saturatie daalt, bloeddruk blijft vaak nog best wel
lang gecompenseerd, bij dalen bloeddruk heb je vaak groot probleem /urine output zal dalen
Pijn/ Te ondiepe anesthesie: hogere HF, saturatie gelijk/ beademingsdruk gelijk/ ademfreq
stijgt/ end-tidal CO2 gelijk tenzij de bloeddruk omhooggaat gaat CO2 ook omhoog. / bloeddruk
stijgt/ urine output daalt.
Longembolie: ECG hartas kan draaien rechts moet harder werken/ bloeddruk daalt/ urine
output daalt/ saturatie daalt/ HF stijgt/ ademfreq stijgt/ beademingsdruk stijgt.
Anafylaxie (allergische reactie): belangrijkste is bloeddruk zakt sterk door vasodilatatie/ HF
stijgt / urine output daalt/ beademingsdruk moet je opletten je kan flinke bronchoconstrictie
krijgen, beademingsdruk zeer hoog
2.Patiënt is onder anesthesie, kan dus geen verbale reactie geven. Maar wat kan je meten?
Cardiovasculair; pols, bloeddruk, capillaire refill.
Respiratoir; ademfrequentie, saturatie, auscultatie.
Neurologisch; glasgow coma scale
WC Wondzorg
Een wond is een verbreking van anatomische en functionele samenhang van levend weefsel,
veroorzaakt door trauma of een pathologische aandoening.