The biological approach to behavior
- The hard problem: David Chalmers; gegeven dit heelal bestaat uit
materie en energie, waarom is er dan zoiets als bewustzijn?
- Mind-brain problem: wat is de relatie tussen mentale ervaringen en
breinactiviteit? Hoe is breinactiviteit bewustzijn geworden?
Biologische psychologie: de studie van de fysiologische, evolutionaire en
ontwikkelingsmechanismen van gedrag en ervaring.
Biologische gedragsverklaringen:
- Fysiologische verklaring: een verband tussen de fysiologische toestand
van de hersenen, andere organen en het gedrag.
- Ontogenetische verklaring: hoe een structuur of gedrag ontstaat,
inclusief de invloeden van genen, voeding, ervaringen en hun interacties.
- Evolutionaire verklaring: gedrag gerelateerd aan de evolutionaire
geschiedenis van een structuur of gedrag.
- Functionele verklaring: waarom een gedrag of hersenstructuur is
geworden zoals het is.
Genetics and behavior
Genen: eenheden van de erfelijkheid die hun structurele identiteit behouden van
de ene generatie naar de andere.
Chromosomen: draadvormige structuur in de celkern, drager van erfelijke
eigenschappen. Een gen is gedefinieerd als een deel van een chromosoom,
dat is samengesteld uit een dubbelstrengs molecuul DNA
DNA: molecuul dat bestaat uit 2 strengen.
RNA: een streng van het DNA, informatie vanuit het DNA wordt via het RNA
omgezet in proteïnes, die de ontwikkeling van een organisme bepalen.
Messenger RNA dient als een template voor de synthese van eiwitmoleculen.
Sommige gevormden proteïnen worden een deel van de lichaamsstructuur en
anderen dienen als enzym; een biologische katalysator die de chemische
reacties in het lichaam reguleert.
Sekse-gerelateerde genen: X en Y chromosomen
Autosomale genen: genen gevormd door alle overige chromosomen.
Sekse-gelimiteerde genen: aanwezig in beide geslachten, over het algemeen
op de autosomale chromosomen, maar voornamelijk actief in één geslacht.
Mutatie: een erfelijke verandering in een DNA-molecuul
Epigenetica: veranderingen in genexpressie zonder wijziging van de DNA-
sequentie.
Epigentica wordt beïnvloedt door de activiteit van genen en leren,
geheugen en de hersenen.
Erfelijkheid: Het van generatie op generatie doorgeven van lichamelijke en
geestelijke eigenschappen.
,Fenylketonurine (PKU): een genetische onvermogen om het aminozuur
fenylalanine om te zetten.
Als PKU niet behandeld wordt ontstaat er een ophoping van fanylalanine met als
gevolg afbreuk ontwikkeling van de hersenen en geestelijk gehandicapte
kinderen, rusteloos en prikkelbaar.
Evolutie: een verandering over generaties in de frequenties van verschillende
genen binnen een populatie.
Lamarckiaanse evolutie: als je je armspieren traint, zullen je kinderen geboren
worden met grotere armspieren.
Evolutionaire psychologie: houdt zich bezig met hoe gedrag zich ontwikkelt.
De nadruk ligt op de veronderstelde genen van onze voorouders en waarom
natuurlijke selectie genen zou hebben bevorderd die bepaalde gedragingen
te bevorderen.
Altruïstisch gedrag: een actie die iemand anders dan de acteur ten goede
komt. Een gen dat altruïstisch gedrag stimuleert zou helpen andere
individuen overleven en met het verspreiden van hun genen.
The use of animals in research
Waarom onderzoek doen met niet-mensen:
- De onderliggende mechanismen van gedrag zijn vergelijkbaar in soorten
en soms makkelijker om te studeren in een niet-menselijke soort.
- We zijn geïnteresseerd in dieren voor hun eigen belang.
- Wat we leren over dieren werpt licht op de menselijke evolutie
- Juridische of ethische beperkingen voorkomen bepaalde vormen van
onderzoek op mensen
, Hoofdstuk 2
Neurons and action potentials
The cells of the nervous system
Neuronen ontvangen informatie en brengen het over naar andere cellen.
Het oppervlak van een cel is het membraan, een structuur die de binnenkant
van de cel scheidt van de buitenomgeving. Het membraan bestaat uit 2 lagen
vetmoleculen die vrij rond elkaar kunnen bewegen, specifieke proteïne kanalen
zorgen er voor dat belangrijke stoffen de cel in kunnen.
Nucleus: een structuur die chromosomen bevat (in alle dierlijke cellen, behalve
rode bloedcellen)
Mitochondrium: een structuur die metabolische activiteiten uitvoert, het
verstrekken van de energie die de cel nodig heeft voor alle andere activiteiten.
Ribosomen: de plaatsen waar de cel nieuwe eiwitmoleculen samenstelt.
Sommige ribosomen bewegen vrij door de cel, anderen zitten vast aan het
endoplasmatisch reticulum: een netwerk van dunne buisjes dat nieuw
gevormde eiwitten vervoerd naar andere locaties.
Motorische neuronen hebben hun cellichaam in het ruggenmerg. Ze
ontvangen een prikkeling van andere neuronen via de dendrieten en voeren
impulsen langs de axon van een spier.
Sensorische neuronen is gespecialiseerd, zeer gevoelig voor een bepaald type
stimulatie.
Dendrieten zijn vertakkende vezels die smaller worden aan de uiteinden. Het
oppervlak is bekleed met gespecialiseerde synaptische receptoren, waarmee
informatie wordt ontvangen van andere neuronen.
In het cellichaam bevinden zich de nucleus, ribosomen en mitochondriën.
Axonen verzenden en ontvangen informatie voor de neuronen.
- Afferent axon: brengt informatie naar binnen
- Efferent axon: verzendt informatie naar buiten
Wanneer dendrieten en axonen binnen een cel volledig zijn opgenomen in een
enkele structuur, dan is de cel een interneuron van die structuur.
Glia: samen met neuronen belangrijkste deel van het zenuwstelsel. Verstuurt
geen informatie over lange afstanden.
- Astrocyten: stervormige glia die de activiteit van neuronen
synchroniseert.
- Oligodendrocyten in het ruggenmerg en Schwann cellen in de periferie
van het lichaam zijn gespecialiseerde glia’s die myeline scheden omgeven
en isoleren.
- Radial glia: leidraad voor de migratie van neuronen en hun axonen en
dendrieten tijdens de embryonale ontwikkeling
Microglia: verwijdert afval, virussen, fungi en andere micro-organismen.
Bloed-hersen barrière: het mechanisme dat de meeste chemische stoffen
uitsluit van de gewervelde hersenen, voorkomt dat er virussen de hersenen
in komen.
Actief transport: een eiwit-gemedieerd proces dat energie chemicaliën pompt
uit het bloed en uitgeeft aan de hersenen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sophieeeeeh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.