Inleiding recht: les 2
Hoofdstuk 1
1.2
Objectief recht = omvat de rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld of erkend met
het doel de samenleving te ordenen en die in beginsel door sancties gehandhaafd kunnen
worden.
- aangeduid met positief recht of geldend recht.
Privaatrecht (burgerlijk recht) = de rechtsverhouding tussen burgers onderling regelt.
gedeelte van het objectieve recht dat zich bezighoudt met de rechtsverhouding tussen
personen onderling.
- natuurlijk persoon = de mens
- rechtspersoon = organisatievorm die voor veel handelingen net als een natuurlijk persoon
aan het rechtsverkeer mag deelnemen, Art. 2:5 BW.
Publiekrecht = regelt de verhouding tussen de overheid en de burgers.
staats- en bestuursrecht, strafrecht en recht van de Europese Unie.
- bestuursrecht: de taak om wetten op gebieden van het bestuursrecht uit te voeren, zoals
milieu, bouwen, sociale verzekeringen en belasting.
- strafrecht: een zaak tussen de verdachte en de samenleving. Namens de samenleving
treedt het Openbaar Ministerie op.
Nuancering van het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht:
- indien een publiekrechtelijk rechtspersoon en rechtshandeling verricht die tevens ook voor
een natuurlijk persoon mogelijk zijn, geldt alsnog het privaatrecht. Dit is als een
overheidsinstantie bijvoorbeeld computers koopt of bloemen voor in het stadshuis.
- het publiekrecht is van toepassing aks de overheid een specifiek overheidshandeling
verricht die voor een natuurlijk persoon niet mogelijk zijn, zoals omgevingsvergunningen
verlenen.
Materieel recht = bevat regels die rechten verlenen en verplichtingen opleggen tussen
burgers onderling en tussen burgers en overheid, maar ook tussen overheden onderling.
- regels over bijvoorbeeld een koopovereenkomst, levering van een fiets.
Formeel recht = geeft regels voor de manier waarop de regels van het materiële privaatrecht
gehandhaafd kunnen worden.
- geeft regels over het proces over bijvoorbeeld bij de rechter.
- burgerlijk procesrecht, wetboek van strafvordering
, 1.3
Objectief recht = omvat de rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld of erkend met
het doel de samenleving te ordenen en die in beginsel door sancties gehandhaafd kunnen
worden.
- aangeduid met positief recht of geldend recht.
- bestaat voor een belangrijk deel uit geschreven en ongeschreven regels.
- normen = wat mag er, wat is er verboden, wat moet er.
het is verboden om iemand van het leven te beroven, Iemand die in levensgevaar
verkeert moet worden geholpen, de eigenaar mag van zijn eigendom gebruik maken.
Subjectief recht = recht dat gekoppeld wordt aan een persoon. Het recht die een persoon
heeft tegenover een of andere persoon of personen.
Tussen subjectieve rechten en objectieve recht bestaat ene duidelijk verband. Het objectieve
recht verleent subjectieve rechten.
Rechtssubjecten = dit zijn personen die rechten kunnen uitoefenen.
- natuurlijk persoon = mensen
- rechtspersonen = een organisatie die voor veel handelingen net als natuurlijke personen
aan het rechtsverkeer mag deelnemen.
Rechtsobjecten = de rechtsterm die voor voorwerpen wordt gebruikt. Voorbeelden hiervan
zijn stoffelijke voorwerpen die voor menselijke beheersing vatbaar zijn zoals: huizen, fietsen,
boeken dieren etc.
Dwingend recht = wetten en regels waar niet vanaf geweken mag worden.
- dwingend recht wat niet zo wordt behandeld wordt nietig verklaard. Dit betekent dat het
voor de wet nooit heeft bestaan.
Aanvullend recht = regels die de wetgever heeft gemaakt voor het geval partijen niet zelf
een regeling treffen, maar de burgers vrij laat om naar goeddunken in afwijking daarvan een
regeling overeen te laten komen.
Semidwingend recht = recht waarin het voor partijen is toegestaan om van de wettelijke
regels af te wijken binnen een door de wet gestelde grens.
1.4
Rechtsbron = de bron waar de wetgeving te vinden is.
- wet
- gewoonterecht
- jurisprudentie
- verdragen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Veralintsen1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.