Rode loper uitwerking diverticulitis, ischemische colitis.
1. Begripsbepaling Diverticulitis, Ischemische Colitis
Om welke ziekte gaat het? Nederlandse naam, Latijnse naam, eventuele andere benamingen
(in de volksmond).
Inflammatory bowel diseases (IBD)
2. Verspreiding (epidemiologie)
Hoe vaak komt de ziekte voor? Colitis ulcerosa komt steeds vaker voor, met name in de westerse
landen. Er zijn momenteel ruim 80.000 mensen in Nederland met een chronische darmontsteking.
Dit is ongeveer 1 op de 200 mensen. Hiervan heeft iets meer dan de helft colitis.
Medio 2015 kwamen er al geluiden naar buiten waaruit bleek dat IBD veel vaker voorkomt dan altijd
werd aangenomen (55.000 mensen). Onderzoekers uit Limburg lanceerden toen cijfers van 89.000
mensen met IBD in Nederland Dit aantal is in 2016 iets naar beneden bijgesteld naar ruim 80.000.
Bij welke groepen mensen komt de ziekte voor?
Jaarlijks wordt naar schatting bij 1.500 nieuwe patiënten de diagnose gesteld. Meestal is dit tussen
het vijftiende en veertigste levensjaar, maar er is ook een piek bij mannen tussen de 60 en 70 jaar. De
ziekte komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
De oorzaak van colitis is niet bekend. Het aantal patiënten lijkt in tegenstelling tot de ziekte
van Crohn de laatste jaren niet toe te nemen.
In welke gebieden komt de ziekte voor? Met name westerse landen.
Diverticulitis
Diverticulose wordt beschouwd als de meest voorkomende afwijking van het colon in de westerse
wereld. De incidentie en prevalentie van diverticulose en diverticulitis tezamen bedragen in
Nederland respectievelijk 0,7 en 1,8 per 1000 patiënten per jaar.
Bij niet-westerse allochtonen in Nederland bedraagt de incidentie van diverticulose en diverticulitis
tezamen 0,2 per 1000 patiënten per jaar. Dit lijkt samen te hangen met andere voedingsgewoontes.
Ischemische Colitis
Ischemische colitis is de meest voorkomende vorm van intestinale ischemie en omvat 50- 70% van
alle gastro-intestinale ischemische stoornissen2 . Er zijn weinig gegevens bekend over de incidentie,
maar in de literatuur wordt een spreiding van 4,5 tot 44 op de 100.000 personen beschreven3 . De
incidentie van de ziekte lijkt onderschat te worden doordat patiënten met milde klachten geen
beroep doen op medici vanwege de milde passagiere aard van de klachten. Een andere verklaring
voor de moeilijk inschatbare incidentie is moeizame diagnosestelling bij een aspecifieke
klachtenpatroon1,3 . De ziekte komt het meest voor bij personen ouder dan 60 jaar en de incidentie
neemt toe met de leeftijd2,4-6 . Vrouwen zijn vaker aangedaan dan mannen, een verklaring hiervoor
is nog niet gevonden7,8. De incidentie toont een stijgende lijn in de laatste decennia en het
verwachtingspatroon is dat deze stijging zich met de vergrijzing zal voortzetten2 . De verwachting is
dan ook dat medici er vaker mee in aanraking gaan komen. Uit onderzoek blijkt dat ischemische
colitis de derde meest voorkomende oorzaak is van rectaal bloedverlies9 . Voor het tijdig vaststellen
van de ziekte is het dan ook van belang dat de arts de diagnose overweegt bij een patiënt met een
combinatie van aspecifieke buikklachten en rectaal bloedverlies. Uit een recent prospectief
onderzoek in Spanje bleek dat maar bij 24,2% van de aangedane patiënten de klinische verdenking
bestond2 . Endoscopie in combinatie met histopathologische beoordeling van biopten is de gouden
standaard voor het stellen van de diagnose1 . De prognose is ook afhankelijk van de lokalisatie van de
ischemie in het colon. De meeste patiënten met ischemische colitis hebben een goede prognose,
maar de patiënten met geïsoleerde rechtzijdige colitis hebben een significant slechtere prognose
door een hogere mortaliteit. Sotiriadis et al. vonden een 5x keer hogere kans op operatie en een 2x
hogere kans op overlijden. De postoperatieve mortaliteit was niet verhoogd, wat doet vermoeden
, dat de hogere mortaliteit aan de onderliggende aard van de aandoening geweten kan
worden7 . Deze bevindingen worden in latere onderzoeken bevestigd2,6 .
3. Anatomie/ fysiologie
Welke anatomie en welke fysiologie is bij dit ziektebeeld betrokken?
De buikorganen worden door drie arteriën van bloed voorzien: de A. coeliaca met takken voor lever,
milt, pancreas, maag en duodenum, de A. mesenterica superior, die de dunne darm en het colon
ascendens en transversum verzorgt en de A. mesenterica inferior, waardoor het distale deel van het
colon en het proximale deel van het rectum van bloed wordt voorzien. Het distale deel van het
rectum krijgt bloed uit takken van de A. iliaca interna. Tussen deze arteriën en tussen de vele takken
van elk der drie hoofdarteriën bestaan anastomosen, zodat bij uitval van één of soms zelfs twee van
de drie hoofdarteriën geen ischemische problemen hoeven te ontstaan. De aanwezigheid van deze
anastomosen is echter wisselend per individu. Of na afsluiting van een of meer van de hoofdarteriën
de bloedvoorziening van darmen of gedeelten ervan in gevaar komt, hangt af van de uitgebreidheid
van deze collateralen en van de snelheid, waarmee in een of meer van deze vaten de bloedstroom
wordt onderbroken, dus van de mate waarin de anastomosen tussen de stroomgebieden kans
hebben gehad zich te verwijden.
In het mesocolon, dicht tegen het colon aan, loopt de A. marginalis, die bloed ontvangt uit de
A. ileocolica, de A. colica dextra en de A. colica media (takken van de A. mesenterica sup.) en links uit
de A. colica sinistra (tak van de A. mesenterica inf.). De A. marginalis geeft talloze takjes af,
de vasa recta, die de colonwand binnendringen en die van bloed voorzien; tussen de vasa recta
komen ook anastomosen voor. Zwak in de bloedvoorziening van het colon is het gebied van
de flexura lienalis, doordat hier de stroomgebieden van de A. mesenterica sup. en de
A. mesenterica inf. aan elkaar grenzen en via de A. marginalis met elkaar in verbinding staan. Niet
altijd is de verbinding tussen deze twee stroomgebieden goed ontwikkeld. Behalve via de
A. marginalis staan beide stroomgebieden ook met elkaar in contact door een verbinding tussen de
A. colica media en de A. colica sinistra, de anastomosis intermesenterica van Riolan. Deze
anastomosen nemen sterk in omvang toe, wanneer de A. mesenterica sup. ook het stroomgebied
van de A. mesenterica inf. moet verzorgen of omgekeerd. Soortgelijke anastomosen bestaan ook
tussen takken van de A. mesenterica inf. en van de A. iliaca interna, zodat het distale deel van het
colon ook bloed uit deze laatste arterie kan krijgen.
4. Oorzaken (etiologie)
Welke oorzaken (inwendige en/of uitwendige) zijn er?
Bacteriën en virussen
Een chronische darmontsteking is anders dan darmontstekingen die kunnen ontstaan door een
bacteriële of virusinfectie. Darmontstekingen als gevolg van bacteriën en virussen kunnen sterk lijken
op crohn en colitis ulcerosa. Echter, een ontsteking vanwege een bacteriële infectie verdwijnt bijna
altijd spontaan of na behandeling met antibiotica. Een ontsteking bij IBD verdwijnt niet en wordt
chronisch.
Auto-immuunziekte
De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn auto-immuunziektes. Bij auto-immuunziektes gaat er iets
mis met de afweer van het lichaam. Normaal gesproken beschermt onze afweer ons lichaam tegen
ziekteverwekkers zoals bacteriën. Bij een auto-immuunziekte valt de afweer delen van het eigen
lichaam aan. Dit kan de ontstoken darmen bij de ziekte van Crohn en colitis verklaren.
Erfelijkheid en omgevingsfactoren
Uit onderzoek blijkt dat erfelijkheid soms en omgevingsfactoren mogelijk een grote rol spelen. Er is
echter niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen, het is een combinatie van factoren. Mensen bij wie
één van de ziektes voorkomt in de familie, zouden een zekere aanleg kunnen hebben volgens familie-
en erfelijkheidsstudies. Daarnaast spelen omgevingsfactoren zoals voeding, overmatige hygiëne en