Leeruitkomsten
Dynamiek van het Goederenrecht
Week 1 – Vereisten voor een geldige overdracht (met focus op titelvereiste)
Overdrachtsvereisten
- Art. 3:83 jo 3:84
- 3:83 -> antwoord op vraag naar overdraagbaarheid van een goed
o Hoofdregel -> eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar;
▪ alle andere goederen zijn slechts overdraagbaar voor zover de wet dit
bepaalt.
- 3:84 -> 3 constitutieve vereisten voor overdracht
o Constitutief = als aan 1 van deze vereisten niet is voldaan, dan komt er in beginsel
geen overdracht tot stand
▪ Uitzonderingen als bekrachtiging, derdenbescherming etc.
1. Levering
2. Krachtens een geldige titel
3. Beschikkingsbevoegdheid.
Overdracht vs levering
Overdracht
- Art. 3:80 lid 3 jo 3:84 BW
- Geen omschrijving in de wet
- Een handeling die verkrijging bewerkstelligt en die uit hoofde van art. 3:84 lid 1 bestaat uit
een levering krachtens geldige titel door een beschikkingsbevoegde’ (taalkundige betekenis)
- Te eenzijdige opvatting:
o Overdracht is het rechtsgevolg van een levering krachtens een geldige titel, verricht
door hem die bevoegd is over het goed te beschikken. Dit rechtsgevolg bestaat eruit
dat het goed van de vervreemder op de verkrijger is overgegaan.
o ‘Overdracht’ doelt aldus op de bewerkstelligde rechtsovergang van een goed, terwijl
‘levering’ duidt op de daartoe benodigde handelingen van de vervreemder en
verkrijger.’
o Deze opvatting dat overdracht een rechtsgevolg is van een handeling die ‘levering’
heet, is te eenzijdig -> bijv. art. 3:80 wordt genoemd dat verkrijging het rechtsgevolg
is van overdracht. Daarom kan de term ‘overdracht’ moeilijk zelf ook een
rechtsgevolg zijn -> er zou dan sprake zijn van een rechtsgevolg van een
rechtsgevolg.
o Taalkundig heeft het zelfstandig naamwoord ‘overdracht’ ook geen betrekking op
een gevolg, maar op een handeling van het werkwoord ‘overdragen’.
- Dubbele betekenis -> Zowel rechtshandeling als rechtsgevolg;
o Zijn spiegelbeeldig aan elkaar verbonden
o Beide betekenissen gaan immers uit van het gegeven dat wordt/is voldaan aan de
vereisten van art. 3:84 lid 1 -> met de handeling overdracht is het rechtsgevolg
overdracht gegeven, en vice versa.
Levering
- Dat overdracht ziet op een handeling, betekent niet dat de begrippen ‘overdracht’ en
‘levering’ synoniemen zijn!!
o Levering is bijv. 1 van de vereisten van overdracht
- Heeft betrekking op een uitvoeringshandeling
- Zij ziet op de voor overdracht vereiste handeling van de vervreemder (en de verkrijger);
1
, - Of de leveringshandeling overdracht bewerkstelligt, hangt ervan af of zij geschiedt door een
beschikkingsbevoegde ter uitvoering van een geldige titel -> slechts dan is sprake van
overdracht!
Overdracht v. Levering
- Dat overdracht ziet op een handeling, betekent niet dat de begrippen ‘overdracht’ en
‘levering’ synoniemen zijn!!
o Levering is bijv. 1 van de vereisten van overdracht
- Overdragen houdt leveren in;
o namelijk het leveren krachtens een geldige titel door een beschikkingsbevoegde met
rechtsovergang als resultaat.
- Overdragen heeft overdracht idzv rechtsovergang tot gevolg;
- Of leveren ook overdracht tot gevolg heeft, is afhankelijk van de vraag of voldaan is aan de
overige vereisten (afgezien van derdenbescherming).
Overdraagbaarheid – overdracht beperkt tot goederen
- Art. 3:80 lid 3 jo 3:84 lid 1
- De rechtsfiguur ‘overdracht’ is beperkt tot goederen
o Art. 3:1
o Zaken; en
o Vermogensrechten -> jo art. 3:6 BW
▪ Beperkte rechten, vorderingsrechten, auteursrechten, octrooirechten,
merkenrechten etc.
- Goodwill is dus niet vatbaar voor overdracht in goederenrechtelijke zin;
o = samenstel van feitelijkheden, handelingen en afspraken, maar is als zodanig geen
vermogensrecht;
o Neemt niet weg dat partijen onderling afspraken kunnen maken waarbij het lijkt
alsof de goodwill overgaat (bijv. klantenbestand overdragen, anti-concurrentiebeding
overeenkomen etc.)
- Bestanddelen zijn niet zelfstandig als bestanddeel overdraagbaar;
- Rechtsvorderingen zijn ook niet zelfstandig overdraagbaar -> verbonden met het recht tot
bescherming waarvan zij dient (bijv. revindicatie van gestolen goed is verbonden aan
eigendomsrecht op dat goed)
- Wilsrecht moet voor overdracht zijn aan te merken als zelfstandig vermogensrecht
o Wilsrecht = de bevoegdheid om door een wilsverklaring eenzijdig een nieuwe
rechtstoestand te scheppen (optierecht, bevoegdheid tot verrekening, bevoegdheid
beroep te doen op vernietigingsgrond).
- Rabobank/Reuser -> tot voor kort bestond discussie over de vraag of de koper die een zaak
onder eigendomsvoorbehoud overgedragen heeft gekregen, zijn aanspraak op de verwering
van de eigendom bij de betaling van de koopprijs, als een bestaand goed kan overdragen.
Antwoord luidt bevestigend.
Overdraagbaarheid van eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten
- Art. 3:83 lid 1 BW
- Om overgedragen te worden, moet een goed voor overdracht vatbaar zijn;
- Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, tenzij wet of aard van
het recht zich hiertegen verzet;
- Uitgangspunt deze goederen dienen in de handel te blijven, zodat ze vatbaar zijn voor zowel
overdracht als uitwinning;
- Vrije overdraagbaarheid van vordering is van groot economisch belang in een maatschappij
die gebaseerd is op een vrije uitwisseling van goederen en diensten;
2
, o Dat de overdracht de persoonlijke band van de schuldeiser en schuldenaar
doorbreekt, heeft de wetgever niet als bezwaarlijk gezien;
o De overdracht laat de inhoud van de vordering en rechtspositie schuldenaar immers
ongewijzigd;
o Daar waar de inhoud van de prestatie wel afhankelijk is van de persoon (bijv.
kunstschilder), verhindert de aard van de vordering overdracht
o NB: schuldeiser en schuldenaar kunnen hun persoonlijke band benadrukken door
overeen te komen dat de vordering onoverdraagbaar is!
- Geen derdenbescherming -> dat is pas bij de vraag naar beschikkingsbevoegdheid.
Onoverdraagbaarheid o.g.v. aard van het recht
- Art. 3:83 lid 1
- De aard van het recht kan zich verzetten tegen overdracht van dat recht;
- Afhankelijke rechten -> Zij volgen het hoofdrecht
o Pand en hypotheek
o Erfdienstbaarheid
o Opstal
- Persoonlijk karakter van het recht
o Beperkte recht van gebruik
o Beperkte recht van bewoning
o Zijn dusdanig aan de persoon van de gerechtigde verbonden, dat zij naar hun aard
onoverdraagbaar zijn.
- Vorderingsrechten kunnen ook zodanig verbonden zijn aan de persoon van de schuldeiser,
dat alleen hij deze kan uitoefenen -> bijv. indien vervanging van de schuldeiser een wijziging
in de inhoud meebrengt;
o Bijv. recht op levensonderhoud (alimentatierecht -> rijke zestiger vs. kansarme
twintiger);
o Vordering op een kunstschilder voor een portret -> voor diens artistieke inspiratie is
het relevant wie hij moet schilderen. Toestemming van de schilder kan dus
noodzakelijk zijn voor overdracht.
Onoverdraagbaarheid o.g.v. de wet
- Art. 3:83 lid 1
- De wet kan de overdraagbaarheid uitsluiten of beperken
- Alleen wet in formele zin
- Wettelijk voorkeursrecht
o De rechthebbende van een goed mag dit goed niet vervreemden onder het
voorbijgaan van de voorkeursgerechtigde (bijv. de gemeente op grond).
Onoverdraagbaarheid door partijafspraak
- Art. 3:83 lid 1 en 2 BW
- Een partijbeding kan de overdraagbaarheid in beginsel niet uitsluiten
- Uitzondering -> Vorderingsrechten (Lid 2).
Onoverdraagbaarheidsbeding bij eigendom
- Art. 3:83 lid 1 BW
- Het onoverdraagbaarheidsbeding mist goederenrechtelijke werking;
- Eigendom is naar zijn aard overdraagbaar;
o Eigendom ontstaat uit de wet;
o tot de eigendom van een zaak behoort de bevoegdheid om daarover te beschikken
en een ander tot eigenaar te maken;
- strekking is dat zaken voor de handel behouden dienen te blijven;
3
, - partijafspraak kan de overdraagbaarheid van eigendom niet beperken of uitsluiten;
- ruime draagwijdte -> ook bedingen die indirect, tijdelijk of anderszins de overdraagbaarheid
van de eigendom beogen.
o Zoals via een ontbindende voorwaarde indien deze voorwaarde het goed de facto
onoverdraagbaar maakt;
- Strekt zich tevens uit tot vestiging van beperkt recht (via schakelbepaling 3:98 BW)
Obligatoire werking -> onoverdraagbaarheidsbeding vs. overdrachtsverbod
- Mist goederenrechtelijke werking, heeft wel verbintenisrechtelijke werking!
o = Overdrachtsverbod
- Partijen kunnen zich desondanks jegens elkaar verbinden een goed niet over te dragen;
- Schending van dat beding levert wanprestatie op -> verbintenisrechtelijke werking;
- Wanneer is een onoverdraagbaarheidsbeding een overdrachtsverbod?
o Kwestie van uitleg van het beding
- VB 1. A verkoopt zijn huis aan B onder het beding dat B het huis de eerstkomende 20 jaar
niet aan een derde overdraagt. Het beding wordt met de leveringsakte ingeschreven in de
openbare registers.
o Opgevat als onoverdraagbaarheidsbeding mist het beding goederenrechtelijke
werking;
o Opgevat als overdrachtsverbod heeft het beding wel verbintenisrechtelijke werking;
o Wanneer B in strijd met het beding het huis aan C overdraagt, komt weliswaar
overdracht tot stand, maar is B in beginsel uit wanprestatie aansprakelijk jegens A.
Daarnaast kan A proberen C aan te spreken uit OD
▪ Vereist zijn bijzondere omstandigheden waaruit blijkt dat het gedrag van C
onrechtmatig is (bijv. uitlokken wanprestatie/OD);
▪ Enkele feit dat C wist of behoorde te weten van het overdrachtsverbod,
maakt zijn gedrag nog niet onrechtmatig.
- VB 2. A heeft zijn huis in de verkoop en verleent een optie daarop aan B. Een contractueel
optierecht houdt in dat de rechthebbende zich tegenover zijn wederpartij verplicht het
betrokken goed gedurende de looptijd niet aan een derde over te dragen. Een contractueel
optierecht mist goederenrechtelijk effect, maar heeft wel verbintenisrechtelijke werking.
- VB 3. Een contractueel voorkeursrecht heeft ook geen goederenrechtelijke werking.
o Verschil optie en voorkeursrecht -> uitoefening van een optierecht doet de
overeenkomst tot stand komen, terwijl bij een voorkeursrecht de gerechtigde er
slechts recht op heeft dat de rechthebbende op het goed het eerst aan hem te koopt
aanbiedt.
Onoverdraagbaarheidsbeding bij beperkte rechten
- Partijen kunnen noch bij de vestiging, noch bij een later beding de overdraagbaarheid van
beperkte rechten uitsluiten of beperken buiten de wet om;
- Betekent niet dat beperkte rechten altijd voor overdracht vatbaar zijn!
o Bijv. naar hun aard niet ivm afhankelijkheid (pand en hypotheek,
erfdienstbaarheid, opstal etc.)
- Uitzondering -> erfpacht en het als zelfstandig recht gevestigde opstalrecht;
o Art. 5:91 BW
o De eigenaar en beperkt gerechtigde kunnen in de akte van vestiging overeenkomen
dat de beperkt gerechtigde het recht niet kan overdragen zonder toestemming van
de eigenaar;
o beoogt de uitgevende grondeigenaar de mogelijkheid te bieden enige invloed uit te
oefenen op de persoon van de (opvolgend) verkrijger van het opstalrecht.
o Levering in strijd met het beding -> overdracht komt niet tot stand -> gaat dus veel
verder dan zuiver contractueel beding;
4