Examenmatrijs burgerlijk procesrecht
Code 1.1 Toets term: De kandidaat beschrijft wat het burgerlijk procesrecht K B t v P
inhoudt of wanneer het van toepassing is
HD 1 • Geeft regels in het geval dat een partij zijn plichten uit het BW x 1 1
niet nakomt.
• De regels van het burgerlijk procesrecht beschrijven
- hoe een rechtszaak word gestart
- het verloop van een rechtszaak
- bij welke rechter deze zaak plaats vindt
- welke uitspraken er mogelijk zijn
- welke rechtsmiddelen dat er kunnen worden ingesteld
- rechterlijke uitspraak ten uitvoer word gelegd.
• Kenmerken
- lijdelijkheid rechter
- verplichte procesvertegenwoordiging
Code 1.3 Toets term: De kandidaat stelt voor een situatie vast of de K B t v P
procedure begint met een dagvaarding of een verzoekschrift.
HD 5 en 8 Informatie uit het wetsartikel art. 261 lid 2 x 1 1
Verzoekschrift woorden als ‘’verzoekschrift, verzoek,
beschikking’’
Dagvaarding woorden als ‘’vorderen, dagvaarden,
vonnis’’
*zie voorbeeld paarse tabjes wettenbundel
Code 1.4 Toets term: De kandidaat stelt voor een situatie vast wat de K B t v P
benaming is van de verschillende betrokkenen bij een civiele
procedure (rechter, advocaat, gemachtigde, eiser, gedaagde,
verzoeker, verweerder, appellant, geïntimeerde).
rechter x 1 2
Advocaat Juridisch adviseur, die zijn client in een juridisch
procedure kan vertegenwoordigen
Gemachtigde Iemand die iemand anders vertegenwoordigd
(gerechtsdeurwaarder, advocaat)
Eiser Diegene die het initiatief neemt om een
(dagvaarding) rechtszaak te starten.
Brengt ook een dagvaarding uit
Gedaagde Wederpartij van de eiser. De dagvaarding word
(dagvaarding) uitgebracht aan de gedaagde
Verzoeker
Initiatiefnemer tot verzoekschriftprocedure
(verzoekschrift)
Verweerder
Wederpartij in een verzoekschrift procedure
(verzoekschrift)
Appellant
Procespartij die hoger beroep instelt
(Hoger beroep)
Geïntimeerde
Wederpartij van de appllant in hoger beroep
(Hoger beroep)
, Code 1.6 Toets term: De kandidaat stelt voor een situatie vast wat de schriftelijke K B t v P
stukken tijdens de civiele procedure inhouden, van wie ze afkomstig zijn
en in welke volgorde ze ingediend worden (dagvaarding inclusief conclusie
van eis, conclusie van antwoord, conclusie van repliek, conclusie van
dupliek, verzoekschrift, verweerschrift).
x 3 3
Code 1.2 Toets term: De kandidaat legt het verschil tussen een K B t v P
verzoekschriftprocedure en een dagvaardingsprocedure uit
Procedure x 1 1
HD 5,6, Verzoekschriftprocedure Dagvaardingsprocedure
7, 8 1. Indienden verzoekschrift 1. Procedure starten: dagvaarden
2. Oproep voor de zitting 2. reageren op de dagvaarding
3. Reageren op verzoekschrift 3. rolzitting
4. Zitting 4. schriftelijke ronde
5. Uitspraak (beschikking) 5. Zitting
6. Hoger beroep en cassatie 6. Uitspraak vonnis
7. Verzet, hoger beroep en
cassatie
Inhoudelijke stukken
Verzoekschriftprocedure Dagvaardingsprocedure
Verzoekschrift Dagvaarding
Document waarmee de Akte die deurwaarder op
verzoekschrift procedure verzoek van eiser uitbrengt
in gang word gezet aan de gedaagde
Naam, woonplaats van Afkomstig van de eiser
verzoeker en advocaat,
omschrijving van het
verzoek
Afkomstig: verzoeker
Verweerschrift Conclusie van antwoord
Schriftelijke reactie op het Schriftelijke stuk waarmee
verzoekschrift de advocaat van de
Afkomstig: verweerder gedaagde een reactie geeft
op eis uit de dagvaarding
Afkomstig van (advocaat)
gedaagde
Mondelinge behandeling Conclusie van repliek
Zitting Processtuk waarmee de
eiser reageert op de
conclusie van antwoorde
van de gedaagde
Afkomstig van de eiser
Beschikking Conclusie van dupliek
Uitspraak van de rechter Processtuk waarmee de
gedaagde reageert op de
conclusie van repliek van
de eiser
Afkomstig van gedaagde
Comparitie
Mondelinge behandeling
Zitting
Vonnis
Uitspraak van de rechter
Code 1.5 Toets term: De kandidaat benoemt de ambtelijke taken van de K B t v P