Bij het vak Sociaal Emotionele Ontwikkeling in Opvang en Onderwijs (SEO) worden de laatste hoofdstukken van dit boek behandeld. De eerste hoofdstukken van dit boek heb ik ook samengevat voor het vak Cognitieve Ontwikkeling en Leerproblemen
Onderwijsleerproblemen (5e editie)
Hoofdstuk 7 - Interesse en affectie
Interesse: Het leuk vinden of gewillig zijn om aan een activiteit deel te
nemen.
Persoonlijke interesse: een stabiele positie ten opzichte van een
bepaald onderwerp/domein.
Situationele interesse: een tijdelijke, situatie-specifieke aandacht voor
een onderwerp.
Interesse kan in 3 perspectieven worden bekeken:
1. Persoonlijke interesse (een individuele aanleg):
Karakteristieken van een persoon met betrekking tot bepaalde
activiteiten/onderwerpen. Is redelijk stabiel (vb. interesse in
computers/muziek/etc. maar niet nieuwsgierig, want dat kan je over
het algemeen zijn).
2. Interestingness (een aspect van de context – situationele
interesse)
Dit maakt bepaalde opdrachten interessant. Er zijn hierbij twee
fasen van situationele interesse: 1. Aandacht is getrokken, 2.
Aandacht/interesse is behouden.
Vb. wat maakt een tekst interessant (verassing, spanning etc.)
3. Interesse als een psychologische staat (bevat situationele
interesse).
Individuen kunnen geactualiseerde individuele interesse ontwikkelen
waarbij de persoonlijke interesse interacteert met de
omgevingsaspecten.
Situationele interesse is de psychologische staat waarbij je
geïnteresseerd bent in de taak/activiteit.
Waarde van de activiteit
Voorkennis Laag Hoog
Laag Genegeerd (1) Aantrekking
(2)
Hoog Niet- Geïnteresseer
geïnteresseerd d (4)
(3)
Dus wanneer je hoge waarde aan de activiteit hecht en genoeg
voorkennis hebt, heb je de meeste interesse.
Experience Sampling Method:
Bedoelt om de motivationele status van flow te meten. Wordt ook wel de
beeper-methodologie genoemd. (volwassenen kregen piepers mee die een
aantal x per dag afgaat. Wanneer hij afgaat beoordelen ze zichzelf op
affectie (vrolijk, blij, gezellig etc.), op activatie (actief, alert, sterk) en
beoordelen de huidige situatie op uitdagingen en vaardigheden die
beschikbaar zijn voor hen. (dit kan ook meer situatie-specifiek: tijdens
,zelfstandig werken/ instructie etc. Of kijken naar de interessantheid van
speelgoed: hoe lang blijft het kind ermee bezig).
Selectief effect: dit zie je bij oudere kinderen en volwassenen. Deze
kiezen niet alleen wat hen interesseert, maar ook dingen die zij moeten
doen (school, werk etc.)
Divers effect: dit geldt voor jonge kinderen. Zij doen wat zij leuk vinden
(als volwassenen het toelaten).
Hidi & Renninger onderscheiden 4 fasen van het ontstaan van
persoonlijke interesse:
- Getriggerde situationele interesse (d.m.v. aandachttrekkende
activiteiten/ puzzels/ groepswerk etc.)
- Behouden situationele interesse (d.m.v. betekenisvol werk en
actieve betrokkenheid)
- Ontstaan van individuele interesse (minder ontwikkeld)
- Goed ontwikkelde individuele interesse.
Het idee hierachter is dat een leerkracht eerst moet zorgen voor veel
situationele interesse, zodat de leerlingen uiteindelijk individuele interesse
voor een vak kunnen ontwikkelen.
Zorgen voor situationele en persoonlijke interesse in de klas
1. Gebruik origineel materiaal: niet alleen tekstboek, variëren.
2. Toon enthousiasme en interesse voor de inhoud (modelling).
3. Creëer verassing: gebruik materiaal dat tegen de verwachtingen
ingaat of tegen hun voorkennis (onevenwicht). (vb. voorspelling
laten doen over experiment -> blijkt anders dan verwachtingen).
4. Gebruik variatie en nieuwsgierigheid.
5. Zorg voor keuzes in onderwerpen, gebaseerd op persoonlijke
interesse (bijv. bij werkstukken o.i.d.)
6. Bouw verder en integreer persoonlijke student interesse in
ontwerplessen: studenten hebben verschillende persoonlijke
interesses, maar ook veel overeenkomstige -> deze kun je
gebruiken.
Zelfwaardering theorie
Zelwaarde/zelfvertrouwen: affectie, emoties of gevoelens over
evaluaties over zichzelf. Het is een emotionele reactie tot de zelf.
De behoefte voor zelfwaarde is een basisbehoefte. Je ziet dit terug in de
zoektocht naar zelfacceptatie. In het westen krijg je die vooral uit
schoolprestaties/werksucces etc.
Zelf-handicapping: Dat mensen maar niet te hard gaan leren -> want dan
voorkom je dat je zelfwaardering achteruit gaat (je had toch niet goed geleerd,
dus logisch = beter dan hard geleerd en falen).
, Emoties en onderwijsprestaties
Affectie: meest inclusieve term. Omvat specifieke emoties en algemene moods.
Moods: relatief lage intensiteit, diffuus en voortdurende staat, heeft geen
opvallende voorafgaande oorzaak en weinig cognitieve inhoud. (weten vaak niet
eens waarom je die mood hebt).
Emotions: meer korte termijn, intense fenomenen die meestal een opvallende
oorzaak hebben. Het individu is zich ook bewust van die oorzaak (kun je zelf
reguleren).
Taxonomie van leerling emoties (Pekrun)
Positief Negatief
Taak-gerelateerd
Retrospectief Opluchting -
(terugkijkend) Uitkomst gerelateerde Droevig
vreugde
Trots Teleurstelling
Schaamte/Schuld
Sociaal
Dankbaarheid Boosheid
Empathie Jaloezie
Bewondering Minachting
Sympathie/liefde Antipathie/haat
Taak-gerelateerde emoties: gerelateerd aan prestaties of leertaken of werk-
gerelateerde zaken.
Sociale emoties: komen voort uit sociale interacties.
In een positieve stemming onthoud je meer dingen in een positieve zin. Als je
in een negatieve stemming bent, onthoud je de negatieve informatie vaker. (je
kan ook beter leren in positieve stemming).
Wanneer je iets voor een extern doel doet, krijg je stress -> dit is slecht voor je
prestaties -> stress ondermijnd je denkproces.
Faalangst
Een type emotie dat slechte invloed kan hebben op de prestaties op school. Je
maakt je druk over de mogelijke uitkomsten (falen voor een examen/test).
(cognitieve component = druk maken, emotionele component = emotie/affect).
Kan komen doordat:
- ze niet weten hoe ze goed moeten studeren/ een test aanpakken etc.
- ze door negatieve gedachten worden afgeleid van de opdracht.
- ze minder intrinsiek gemotiveerd zijn -> verlaagd de taak aandacht.
Interventies:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mel94. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.