Nationaal en internationaal procederen – week 3 – college 3 – vrijdag 22 januari ’21
Wat gaan we bespreken?
1. Grensoverschrijdend beslag onder Brussel I-bis Verordeningen;
2. Grensoverschrijdende aspecten van Nederlands derdenbeslag;
3. Europees bankbeslag (EAPO-Verordening).
Grensoverschrijdend beslag onder Brussel I-bis Verordeningen
Europese regelingen:
- Brussel I-bis
- Verdrag van Lugano (IJsland, Noorwegen en Zwitserland)
- EU-Denemarken Overeenkomst
Brussel I-bis regelt twee IPR-onderwerpen:
1. Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken;
2. Erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Nut: dat je procedeert in een land buiten
Nederland, omdat de buitenlandse EU-rechter de bevoegde rechter is (art. 4 of 7) maar dat de buitenlandse zaak
hier in Nederland tenuitvoer gelegd moet worden omdat hier het financiële centrum zit van de partij.
Toepassingsgebied:
- Materieel, art. 1 lid 1 BIB: internationale gevallen.
- Formeel: geen universeel toepassingsgebied; rechtsmacht: woonplaats verweerder lidstaat, art. 4 lid 1 BIB –
erkenning en tenuitvoerlegging: rechterlijke beslissing uit lidstaat, art. 36 lid 1 en art. 39 BIB.
- Temporeel: rechtsvordering ingesteld op of na 10 januari 2015.
Erkenning en tenuitvoerlegging
Van wat? In een lidstaat gegeven rechterlijke beslissing, art. 36 lid 1 en 39 jo. 2(a). EU-gedachte: 1 juridische territorium
zijn. En dit geldt ook voor de tenuitvoerlegging.
Hoe zit die erkenning en tenuitvoerlegging in elkaar? Zonder vorm van proces dus automatisch, maar moet je een set regels
nalopen en dat vind je in art. 36-38 BIB. > afschrift van de beslissing, een certificaat (echtheid van de beslissing vaststelt, art.
37 BIB) en als je dat hebt gedaan kan je zonder exequatur een automatische uitvoerbaarheid in andere lidstaten, art. 39 e.v.
BIB: voorwaarde: uitvoerbare beslissing en afschrift en certificaat en indien van toepassing: bewijs van voorafgaand
betekening en vertaling, art. 42-43 BIB.
Het gaat hier over een beslissing; art. 36 en 39; dezelfde bewoording, maar wat is nou een beslissing? Art. 2 aanhef en
onder a BIB: “Elke door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing, ongeacht de daaraan gegeven benaming, zoals
arrest, vonnis, beschikking of rechterlijke dwangbevel, alsmede de vaststelling van het bedrag van de proceskosten door de
griffier.” Beslissing is een uitspraak van de Nederlandse rechter (vanuit het Nederlandse bekeken), maar het omvat meer en
dan komt het belang van tenuitvoerlegging en erkenning in het buitenland in het kader van beslagrecht om de hoek kijken,
kijk maar naar de tweede en derde volzin: “Voor de toepassing van hoofdstuk III omvat het begrip ‘beslissing’ voorlopige en
bewarende maatregelen die zijn gelast door een gerecht dat overeenkomstig deze verordening bevoegd is om van het
bodemgeschil kennis te nemen.” Er is hier een bevoegde bodemrechter dan kan een beslissing dat door dat gerecht van die
bodemrechter in het kader van een bewarende of voorlopige maatregel ook in het buitenland ten uitvoer worden gelegd.
“Het omvat niet een voorlopige of een bewarende maatregel die door een dergelijk gerecht wordt bevolen zonder dat de
verweerder is opgeroepen (hoe zit dat bij het conservatoire beslag? Stel dat in de bodemzaak de Nederlandse rechter bevoegd is en de
voorzieningenrechter van dat gerecht verlof verleent tot het leggen van beslag. Dat is een beslissing aangaande een bewarende maatregel,
maar dat omvat niet het begrip ‘beslissing’, want de bewarende maatregel wordt bevolen/toestemming gegeven tot het leggen van beslag
zonder dat de verweerder wordt gehoord. Dat gebeurt bij conservatoire beslag altijd ex-parte. Dan kan alleen maar zo’n verlof worden
tenuitvoergelegd en erkend elders als de beslissing die de maatregel bevat voor de tenuitvoerlegging aan de verweerder is betekend, je
moet dus iets extra’s doen) te verschijnen, tenzij de beslissing die de maatregel bevat voor de tenuitvoerlegging aan de
verweerder is betekend.” En dit geeft stof tot nadenken… we gaan eens naar de voorlopige en bewarende maatregelen
kijken.
Voorlopige en bewarende maatregelen
Brussel I-bis breidt het beslissingsbegrip uit naar voorlopige en bewarende maatregelen. En dat is een trendbreuk met de
voorganger van Brussel I-bis (dit was vroeger niet). Maar er zijn wel beperkingen:
- Het moet een beslissing van een in de hoofdzaak bevoegde rechter zijn; hoofdzaak en bewarende maatregel
(bevel daartoe) moet door eenzelfde gerecht zijn gegeven. We komen niet met de ‘restrechter’ (in het kader van
art. 35 BIB waar bij voorlopige maatregelen uitkomen; daar hebben we het niet over) en deze bevoegdheid wordt
weer geregeerd door hoofdstuk 2; woonplaats gedaagde. Dus niet maatregelen van ‘restrechter’ art. 35 BIB.
- Ex parte maatregelen vallen er ook niet onder; kijk maar hierboven derde volzin art. 2a BIB. Alleen na
voorafgaande betekening van beslissing aan verweerder. Hiermee is het verrassingseffect wel weg. Als je in
Nederland beslag legt (conservatoir) kan je de wederpartij overvallen.
- Als je een verlof hebt naar Nederlands recht en vervolgens tijdig betekent (verrassingseffect weg) dan moet je
kijken naar het Nationale executie recht waar het verlof tenuitvoer wordt gelegd en of er een mogelijkheid is voor
conservatoir beslag.
Dus in het systeem kunnen we een bevel voorlopige maatregel/bewarende kunnen we exporteren mits dat bevel is gegeven door de
rechter van een gerecht dat ook in de hoofdzaak bevoegd is, mits het niet ex parte is gegeven of als het ex parte is gegeven dat het van t
voren medegedeeld is. En vervolgens kan je het tenuitvoerleggen naar het nationale land waar je het tenuitvoer wil leggen.
, Tenuitvoerlegging ‘gewone’ beslissing Tenuitvoerlegging ex parte voorlopige/bewarende maatregel
Voorbeeld I: je hebt een Nederlandse crediteur en die crediteur heeft een Belgische debiteur (Belgisch omdat je weet dat België een soort
gelijk systeem van conservatoir beslaglegging als Nederland) Stel er is een overeenkomst tussen de crediteur en debiteur en in die
overeenkomst is een forumkeuze gemaakt en die is verder geldig, op grond van art. 1 BIB dat zo’n forumkeuze moet worden geëerbiedigd.
En de forumkeuze leidt tot (wat de gewone regels ook zeggen) dan is bevoegd het gekozen forum (ervan uit gaande dat er verder geen
bijzondere regels zijn). De Nederlandse crediteur weet dat de Belgische debiteur een bankrekening in Nederland en in België heeft. Je kan
zeggen; nationale aspect is ik leg in Nederland beslag, maar je kan met eventueel verlof ook beslag in België leggen. Hoe gaat dat? 1) Hij
krijgt een verzoek dat hij moet maken; crediteur maakt een verzoek conservatoir derde beslag en dient hij in bij de voorzieningenrechter bij
de rechtbank waar de forumkeuze op ziet en dat kan omdat de Nederlandse bank ook in Nederland is gevestigd. 2) De crediteur krijgt ex
parte zijn verlof. 3) Kan de crediteur ook de Belg bij de Belgische bank aanpakken? 4) Voorwaarde; het verlof moet worden betekend en
een redelijke termijn voor de tenuitvoerlegging moet plaatsvinden en dat je vervolgens het beslag legt. Nou zou je kunnen menen dat er niks
op tegen is als je (tactisch handig) de volgorde verander ten dan leg je als crediteur beslag onder de Nederlandse bank, vervolgens betekenen het
beslagverlof aan de Belg in een redelijk termijn voor de tenuitvoerlegging en leg je beslag in onder de Belgische bank.
Hoe werkt dat ‘grensoverschrijdend’? Bij stap 1 zit een Nederlandse advocaat
en die zal het verzoekschrift indienen en krijgt de beschikking. En bij de
Belgische bank (beslag) schakel je een Belgische advocaat in, omdat de
beslaglegging moet plaatsvinden naar het nationale recht van de
tenuitvoerlegging.
Hoe is het als je in Nederland een derdenbeslag legt? Stel die debiteur die toevallig in Nederland woont en heeft in
Nederland een bankrekening, zou je als de bank een (branch office heeft in België) zouden die onder het beslag vallen? Je
gaat dan niet naar Belgisch recht beslag leggen onder die bank, maar dan leg je beslag onder de Nederlandse bank en dan
krijg je de vraag: treft dat beslag nu gelden die door de Nederlandse bank in België worden geadministreerd? (Dit is het
tweede aspect van de grensoverschrijdende; Hoe het zit met het Nederlandse grensoverschrijdende beslag)
Territorialiteitsbeginsel
Zolang een schip buiten de territorialewateren ligt heeft de Nederlandse rechter geen rechtsmacht. Het spreekt voor zich;
het territorium van de rechter is zijn eigen territorium en is het Nederlandse. Als je van een Nederlandse rechter verlof krijg
voor beslaglegging kan je dat alleen doen op goederen die zich in het Nederlandse territoir bevinden. Hoe gaat dat nu bij
die schepen? De wetgever heeft een regel gemaakt dat bevoegd is de rechter van de plaats waar het schip zich bevindt, of
de rechter waar het schip naartoe onderweg is. Dan kan je het verlof al vragen van een schip die nog moet binnenkomen.
En de Nederlandse rechter heeft daarover de bevoegdheid om het verlof te verlenen. Maar het beslag zelf kan alleen als het
binnen de territorialewateren is. Bij roerende zaken (ook registerzaken), zoals schepen, is dat nog uit te leggen. Je kan dan
zeggen; dat schip is een feitelijk/stoffelijk iets; hij is binnen die territorialewateren en dan pak ik hem. Maar hoe kan je nou
een beslagobject lokaliseren als het een vordering is? Hoe zit dat bij een derdenbeslag? Wanneer zit zo’n vordering in het
Nederlandse territorium? Hoe moet je dat benaderen?
Territorialiteit en derdenbeslag
Dan krijg je dat een derdenbeslag alleen kan leggen onder een derde beslagene die in Nederland woonplaats heeft of
vestigingsplaats. Dus anders dan bij roerende, onroerende; zaken, bij zaken moet je lokaliseren in het Nederlandse
territorium. Bij vorderingen staat niet dat het gelokaliseerd moet worden; niet het beslag moet worden gelokaliseerd, maar
de derde beslagene. En bij zo’n derdenbeslag ga je niet anders dan bij roerende zaken (waar ik een exploot of inschrijven bij
registergoederen) beslag maatregel is niet anders dan dat de deurwaarder met een exploot naar de derde beslagene de
bevelen geeft; waarbij ineens een derde wordt betrokken in een dispuut bij beslagschuldenaar en beslaglegger en dan moet
hij aan bepaalde dingen voldoen en alles onder zich houden en na twee weken, art. 476a Rv, moet verklaren wat hij onder
zich heeft. En wat hij verklaard heeft betaalt en afgeven bij de deurwaarden (drie bevelen).
De wet heeft dus geen beperking van het territorium, art. 475 lid 1 Rv: er kan beslag worden gelegd op vorderingen die
geëxecuteerde op derde mocht hebben, dus een vordering die de beslagdebiteur heeft op zijn bank die kan worden
beslagen door zijn schuldeiser daar ligt geen territoriale beperking: heb ik nou een vordering op de bank in Nederland
gevestigd of heb ik ook op de bank in Nederland gevestigd terwijl de gelden geadministreerd in een branch office buiten