Samenvatting hoofdstuk 1 verandering en
agogiek
1.1 Veranderen en helpen veranderen
Voor sommigen kan een verandering onzekerheid meebrengen door het
tempo en anderen voelen zich uitgedaagd. Veranderen op 2 manieren: zelf
veranderen of iets doen veranderen.
Beïnvloedingen vanuit de hulp- en dienstverlening agogie (cultureel
werk, maatschappelijk werk, psychotherapie). Agogiek is de leer van deze
werkvelden, deze biedt aanwijzingen voor de wijze waarop je mensen kunt
helpen en begeleiden.
1.2 Kenmerken van agogie
Agogiek is de leer van eenzijdige, systematische, doelgerichte,
beroepsmatige beïnvloeding die gericht is op het bereiken van een
meer wenselijk geachte psychosociale situatie van volwassenen
(individueel en in onderling verband) die zich van deze beïnvloeding
bewust zijn en die deze situatie ook nastreven.
1.3 Cliënt
De agoog past de verandering toe, de cliënt ondergaat de verandering. Als
het cliëntensysteem groot is wordt het een doelgroep genoemd.
1.4 Met of zonder k?
Kinderen Volwassen Àlgemeen
en
Het eigenlijke Pedagogi Andragogi Agogie
beïnvloeden
e e
De praktijkleer Pedagogi Andragogi Agogiek
ek ek
De wetenschap Pedagolo Andragolo Agologie
gie gie
1.5 Beroepen en velden
Beroepen waarin agogie centraal staat of beroepen die een agogisch
aspect dragen
o Maatschappelijk werker -leraar, arts
1.6 Niveau van psychosociaal functioneren
Op basis van de aard van het psychosociale functioneren onderscheiden
we vier soorten van cliëntensystemen:
o Individuele personen – gevoelens, houding ten opzichte van mensen
en dingen, persoonlijke ervaringen, gedrag, identiteit, verlangens.
Psychosociale verandering een meer gefundeerd oordeel vormen
over hulp bij zelfdoding.
o Groepen – mensen die elkaar kennen, met elkaar omgaan
(echtparen, gezinnen, team). Psychosociale verschijnselen
, jaloezie, communicatie, besluitvorming, vertrouwen. Psychosociale
verandering een gezin leert ruzies te beperken.
o Organisaties – individuen en groepen. Psychosociale zaken
hiërarchie, geschreven regels, formele posities. Psychosociale
veranderingen er wordt een studentenraad ingezet op een
hogeschool.
o Grotere samenlevingsverbanden – alle gemeenschappelijke mensen.
Maatschappelijke normen en waarden spelen een grote rol,
(sub)cultuur, communicatie is anoniem en gebeurt veelal via
massamedia. Wetten, formele regels en overheid en politiek.
Psychosociale veranderingen de scholing van vrouwen in een
ontwikkelingsland.
MICRO individuen en (kleine) groepen
MESO organisaties en kleinere samenlevingsverbanden
(buurten)
MACRO grotere samenlevingsverbanden of de
maatschappij als geheel
1.7 Verandering nader bekeken
Een verandering is een verschil tussen een nieuwe en een oude situatie.
o Vervangen: iets verdwijnt ten gunste van iets nieuws
o Toevoegen: het oude blijft bestaan maar er komt iets nieuws bij
Negatieve uitgangssituatie: de verandering is de oplossing voor het
probleem
Positieve uitgangssituatie: men streeft naar een nóg betere toestand
Soms is het goed om niet te veranderen en daar de energie in te steken
(promotie laten gaan).
1.8 Incidentele en structurele verandering
Incidenteel: een eenmalige verandering kan een incidenteel karakter
hebben, oplossing voor één geval of beperkte tijd. (tijdelijk inzetten van
een uitzendkracht op de onderbezette administratie)Het opstapelen van
oplossingen kunnen een groter probleem veroorzaken: een vrouw gaat
steeds meer schelden op haar vriendin die veel drinkt.
Structureel: verandering met betrekking tot structuur, sorteren meestal
meer effect.
(het vereenvoudigen van administratieve procedures)
Een verandering is dus niet of incidenteel of structureel, het zijn graduele
begrippen
1.9 Veranderbaarheid, verantwoordelijkheid en vrijheid
Sommige mensen ontkennen een situatie om hun eigen
verantwoordelijkheid weg te zetten. De vanzelfsprekendheid is de grootste
vijand van verandering. Een agoog kan iemand pas helpen veranderen als
zij dit doorhebben en hier zich kwetsbaar voor opstellen. Mensen moeten
, verantwoordelijkheid nemen, niet afschuiven en niet alles op zich nemen.
Orenmaffia: zit tussen de oren
Handelen staat in de agogiek tegenover gedrag. Menselijk gedrag wordt
soms, net als dat van dieren, gezien als de reactie van een min of meer
willoos organisme op prikkels uit zijn omgeving. Handelen heeft
daarentegen een actieve lading: wie handelt is verantwoordelijken maakt
zelf een bewuste keuze, er wordt een doel nagestreefd, je kunt er zin aan
toekennen.
1.10 Procesgericht veranderen
Agogisch werk is meer procesgericht dan productgericht omdat het gaat
om het bedenken van een goede oplossing of verandering. De acceptatie
van een verandering is doorgaans een groter probleem dan de aard van de
verandering. Agogisch werk is eerder gericht op de cliënt dan op het
probleem.
1.11 Wat de agogiek je biedt
De agogiek kan mensen een begrippenkader geven, een eigen stijl te
ontwikkelen, ook techniek. Studie en training vergroten je gedrags- en
handelingsrepertoire. Een systematische aanpak verhoort het effect, het
instrument ben jezelf.
Samenvatting hoofdstuk 2 individuele
verandering nader bekeken
2.1 Bronnen van verandering
Waarom zou je eigenlijk veranderen?
Eigen ontwikkeling Verwachtingen van anderen
Idealen Belangen
Innerlijke drang (groei) Bedreiging van buitenaf
Onvrede met de bestaande (Plotselinge) wijziging in
situatie omstandigheden
Informatie in strijd met het Indrukwekkende of
gedrag confronterende ervaringen
Geheel nieuwe informatie
2.2 Motivatie
In het veranderingsproces is motivatie de belangrijkste factor
(Engels: motion en ‘motor’). In het algemeen kun je zeggen dat
mensen meer tot verandering gemotiveerd zijn naarmate zij zich
minder bedreigd voelen, zij er meer wenselijks mee kunnen bereiken
en er meer ondersteuning vanuit hun omgeving bestaat. De sterkste
motor in een veranderingsproces is misschien wel het resultaat, het
waargenomen effect van alle inspanning.
Succes motiveert sterker naarmate het sneller op de actie volgt.
Een behaald resultaat blijkt een zeer belangrijke drijfveer te zijn in
het veranderingsproces. Een agoog moet hierin helpen door grote