9c Geeft voorlichting, advies en instructie
Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg
Leerlingnaam
School
,Inhoudsopgave:
Opdracht 9c Geeft voorlichting, advies en instructie
Opdracht uitleg………………………………………………..3.
Opdracht 1……………………………….………………………4.
Opdracht 2…………………………………….…………………10.
2
,9C Geeft voorlichting, advies en instructie
VZ-B-K1-W7-C Geeft voorlichting, advies en instructie Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1
werkproces 7 oefenopdracht C Je hebt een voorlichting en instructie geobserveerd en onder
begeleiding uitgevoerd. Je hebt daarnaast geoefend met het schrijven van een
verantwoordingsverslag van een instructie met behulp van de STRAK-methodiek. Nu ga je een
voorlichting geven aan een groep. Een groep bestaat uit twee of meer personen. Onder een groep
kan ook verstaan worden een echtpaar, gezin of familie.
Opdracht 1: Het geven van een groepsgerichte voorlichting of instructie
Geef onder begeleiding een groepsvoorlichting en/of -instructie aan zorgvrager(s) en/of
naastbetrokkene(n).
Maak een voorlichtings- of instructieplan.
Voer het plan uit.
Evalueer dit met de groep.
Opdracht 2: Schrijf een verantwoordingsverslag van de uitgevoerde voorlichting of instructie
Schrijf een verantwoordingsverslag waarin je de gemaakte keuzes in de voorbereiding,
uitvoering en evaluatie van de voorlichting onderbouwt met behulp van de STRAK-
methodiek. Maak gebruik van je kennis van bij de doelgroepen voorkomende ziektebeelden,
beperkingen, stoornissen, aandoeningen, co morbiditeit en functieproblemen.
Bespreek deze opdracht met je begeleider. Resultaat Je hebt een passende
groepsvoorlichting en/of instructie gegeven aan een groep zorgvragers en/of
naastbetrokkenen. Je hebt de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van deze voorlichting
en/of instructie verantwoord in een verantwoordingsverslag volgens de STRAK-methodiek.
Bewijsstukken
Voorlichtings- of instructieplan van de voorlichting aan een groep
Verantwoordingsverslag
Feedbackformulier (volledig ingevuld en ondertekend) met daarin feedback op:
voorlichtings- of instructieplan, het geven van voorlichting of instructie geven en het
verantwoordingsverslag
3
,9C Geeft voorlichting, advies en instructie
Opdracht 1 Het geven van een groepsgerichte voorlichting of instructie.
1. Voorbereiding voorlichting.
Het gaat hierbij over de vorm van dementie.
A: Welke symptomen herken je bij de zorgvrager?
Vergeetachtigheid
Problemen met dagelijkse handelingen
Terugtrekken uit sociale activiteiten
Vergissing in tijd en plaats
Kwijtraken van spullen
Verminderd beoordelingsvermogen
Veranderingen in gedrag en karakter
Onrust
Taalproblemen
Problemen met zien
B: Hoe gedraagt hij/zij zich daarbij?
Vergeetachtigheid
o Nieuwe informatie, belangrijke date of gebeurtenissen vergeten
o Steeds opnieuw dezelfde vragen stellen
Problemen met dagelijkse handelingen
o Moeite hebben met het uitvoeren van gewone handelingen en de volgorde daarvan, zoals bij
het boodschappen doen en aankleden
o Lastiger dingen kunnen plannen en regelen
Terugtrekken uit sociale activiteiten
o Minder dingen uit zichzelf ondernemen
o Minder contact zoeken met anderen
o Verlies van sociale netwerk
Vergissing in tijd en plaats
o Verdwalen op een vaste route
o Niet weten welke dag het is
Kwijtraken van spullen
o Niet meer kunnen achterhalen waar spullen gebleven zijn
o Spullen op vreemde plekken neerleggen
Verminderd beoordelingsvermogen
o Situaties lastiger kunnen inschatten
o Moeilijker keuzes kunnen maken
Veranderingen in gedrag en karakter
o Ander gedrag vertonen (verward, achterdochtig, angstig of verdrietig)
o Een stemming die zonder duidelijke aanleiding omslaat
4
, Onrust
o Altijd op zoek naar iets
o Steeds willen opruimen
o Voortdurend het gevoel hebben iets te moeten
Taalproblemen
o Gesprekken moeilijk kunnen volgen
o Niet of slecht op woorden of namen kunnen komen
Problemen met zien
o Afstanden minder goed kunnen inschatten
o Moeite met lezen en het onderscheiden van kleur en contrast
o Dingen zien die er niet zijn
C. Welke factoren van de zorgvrager en welke factoren in de omgeving zijn van invloed op de
gezondheid van de zorgvragen?
Persoonlijke stemming (vrolijk, boos, verdrietig)
Achtergrond geluiden
Vastigheid in dagelijkse bezigheden (op tijd eten etc.)
D. Aan wie ga je de voorlichting geven?
Contactpersonen van de zorgvragers
E. Waar gaat de voorlichting over?
Dementie
F. Op welke manier ga je de familie voorlichten?
D.m.v. promotie materiaal en een verslag
G. Wie zijn er nog meer betrokken bij de voorlichting? (Andere disciplines)
Ik zelf, contactpersonen van de zorgvragen. Bij de voorlichting is ook de zorginstelling erbij
betrokken.
5
,2. Uitvoering voorlichting
Deze voorlichting is geschreven voor de contactpersonen van de zorgvragers. De inhoud van deze
voorlichting sluit aan bij de groep die te maken heeft met
Dementie is een verzamelnaam voor aandoeningen die in combinaties met meervoudige stoornissen
in het geheugen worden veroorzaakt. Hierbij speelt stemming en gedrag ook een rol bij. Het verloop
van de ziekte en de verschijnselen is afhankelijk van de vorm van dementie. Hiermee heeft te maken
welke functie van de hersenen beschadigd zijn.
Dementie is helaas nog niet te genezen, maar door medicijnen kun je de ziekte remmen.
Gezond eten en bewegen geven een positief effect op het functioneren, de conditie en de stemming
van mensen met dementie. Met bewegen bedoelen ze 5x per week een half uur matig intensief
bewegen. Bij het gezond blijven is gezonde voeding, vocht, slaap en mentale gesteldheid ook
belangrijk.
Er zijn verschillende vormen van dementie.
De meest voorkomende vormen van dementie zijn:
Alzheimer: Dit is de meest voorkomende ziekte van dementie. Een persoon met Alzheimer
heeft moeite met de alledaagse dingen zoals plannen maken, beslissingen nemen en een
gesprek volgen.
Bij alzheimer gaat de achteruitgang geleidelijk achteruit in fases.
Vroege fase
- Recente gebeurtenissen of gesprekken vergeten.
- Dezelfde vraag of zin herhalen.
- Trager begrip van nieuwe dingen.
- De draad van een verhaal kwijtraken.
- In de war zijn.
- Minder vloeiend spreken.
- Moeite met beslissingen nemen.
- Weinig belangstelling voor andere mensen en activiteiten.
Midden fase
- In de war zijn over tijd, plaats en datum.
- Weglopen en de weg kwijtraken.
- Een verstoord dag- en nachtritme.
- Gevaarlijke situaties, zoals het gas openzetten zonder het aan te steken.
- Vreemd gedrag zoals in haar nachtjapon de straat op gaan.
- Waandenkbeelden en hallucinaties.
Late fase
- Veel eten en toch veel gewicht verliezen.
- Moeite hebben met kauwen en slikken.
- Incontinentie.
- Spraakverlies, soms kent ze nog een paar woorden die ze steeds herhaalt.
- Onrustig gedrag, schreeuwen of zoeken naar iets of iemand.
- Verdrietig of boos, zelfs agressief gedrag vertonen, vooral als ze zich bedreigd voelt.
- Woede-uitbarstingen tijdens de lichamelijke verzorging, omdat ze het niet begrijpt.
6
, Vasculaire dementie: Mensen met deze vorm van dementie hebben hart- en vaatziekte of
hebben het in het verleden gehad.
Grillig verloop
De achteruitgang bij vasculaire dementie is niet zo geleidelijk als bij Alzheimer. Het verloop is vaak
grillig, stapsgewijs, met min of meer acute momenten van verslechtering en gedeeltelijke
verbetering. Dit kan soms van dag tot dag verschillend zijn.
Na een nieuwe beroerte kunnen de verschijnselen plotseling verergeren, om daarna weer een tijd
stabiel te blijven. Je naaste kan jarenlang stabiel blijven omdat er zich geen nieuwe herseninfarcten
voordoen. Het verbeteren van de lichamelijke conditie door bijvoorbeeld het behandelen van een te
hoge bloedsuiker of bloeddruk, kan het geheugen soms zelfs weer iets verbeteren.
Kenmerkend voor vasculaire dementie is ook dat het je naaste geleidelijk meer moeite zal kosten om
informatie uit het geheugen op te roepen. Ze herkent deze informatie wel als je haar meerdere
keuzes geeft. Het oproepen van namen van de kinderen lukt bijvoorbeeld niet, maar als een
verzorgende vraagt: ‘Hoe was het ook alweer, uw dochter heet Jos en uw schoondochter Emma, of
was het andersom?’ weet ze feilloos wie haar dochter is en wie haar schoondochter.
Tot in een laat stadium blijven de persoonlijkheid van je naaste en haar emotionele reacties normaal.
Hierdoor is ze zich meer bewust van haar ziekte en vatbaarder voor depressies dan iemand met
alzheimer. Uiteindelijk zullen de geheugenproblemen het ziektebesef overschaduwen.
Fronto-temporale dementie: Deze vorm komt vaak op jongere leeftijd voor. Dit merk je als
eerste aan verandering van het gedrag. De taal, spraak en motoriek kunnen hierbij ook
aangetast zijn.
De eerste verschijnselen van fronto-temporale dementie (FTD) hebben vaak te maken met
veranderingen in sociaal gedrag. Na verloop van tijd worden de verschijnselen meer uitgesproken.
Uiteindelijk verdwijnt het onderscheid tussen de drie bestaande vormen van FTD.
Fronto-temporale dementie begint vaak al op relatief jonge leeftijd begint en de eerste
verschijnselen zich heel geleidelijk kenbaar maken, is het aanvankelijk lastig om deze ziekte
te herkennen. Je naaste zal zelf weinig of geen besef hebben van het feit dat er iets aan de hand is.
Het diagnosetraject is dan ook vaak een lange weg.
De ziekte tast de voorste hersenen (frontaalkwab) aan. Hier wordt onder andere het
gedrag/persoonlijkheid, de taalvaardigheid en de motoriek geregeld, vandaar de drie verschillende
uitingsvormen van FTD. Afhankelijk van waar de eerste beschadigingen optreden, vertoont je naaste
veranderingen. Beschadiging van het gedrag leidt tot andere verschijnselen dan beschadiging van de
taalvaardigheid of motoriek. Je naaste kan een andere persoonlijkheid laten zien, maar nog lang
begrijpen wat er gezegd wordt. Ze kan dwangmatig ijsberen terwijl het geheugen nog jaren intact
blijft.
7