Een samenvatting van het boek Dyslexie, een complex taalprobleem van Tom Braams. Het gaat om de hoofdstukken 1 t/m 5. Als je de lerarenopleiding Nederlands aan het Windesheim volgt, dan is dit alle tentamenstof. Hoofdstuk 6-8 = geen tentamenstof.
1.1 Dyslexie: een mooie naam voor zwak lezen en spellen?
Dyslexie, bestaat het wel? Is het een verzamelterm waaronder van alles en nog
wat kan vallen? Zijn er dan twee groepen slechte lezers en spellers: een groep
die ‘gewoon’ niet goed kan leren een groep die je ‘dyslectisch’ moet noemen? Of
is dyslexie een mooi word om te verhullen dat een kind niet kan leren? Dit zijn
vele gestelde vragen. In het kort kunnen hierop de antwoorden zijn: dyslexie
bestaat wel degelijk en is op diverse manieren aan te tonen, het is geen
verzamelnaam voor alle leerlingen die lees- en spellingproblemen hebben, er
liggen specifieke taalproblemen aan ten grondslag en het komt veel voor.
Het is niet eenvoudig vast te stellen of een kind dyslectisch is. Er kunnen ook
andere oorzaken zijn waarom een kind niet goed leert lezen en spellen. Lees en
spellingsproblemen kunnen ook worden veroorzaakt door te weinig
onderwijskansen, te weinig of slecht onderwijs of door culturele factoren.
Gehoorproblemen en visuele problemen kunnen het leren lezen en spellen in de
weg staan. In dergelijke gevallen zou men wel van een leerprobleem kunnen
spreken maar niet van een stoornis. Bij een zeer zwakke intelligentie wordt
evenmin van een leerstoornis gesproken.
Een andere reden die het vaststellen moeilijk maakt, is dat er meestal meer aan
de hand is. Bijvoorbeeld gedragsproblemen waarvan het onduidelijk is of het de
oorzaak of een gevolg van het leerprobleem is. Het is ook mogelijk dat dit geen
onderlinge relatie heeft. comorbiditeit: de lees- en spellingproblemen komen
naast een andere stoornis voor. Bijv. de combinatie van leerproblemen een
aandachtsproblemen met hyperactiviteit.
Braams er is pas sprake van dyslexie als er specifieke problemen zijn met de
fonologische verwerking van een taal. Bij kinderen met dyslexie verloopt de
verwerking van woorden trager dan normaal. Kinderen met dyslexie zijn niet
dom. Er blijkt geen relatie te zijn met de intelligentie. Dit betekent dus ook dat
niet iedere zwakke lezer/ speller dyslectisch is. Eventuele behandeling ervan
moet gericht zijn op de specifieke problemen van een kind.
1.2 Herkenning van dyslexie
Dyslexie komt veel voor. Internationaal 5/10 procent. In Nederlands zo’n 3
procent. Het komt nog geregeld voor dat kinderen (basisschool) grote
achterstanden oplopen. Dit kan komen doordat er weinig actie wordt
ondernomen als een kind zwak presteert. Soms is er geen mogelijkheid om een
kind extra te begeleiden en vaak is de begeleiding niet effectief. Een enkele keer
denkt men dat een kind nog wat speels is.
De leerkracht heeft dus een belangrijke signalerende taak. Ouders hebben dat
ook. Ze weten vaak minder van het onderwijs, maar kennen hun kind beter.
Kinderen uiten de spanningen van leerproblemen vaak thuis. In groep 3 worden
er bijna maandelijks toetsjes afgenomen om de voortgang met lezen en spellen
te onderzoeken. Voor ouders is het met de overgang van groep 3 naar 4 een
,goed moment te beoordelen hoe het met het lezen gaat. Het kind moet dan een
vrij eenvoudig verhaaltje kunnen lezen, zonder teveel fouten.
Herkenning
Soms is dyslexie zeer moeilijk te herkennen. Bijvoorbeeld bij een kind met een
zeer goede intelligentie. Zo’n kind kan op de basisschool vaak redelijk meekomen
met spellen en lezen. Zo goed, dat men eigenlijk een veel hoger niveau van lezen
en spellen zou verwachten. Zo wordt dyslexie ontdekt in het VO ipv op de
basisschool. De dyslexie kan zich in de loop van de tijd anders gaan uiten. Als
een kind met goede hulp het lezen en spellen redelijk onder de knie heeft
gekregen, kan hij nog steeds onderuit gaan bij bijvoorbeeld vreemde talen, met
name het Engels. Ook kan het tempo van hardop lezen normaal zijn, maar het
tempo van stillezen lager liggen.
Veel kinderen met dyslexie hebben moeite met het onthouden van liedjes/
rijmpjes en het onthouden van namen. Maar de echte problemen beginnen
doorgaans pas als het lezen en spellen van start gaat. Ook vindt men een
dyslectisch kind vaak erg ongeconcentreerd. In groep 3 kan dit nog met
speelsheid te maken hebben, maar hoe ouder hoe onaannemelijker. Kinderen
met dyslexie raken het plezier in lezen en schrijven al vaak snel kwijt – wat erg
ongewoon is -. In de loop van groep 3/4 merken ze dat ze hier minder goed in
zijn dan klasgenoten. Het kan gebeuren dat het kind zich dan dom voelt. Soms
proberen ze het zelfvertrouwen op te vijzelen door op andere manieren uit te
blinken, door de stoerste van de klas te zijn bijvoorbeeld. storend gedrag.
Spanningen
De lees – en spellingsproblemen leiden vaak tot spanningen en frustraties die
zich op diverse manieren kunnen uiten: buikpijn, slecht slapen,
druk/teruggetrokken opstellen, etc. Die spanningen worden veroorzaakt doordat
het kind vaak geen loon naar werken krijgt, dingen moet doen die hem of haar
veel moeite kosten, niet kunnen wat anderen wel kunnen. Er zit meer in dan er
uit komt. Dit kan zelfs leiden tot een depressie of tot faalangst.
Onterechte kritiek
Mensen met dyslexie voelen zich vrijwel altijd onvoldoende geholpen met hun
probleem en krijgen vaan onterechte kritiek. Dyslexie wordt vaak afgedaan als
onzin. Dit leidt vaak tot vernedering: ‘zulke domme fouten maken kleine kinderen
niet eens.’ Mensen met dyslexie voelen zich vaak oneerlijk behandeld. Het
zelfvertrouwen van het kind dient versterkt te worden. Kinderen zijn er vaak snel
weer bovenop, maar bij onvoldoende hulp kan dit anders uitpakken (bijv.
faalangst).
Ouders
Ouders kunnen zich onzeker voelen over de ontwikkeling van hun kind. Ouders
kunnen ook boos worden omdat de leerstoornis pas laat herkend wordt en omdat
ze menen dat er te weinig hulp wordt gegeven. Ook kunnen ze zich schuldig
, voelen over hun ‘dyslectische genen’ bijvoorbeeld. Leerkrachten doen er goed
aan om de zorgen van ouders serieus te nemen.
Hoe dyslexie zich kan uiten
Lezen en spellen
Bij het lezen en spellen komt dyslexie het meeste naar voren. Bij leerlingen in het
VO of volwassenen komt dit minder duidelijk naar voren. Dyslectische kinderen
gaan doorgaans veel trager vooruit bij het leren lezen. Ze hebben vaak moeite
met van spellend lezen tot gehele woorden te komen. Bij het schrijven hebben ze
meer moeite met de spelling. Het duurt vaak lang voordat ze de juiste letters
kunnen koppelen aan een klank. Ook daarna blijven ze woorden hardnekkig fout
schrijven. Wat belangrijk is, is dat dyslecten veel meer fouten maken,
maar geen andere fouten als gewone taalgebruikers. Het is een misvatting
dat het omdraaien van letters (b, d) kenmerkend is voor dyslexie: alle kinderen
doen dat aan het begin.
Onthouden van instructies
Veel kinderen met dyslexie hebben hier moeite mee. Ook begrijpen ze langere,
complexe instructies vaak niet goed. Dit heeft niet met hun intelligentie te
maken, maar met hun geheugen: ze kunnen de informatie niet voldoende op een
rijtje houden. Als een kind de rode draad van een instructie kwijt is, is dat niet de
oorzaak van een probleem meet een gevolg van het feit dat het kind de draad
kwijt is. Waarom zou je je nog concentreren als je het niet meer snapt?
Uit het hoofd leren van feiten en namen
Zij hebben hier(uit het hoofd leren van feiten en namen) vaak moeite mee. Dit is
namelijk leerstof die niet logisch is of geen samenhang vertoont. Stof die je moet
stampen. In het VO is het leren van vreemde woordjes een ramp. Waarom is het
woord umbrella een paraplu, bijvoorbeeld? Alleen de klank van het woord kan
daarbij steun geven. En de verwerking van taalklanken is het karakteristieke
probleem bij dyslexie. Kenmerkend is ook dat ze veel moeite hebben met het
onthouden van namen, straatnamen, plaatsnamen, Latijnse namen van planten
of delen van het lichaam.
Luisteren in een lawaaiige omgeving
In een rumoerige klas hebben zij moeite zich te concentreren.
Begrijpend lezen
Op zich kunnen zij dit, maar vaak levert het toch problemen op. Dat kan het
gevolg zijn van een langzaam leestempo. Als de leestechniek veel meer moeite
kost, dringt de betekenis minder goed door. Ook zijn ze vaak minder goed in staat
onverwachtse wendingen in een zin correct te interpreteren: ze zijn vaak wat
minder flexibel in het herkennen van een andere betekenis van een woord of zin.
Vreemde talen
Als een kind net de Nederlandse spelling en leestechniek aardig onder de knie
heeft en denkt van de problemen af te zijn, moet het vreemde talen gaan leren.
Dan beginnen de problemen weer van voren af aan. De moderne talen in het VO
hebben ieder hun eigen moeilijkheid. Het Duits heeft een lastige grammatica. In
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marleenk1993. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,10. Je zit daarna nergens aan vast.