Recht
College 1
Transities
-Jeugdzorg->Jeugdwet
-Maatschappelijke participatie->WMO
-Gezondheid->van AWBZ naar WLZ
-Uitkeringen->Participatiewet
-Arbeid-> Wet Werk en Zekerheid
Visie kabinet:
Het stelsel van jeugdhulp is erop gericht dat ieder kin gezond en veilig opgroeit
en zo zelfstandig mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven,
rekening houdend met zijn of haar ontwikkelingsniveau. Ouders zijn hiervoor het
eerste verantwoordelijk. Als dit niet vanzelf gaat, komt de overheid in beeld.
Waarom deze Jeugdwet:
-Het huidige stelsel is te versnipperd
-Samenwerking rond gezinnen schiet te kort
-De druk op de gespecialiseerde zorg is te groot
-Afwijkend gedrag wordt te snel gemedicaliseerd
-Uitgaven blijven stijgen
-Overbehandeling en onderbehandeling
Doelen Jeugdwet:
-Preventie en uitgaan van eigen kracht van jeugdigen, ouders en het sociale
netwerk
-Minder snel medicaliseren, meer ontzorgen en normaliseren
-Eerder hulp op maat voor kwetsbare kinderen
-Integrale hulp met betere samenwerking rond gezinnen: 1 gezin; 1 plan; 1
regisseur
-Meer ruimte voor jeugdprofessionals en vermindering van regeldruk
Decentraliseren
-De nieuwe Jeugdwet maakt gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk
voor alle jeugdhulp en voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen
en jeugdreclassering. Door de decentralisatie zijn gemeenten beter in staat om
maatwerk te leveren en verbindingen te leggen met zorg, onderwijs,
maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen, sport en veiligheid.
-Decentralisatie is geen doel, maar een middel om de zorg en hulp te richten op
preventie en integrale hulp. Dit ombuigen gebeurt met name via financiële
prikkels.
,Jeugdhulp
De volgende voorzieningen gaan naar de gemeenten:
-Provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg
-Jeugd GGZ
-Zorg voor jeugdigen met een verstandelijke beperking
-Begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen
-Vervoer bij begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen
-Kortdurend verblijf ten behoeve van jeugdigen
-GGZ in het kader van het jeugdstrafrecht
-Uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en van jeugdreclassering
Toegang tot jeugdhulp
Gemeenten zijn in het nieuwe jeugdstelsel verantwoordelijk voor:
1)Treffen van voorzieningen op het gebied van jeugdhulp bij problemen met het
opgroeien en opvoeden en psychische problemen en stoornissen, de
zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie.
2)Het op een laagdrempelige en herkenbare wijze advies geven over en het
bepalen en het inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp.
3)De toegang tot het gedwongen kader en het organiseren van de uitvoering van
de kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
4)Kosteloos en anoniem advies beschikbaar stellen voor jeugdigen met vragen
over opgroeien en opvoeden.
Ondersteuning wordt zoveel mogelijk in de eigen omgeving van het kind en het
gezin geboden.
Verantwoordelijkheid gemeenten:
In 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle jeugdhulp:
Ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en
opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen. Ook worden
gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van
kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, en de advisering en
verwerking van meldingen inzake huiselijk geweld en kindermishandeling.
De verantwoordelijkheid van gemeenten omvat:
-het voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod;
-het opstellen van een beleidsplan voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij
opgroei- en opvoedingsproblemen en psychische problemen en stoornissen en de
uitvoering
-van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;
-het treffen van een voorziening op het gebied van jeugdhulp (jeugdhulpplicht,
vergelijkbaar met de compensatieplicht Wmo), als jeugdigen en hun ouders het
niet op eigen kracht redden;
-de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;
-het voorzien in maatregelen ter voorkoming van kindermishandeling;
, -de regie over de gehele jeugdketen en de afstemming met overige diensten op
het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en
inkomen, sport en veiligheid;
-het voorzien in vertrouwenspersonen voor jeugdigen, hun ouders, pleegouders
of netwerkpleegouders
Gemeenten baseren hun beleid op de volgende uitgangspunten:
1. preventie en vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen,
psychische problemen en stoornissen;
2. demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren door het opvoedkundig klimaat te
versterken in gezinnen, wijken, buurten, scholen en in voorzieningen als
kinderopvang en
peuterspeelzalen;
3. bevorderen van de opvoedcapaciteiten van de ouders;
4. inschakelen, herstellen en versterken van het eigen probleemoplossend
vermogen van de jeugdige, zijn ouders en zijn sociale omgeving (eigen kracht);
5. waarborgen van de veiligheid van de jeugdige in de opvoedsituatie waarin hij
opgroeit;
6. integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt ‘één gezin, één plan,
één regisseur’.
-de gemeentelijke toegang organiseren op een laagdrempelige en herkenbare
manier, bijvoorbeeld via een sociaal wijkteam of een Centrum voor Jeugd en
Gezin (CJG);
-de juiste deskundigheid voor toegang beschikbaar stellen, zodat triage
(rangschikking) plaatsvindt door hiervoor toegeruste professionals – dit ter
vervanging van de bestaande indicatiestelling;
rechtstreeks toegang bieden tot jeugdhulp na verwijzing door een huisarts,
jeugdarts of medisch specialist;
-een voldoende aanbod hebben aan gecertificeerde instellingen en de jeugdhulp
inzetten die een gecertificeerde instelling – of andere uitvoerders van de
jeugdreclassering – nodig achten;
-een consultatiefunctie bieden voor professionals;
-specialistische hulp inschakelen en melden aan de Raad voor de
Kinderbescherming indien de veiligheid van het kind in het geding is;
-24/7 beschikbaar en bereikbaar zijn en bij crisissituaties hebben gemeenten
hiervoor een jeugdhulpplicht, die waarborgt dat jeugdigen de hulp ontvangen die
zij nodig hebben. Als bijvoorbeeld (specialistische) jeugd-GGZ nodig is, moet deze
geboden worden.
- houden jeugdigen bij wie al voor het 18e levensjaar duidelijk is dat zij op grond
van ernstige beperkingen of stoornissen hun verdere leven 24-uurs zorg of
permanent toezicht nodig hebben, aanspraak op de Wet langdurige zorg (Wlz).