Hoorcollege 1
Onderzoeksfases
- De ontwerpfase
o Onderzoeksopzet maken, hierbij gaan we beginnen en vragen we ons af wat er
allemaal is, waar moeten we aan denken, waarom doen we dit onderzoek, wat is de
onderzoeksvraag
- Data verzamelen, om vragen te beantwoorden
- Gegevens analyseren
o Alle gegevens die je hebt verzameld vergelijken (groepen vergelijken (wel/geen
medicatie), gemiddelde etc.)
- Evaluatie en rapportage van je resultaten
o Je gaat zorgen dat al je resultaten netjes gerapporteerd worden en je daar een
conclusie aan verbind → interpreteren en verslaglegging
Wat gaan we doen?
- Verschillende soorten onderzoek
o Want je kunt op een heleboel verschillende manieren kijken naar onderzoek, bv.
interview/enquête/zelf meten (plaquetest) doen etc.
- Weten welke keuze mogelijkheden je hebt per fase
Onderzoeksopzet
- Beginnen bij
o Onderwerp, waar gaan we het over hebben
o Probleemstelling (waarom gaan we het over dat onderwerp hebben? Wat is het
probleem? Uit eigen interesse? Is er al veel over bekend? Anders niet nodig om zelf
te onderzoeken, maar kun je die onderzoeken lezen)
o Doelstelling (het doel is om deze vraag te beantwoorden bv)
o Onderzoeksvraag (concreet, dit moet uitgebreid zijn, waar alle kenmerken in staan,
interventies, leeftijdsgroep, doelgroep etc.)
Korte herhaling
- Baken je onderwerp af
o Randvoorwaarden
▪ Waar moeten we aan denken dat er grenzen zijn van het onderzoek. Gaat
het over mondzorg? Zorg dat je weet waar je het over hebt.
o Relevantie
▪ Voor wie is het belangrijk dat ze dit gaan lezen.
▪ Is het voor iemand belangrijk om te onderzoeken? Gaat iemand het lezen? Is
het relevant?
- Formuleer een probleemstelling
o Bespreek de aanleiding: nog geen behandelmethode van iets bijvoorbeeld
o Schets van de huidige situatie, het probleem of de onduidelijkheden
Hoe maak je een keuze
- Formuleer een doel
o Theoretische en maatschappelijke relevantie
- Formuleer een vraag
o Hoofd- en deelvragen die aansluiten bij het probleem en het doel van het onderzoek
▪ Soms lijkt een vraag heel interessant, maar is minder van belang dat de
hoofdvraag. Soms moet je een hoofdvraag gaan beantwoorden, maar
daarvoor moet je eerst deelvragen beantwoorden.
,En dan…
- Maken van een onderzoeksopzet
o Wat is het probleem en waarom?
o Wat zijn de achtergronden en oorzaken van het
probleem? Wat is er evt al bekend en waar
moeten we rekening mee houden?
o Welke interventies stel je voor? Welke
behandelingen kun je voorstellen, welke andere
opties kun je voorstellen dat het
verbeterd/verslechterd?
o In gang zetten van interventie. Je gaat het
daadwerkelijk uitvoeren
o In hoeverre is de interventie succesvol? Is het
probleem opgelost? → evalueren!!! Ook gelijk een
voorstel voor de volgende die met het onderzoek
bezig gaat (wat beter gedaan kan worden
volgende keer)
Vraagstelling
- PICO
- Variabelen
- Confounders (later)
- Effect moderatoren (later)
Variabelen
- Afhankelijke variabele
o Uitkomstvariabele
o Dit is wat je meet
o Bv. in geval van rookgedrag op aantal gaatjes. Afhankelijke variabele is in dit geval
gaatjes.
o Y as
- Onafhankelijke variabele
o Oorzaakvariabele
o Dit kun je vooraf zelf bepalen
o Bv. wat is het effect van medicijn van aantal bloedingen in de mond. Gebruik van wel
of geen medicijn is onafhankelijke variabele.
o X as
Voorbeeld variabelen
- Wat is de invloed van alcohol op het evenwicht bij studenten?
o Hoeveelheid alcohol is onafhankelijke variabele → oorzaak
o Evenwicht van de student is afhankelijke variabele
Onafhankelijke variabele
- Aanwezig/afwezig (bijvoorbeeld bij medicatie)
o Wel of geen behandeling (placebo)
- Hoeveelheid van variabele
o Bepaalde dosis
o Bepaalde leeftijd
- Type variabele
o Verschillende soorten (blond, bruin of rood haar)
,Weergave variabelen
- Afhankelijk van
o Wat je wil weten
o Meetniveau
- We beginnen met ‘’makkelijk’’
o 1 variabele
Meetniveaus
- Nominaal
- Ordinaal
- Interval
- Ratio
Nominaal
- Verschillende categorieën die niet in een rangorde zijn met elkaar (de een is niet beter dan
de ander)
o Categorieën geen waarde
- Discreet
o Je zit in de ene groep of in de andere, je kunt niet in beide zitten (bv man en vrouw
of leeftijd)
- Dichotome variabele (twee variabelen, bijvoorbeeld man en vrouw)
- Dummy variabele
o Domme variabele, je weet in welke groep je zit maar we kennen er geen waarde aan
toe. Bijvoorbeeld hobby of haarkleur. Het is niet dat blonde haarkleur beter is dan
rode haarkleur.
Ordinaal
- Rangorde, de een is net iets beter of hoger dan de andere, maar de stappen zijn niet gelijk
- Maar geen waardes
o Als we kijken naar school → maar het is niet zo dat het 2 of 3 keer zo hoog is (als je
kijkt naar vwo hoger dan mbo)
Interval niveau
- Continue variabele
- Geen natuurlijk nulpunt
o Wil zeggen dat het altijd vast staat en in geval van interval niveau hebben mensen
bedacht wat 0 is. Bij graden Celsius is 0 graden 0. Maar als we kijken naar kelvin, is 0
graden eigenlijk 274 Kelvin.
- Temperatuur, IQ
Ratio niveau
- Continue variabele
, - Natuurlijk nulpunt
o Leeftijd, aantal tanden/gaatjes
Waarom moet je dit meetniveau weten?
- Meetniveau
o Zegt iets over je variabele
o Bepaalt welke analyses je kan doen
o Invoer SPSS (eventueel terugkijken voor uitleg → 2:00)
Beschrijvende statistiek
- Beschrijft met welke gegevens/data je werkt
- Overzicht geven van je variabelen
Weergave resultaten
- Meerdere manieren om variabele weer te geven (grafieken, tabellen)
- Wederom afhankelijk van:
o Meetniveau
o Afhankelijke en onafhankelijke variabele
- Tabel
- Grafiek
o Cirkeldiagram, staafdiagram, histogram, lijngrafiek, boxdiagram, spreidingsdiagram,
puntendiagram
Cirkeldiagram → kun je makkelijk verhoudingen zien tussen bepaalde
groepen. Daarom meest geschikt voor nominaal en ordinaal niveau.
Max. ongeveer 8 groepen. Anders kun je niet onderscheiden waar de
verschillende puntjes voor staan in een diagram.
Staafdiagram → hierbij kun je aangeven in absolute
aantallen, ook in percentages. Dat kan alleen als
deze getallen bij elkaar in de buurt liggen.
Frequentie van een bepaalde categorie.
Ook meest geschikt voor nominaal en ordinaal.
Histogram → wordt gebruikt voor continue
variabele. Zo kun je zien hoeveel % er in de
categorie zit.