HPON12 smart farming
LES 1
Wat is smart farming = het verzamelen, implementeren en toepassen van relevante data die
ondersteunend zijn bij het vormen van een advies of maken van een beslissing.
De verzamelde data en de overige beschikbare informatie wegen mee in het komen tot een
onderbouwd advies en/ of beslissing.
Wat is big data = verzamelen van informatie.
Specifiek: belangrijk dat we kijken naar welke variabelen en welke grenzen geven we aan in ons
managementsysteem.
Meetbaar: er moet wel iets gemeten worden, als die metingen automatisch gebeuren dan is het echt
smart farming.
Acceptabel: kan de ondernemer iets met die gegevens, is het relevant.
Realistisch: is het haalbaar om metingen in de praktijk te verrichten.
Tijdgebonden: kan je verschillende processen in kaart brengen in een bepaalde tijd.
Het stroomschema van Rutten (belangrijk)! Nederlandse versie apart geprint.
Niveau 1: hoe de data gemeten wordt, bijvoorbeeld de camera voor BCS te meten. Algorithm:
algoritme zijn automatische voorkeuren die terugkomen denk aan Youtube filmpjes. Data algorithm:
is de volgorde van data die gemeten wordt.
De sensor die meet en de data die bepaald hoe het doorgegeven wordt.
Niveau 2: cow history: wanneer een koe gekalfd heeft, hoeveelste lactatie die zit. De non sensor data
zijn de data dus die niet gemeten wordt maar die je als veehouder zelf doorgeeft. De gouden
standaard betekent vooral we gaan het beest met de gouden standaard vergelijken. Bijv. als het
progesteron daling er is dan is dat de gouden standaard (het meetniveau wat jij als veehouder instelt,
waarvan je als veehouder alarm krijgt) dan krijg je een alarm.
Niveau 3: de economische kant, wat kan de boer er mee. Op welke manier wordt er uiteindelijk een
keuze gemaakt (de decision support model, beslissingsmodel). Er moeten automatische beslissingen
zijn voor bijvoorbeeld hoe hard een ventilator mag of hoe hoog het gordijn mag. Herd level: wat
gebeurt er op koe niveau vergeleken de rest van de koppel.
Niveau 4: welke beslissingen worden automatisch gemaakt en waar moet de ondernemer zelf een
keuze van maken.
Op welke niveaus data verzamelen: individueel of koppel niveau.
Individueel: activiteit rondom tochtigheid, temperatuur, BCS, de pens pH.
Groepsniveau: de interactie tussen dieren, BSK dieren <60 DIL, BCS koeien >200 DIL, gebruik van
faciliteiten.
Belangrijke perioden: spenen, overgang van individueel naar een groep, eigen afweer t.o.v. de
biestafweer, de eerste 24 uur.
,Mestritis: een baarmoederontsteking, als de nageboorte er niet goed afkomt.
Kritische perioden gaat dus vaak om meerdere momenten in een bepaalde periode!
Welke data kunnen we nu al verzamelen bij de kritische perioden of processen?
- Biest meten met een refractometer: biest niet goed genoeg dan sturen op voer of gezondheid.
- Met MPR kan je celgetal meten. Doe je op beide niveaus (1 of meer). Op individueel niveau is pens
verzuring, slepende melkziekte (vet/ eiwit verhouding groter dan 1,5 verschil).
- Geleidbaarheid van de melk (zoutgehalte), of de koe kans heeft op uierontsteking om vroegtijdig te
herkennen.
- Urine meten bij de droge koeien: calcium stofwisseling. Aantal weken voor afkalven, paar keer in
droogstand. Of de kationen/ anionen nog in balans zijn en hoe je bij kan sturen. Bij urine meten met
kleurverschil meet je op pH of enzymen in de urine.
Een indicator geeft een voorspellende waarde. Een TKT is een presentatie weergave een behaald
resultaat.
Kritieke proces indicatoren: celgetal, biestmeting, vruchtbaarheid, mastitis, benen en klauwen.
, Insemination rate: hoeveel procent is er afgelopen 3 week geïnsemineerd t.o.v. wat wij dachten dat
er tochtig is geworden.
Conception rate: hoeveel procent van alle koeien die ik geïnsemineerd heb zijn tussen de 64 en 83
dagen geleden nu nog drachtig. Daarvan zou 100% het mooiste zijn, 60% mag je al blij zijn.
De verzamelde data en de overige beschikbare informatie wegen mee in het komen tot een
onderbouwd advies
LES 2.
Techniek – signalen
Elke sensor werkt met een bepaald type signaal, de belangrijkste zijn:
Mechanisch sensors in de oren (lengte, opp, snelheid, versnelling, druk, hoeveelheid)
Thermisch als er ontsteking is bij een koe (temperatuur)
Elektrisch (spanning, geleidbaarheid)
Chemisch antibiotica in de melk testten (concentratie, chemische reactie snelheid, pH)
Optisch (waarnemingen, kleur, samenstelling)
Akoestische signalen hoesten, ziekte bij varkens.
Chemische signalen: Delaval herd navigator, mastitis vroegtijdig opsporen etc.
Optische signalen: lely melkrobot, delaval bodyconditiescoresysteem (kleur van de melk meten).
Een minimale en maximale waarden bij de weegschaal inzetten. Als één van de koeien achter of voor
er ook nog op staat en hij zegt bijv. 900 kilo i.p.v. 600 kilo dan weet je dat het niet kan daarom moet
je een max inzetten van 700 kg.
De gouden standaard en een algoritme met koehistorie en de non sensor data (wat niet gemeten is).
De gouden standaard is één op één te herleiden naar hetgeen dat we proberen te meten. Het is een
gekozen waarde en een gekozen variabele. En het is een directe waarneming van hetgeen dat we
proberen te meten.
Voorbeeld gouden standaard: