100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Industriële Productie Hs. 1 t/m 8 + voorbeeld tentamenvragen €2,99
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Industriële Productie Hs. 1 t/m 8 + voorbeeld tentamenvragen

3 beoordelingen
 363 keer bekeken  9 keer verkocht

Beknopte samenvatting met leertips en voorbeeldvragen!

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • 21 januari 2015
  • 20
  • 2014/2015
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (3)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: thijskusters • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jelmerstuiver • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: twanlieferink • 7 jaar geleden

prima

avatar-seller
TBsamenvattingen
Hs 1
Totaalserie  orde van grootte van het totale aantal geproduceerde stuks.
Productlevenscyclus  tijdsduur waarin een product succesvol kan worden
verkocht.
Productlevensduur  gemiddelde levensduur van een exemplaar van het
product.

Oervormen  materiaal met een niet gedefinieerde vorm wordt rechtstreeks
omgezet in een welk gedefinieerde vorm.
Gieten  vloeibare vormgeving
Sinteren  verhitten tot dichtbij het smeltpunt

Massief omvormen  materiaal kan in alle richtingen grote vormveranderingen
ondergaan.
Plaatomvormen  vervormingen zijn loodrecht op het vlak van de plaat

Scheiden  overtollige materiaal blijft op dezelfde manier bruikbaar
Afnemen  overtollige materiaal wordt fijn verdeeld of chemisch verbonden
Verbinden  onderdelen verenigd tot een star geheel.


Hs 2

3 gebieden binnen materiaalkunde:
- Fundamentele  richt zich op chemische samenstelling en structuur
- Materiaalbereiding  bereiding van materialen uit grondstoffen
- Toegepaste  materiaalkeuze en – toepassing bij het ontwerp en
fabricage.

Legering  metaal bestaande uit meerdere atoomsoorten

Staal  ijzer-koolstof-legering. Koolstofpercentage tot 1,5%. Hogere temperatuur
goed omvormbaar
Corrosievaste stalen  roestvast
Gietijzer  gietbareijzer-koolstof-silicium legering met koolstofpercentage tussen
2,5% en 4,0%.
Messing + brons  legeringen met koper als basismetaal. Zink of tin als
legeringmetaal toegevoegd

Constructiematerialen:
- Metalen ferro (ijzer) en non-ferro(niet-ijzer)
- Kunststoffen  op een kunstmatige manier gemaakt
o Thermoplasten
o Thermoharders
o Rubbers
o Elastomeren
- Keramische materialen
- Composietmaterialen

Eigenschappen:
- Fysische eigenschappen
o Warmtegeleiding
o Dichtheid
o Smeltpunt

, - Chemische eigenschappen
o Corrosie
- Mechanische eigenschappen
o Sterkte
o Stijfheid
o Hardheid
o Taaiheid

Kristallen  metaal koelt af en stolt vanuit vloeibare toestand
3 kristalroosterstructuren:
- Kubisch ruimtelijk gecentreerd
- Kubisch vlakken gecentreerd
- Hexgonaal dichst gestapeld

Eenkristal  materiaal beschouwen als een groot kristal
Dislocaties = roosterfouten
Anisotropie  richtingsafhankelijkheid van eigenschappen

Gieten  vormgevingsproces waarbij product wordt geproduceerd door gietvorm
te vullen met vloeibaar metaal. Daarna afkoelen en laten stollen.

Gietstructuur  afbeelding 2.6
Segregatie  als een metaallegering zich niet gelijkmatig verdeeld over het
materiaal bij het stollen.
Rekristallisatie  herverdeling gesegregeerde elementen

Trekproef  belangrijkste mechanische eigenschappen bepalen
Uitvoering  staaf cirkelvorming/rechthoekige doorsnede belast door 2
tegengestelde, even grote krachten in de richting van de staaf.
Figuur 2.7

F
Nominale spanning  trekkracht F gedeeld door doorsnede- oppervlak A = A
dl
Maatrek  verlenging l gedeeld door oorspronkelijke lengte. = l

Eerste lijn = elasticiteit. (wet van Hooke)
Tekst en afbeeldingen blz 32.

Trekdiagram:
- Verticaal: Kracht in Newton
- Horizontaal: Rek in millimeters
- Elastisch gedeelte
- Elasticiteitsgrens
- Plastisch gedeelte
- Wet van Arbeid: W = F x s

Hardheid  slijtagebestendigheid  weerstand tegen blijvende vervorming door
uitdrukking = symbool H
Manieren om werkstuk gewenste hardheid te laten krijgen:
- Harden  warmtebehandeling van staal
- Materiaalkeuze

, - Derformatieproces deformatie van een staal heeft hardheid als gevolg.
Figuur 2.10




Hs 3

Oervormen  technieken waarbij voorwerpen worden vervaardigd uit vormloos
materiaal (vloeistoffen, poeders, pasta’s, vezels, folies of mengsels ervan) die
door een afkoeling, chemisch of fysisch proces overgaan in vast materiaal.

Om een gietstuk te krijgen moet je het afdrukken in een bepaalde vorm (later:
matrijs).

Kenmerken gieten:
- Geldt enorme vormvrijheid
- Beperkte mate van nabewerking, meestal door verspanen

Lossend  makkelijk om het gietstuk uit de vorm te halen.

Speciale gietlegeringen  leveren producten op die qua sterkte en taaiheid
kunnen concurreren met kneedlegeringen. Ook betere demping en
noodloopeigenschappen ( vermogen om na het wegvallen van de olietoevoer te
blijven functioneren).

Gietvorm = vormholte  negatief van het product dat gemaakt gaat worden.
Vormholte gevuld ?  vloeibare metaal stolt tot vast materiaal.
Soorten vormen:
- Eenmalige vormen  deze vormen gaan na het gieten verloren. Moeten
dus telkens opnieuw gemaakt worden.
- Permanente vormen  wordt gebruikt gemaakt van matrijs (=metalen
vorm). Is wel lastiger te maken en brengt hogere kosten met zich mee.

Model  replica (positieve weergave) van het uiteindelijke gietstuk, soort
voorbeeld dus.

Gieten in zand
Proces:
- Model wordt op een vormplaat gelegd.
- Rondom model wordt een metalen vormkast, de onderkast geplaatst.
- Deze wordt gevuld met zand, zand wordt op mekaar gedrukt.
- Op de onderkast wordt de bovenkast gezet.
- Nabij en op het model worden twee langwerpige kegels gezet. De gietloop
en opkomer.
- Bovenkast ook volgestort, waarna hij wordt omgekeerd.
- Voor het verwijderen van het model wordt eerst een aansnijding (=
vloeibare metaal uit gietloop in vormholte te laten stromen) in de
onderkast op de vormdeling aangebracht.
- Gietsysteem = gietloop + aansnijding
- Na uitnemen van het model, is de zandvorm gereed voor het gieten.

Opkomer  poreusheid in het gietstuk te voorkomen. Tekort aan vloeibaar metaal
kan hier ook aangevuld worden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TBsamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  9x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd