Taak 7. Leren over insemineren
1. Bouw, functie en werking van het vrouwelijk geslachtsorgaan (zeug)
Het geslachtsapparaat bestaat uit: 2 eierstokken (ovaria), 2 eileiders (oviduct),
de baarmoeder (uterus), de uterushoorns, de cervix (baarmoederhals) en het
uitwendige deel: de vagina en de vulva/kling (schaamlippen).
Bouw: De eierstokken (ovaria) zijn de primaire voortplantingsorganen, deze zijn
reeds bij de geboorte aanwezig. De ovaria liggen vlak bij de nieren, aan een
plooi van het peritoneum: het mesovarium. De eierstokken bestaan uit
bindweefselmassa omgeven door kiemepitheel. Bij de geboorte zijn reeds alle
eicellen aanwezig die tijdens het leven kunnen ovuleren. De eicellen liggen in de
follikels ( eicellen omgeven door een laagje epitheelcellen). Vanaf de puberteit
komen er bij niet- drachtige dieren cyclisch één of meerdere eicellen tot
ontwikkeling. Een aantal follikels groeit dan uit tot een rijpe follikel (Graafse
follikel), waarna de ovulatie (eisprong) optreedt. Na de ovulatie worden de
eicellen opgevangen door het infundibulum (trechtervormige structuur om het
ovarium) die er vervolgens voor zorgt dat de eicel naar de eileider gaat.
De eileider transporteert de eicel naar de baarmoeder, d.m.v. trilhaarepitheel
samen met de spiercontracties van de eileiderwand. Op dezelfde omgekeerde
wijze wordt sperma van de baarmoeder naar de eicel getransporteerd om daar
een bevruchting tot stand te brengen. (bevruchting vindt meestal plaats in de
eileider). Eicellen leven gemiddeld 6 tot 8 uur en moeten binnen die tijd bevrucht
worden.
De eileiders komen uit op de cornua uteri ofwel de uterushoorns. Bij de zeug zijn
deze tot wel twee meter lang, bij paarden en herkauwers zijn deze veel korter. Bij
deze dieren is het baarmoederlichaam relatief veel groter. Dieren die meerdere
nakomelingen krijgen (multipare zoogdieren) ; is de baarmoeder gescheiden in
twee uterushoorns, waarbij de eicellen zich ontwikkelen in de hoorns. Bv. de
zeug, maar ook de koe en het paard. Dieren die één nakomeling krijgen (unipare
zoogdieren) hebben geen scheiding van de baarmoeder, maar ontwikkelt de eicel
zich in de baarmoeder(lichaam). Bij koeien ontwikkelt de eicel zich in één van de
twee hoorns.
De baarmoeder waar de ontwikkeling en groei van een nakomeling plaatsvindt,
heeft een relatief dikke wand en is opgebouwd uit verschillende lagen. De eerste
laag is het baarmoederslijmvlies (endometrium), een spierlaag (myometrium) en
het perimetrium (lichaamsvlies).
In het endometrium vindt de innesteling plaats van de bevruchte eicel plaats
(nidatie). De baarmoeder vergroot dan sterk in volume/ omvang. Het
endometrium wordt onder hormonale invloed en tijdens de oestrische cyclus
gedeeltelijk afgestoten. In het slijmvlies komen veelvuldig lymfocyten en andere
witte bloedcellen voor. Het myometrium (dikste gedeelte) bestaat uit twee
spierlagen die onderling gescheiden van elkaar zijn door een laag bloedvaten.
Het perimetrium (lichaamsvlies) bestaat uit een gladde laag epitheel die de
baarmoeder scheidt van de andere buikorganen. De baarmoeder is aan de
lichaamswand bevestigd via de ophangband (ligamentum latum), waarin
bloedvaten, zenuwen en lymfevaten lopen.
,Zeug: bij varkens krijgen de uterushoorns tijdens de dracht een geslingerd
verloop. De baarmoeder wordt afgesloten van de vagina door de cervix uteri
(baarmoedermond). De cervix is bij de zeug zo’n 20 cm lang en sterk geplooid.
Buiten de bronstperioden is de cervix vrijwel geheel gesloten en moeilijk
passeerbaar. (penis van de beer zet zich vast in de baarmoedermond van de
zeug).
, 2. Wat is het verschil tussen het geslachtsorgaan van de zeug en de geit?
Een geit heeft evenals de zeug twee uterushoorns. De uterushoorns van de zeug
zijn sterk geplooid en die van de geit niet (minder nakomelingen). De geit is een
unipare zoogdier en de zeug is een multipare zoogdier. De cervix van de zeug is
erg lang en sterk geplooid en dus erg moeilijk passeerbaar. De geit heeft
daarentegen een korte cervix die minder/ niet geplooid is en dus makkelijker
passeerbaar is. Verder zitten er om de cervix van de geit kraakbeenringen, de
zeug heeft dit niet. De binnenkant van de baarmoeder en de uterushoorns van de
geit zijn bekleed met karunkels. Deze bestaan uit dik epitheel met meerdere
bloedvaten die fungeren als toevoer van voedingsstoffen en bloed voor het jonge
dier. (soort van uiteinde van een navelstreng)
3. Welke hormonen spelen een rol bij de vrouwelijke voortplanting?
GnRH: wordt afgegeven uit de hypothalamus en stimuleert de hypofyse
voorkwab (doelorgaan) om LH en FSH af te scheiden.
FSH: wordt afgegeven uit de hypofyse voorkwab en gaat naar het ovarium=
eierstokken (doelorgaan) waar ze de follikelgroei stimuleren en de aanmaak van
oestrogenen (uit de groeiende follikels) op gang komt.
LH: wordt afgegeven uit de hypofyse voorkwab en gaat naar het ovarium
(doelorgaan) waar ze zorgen voor een groeispurt van de follikel en het rijpen van
de eicel en ook draagt LH bij, bij het vormen van het gele lichaam (corpus
luteum)= luteïnisatie.
Oestrogeen: wordt afgegeven door het groeiende follikel en heeft als
doelorganen de hypothalamus en de baarmoeder. Oestrogeen zorgt voor
oestrusgedrag, reguleren/stimuleren van de afgifte van LH en FSH door GnRH,
het openen van de cervix en samentrekkingen van de baarmoeder.
Progesteron: wordt afgegeven door het gele lichaam en heeft als doelorganen
de hypothalamus en de baarmoeder. Progesteron zorgt voor het remmen van de
afgifte van GnRH, LH en FSH. De baarmoedercontracties nemen af en maakt het
slijmvlies klaar voor innesteling. (meer doorbloeding)
PGF2α= prostaglandine: wordt afgegeven door de baarmoeder(wand) en heeft
als doelorgaan het ovarium (eierstok) en zorgt ervoor dat het gele lichaam ten
gronde gaat (luteolyse).
Inhibine: wordt afgegeven door de follikels en heeft als doelorgaan de hypofyse
voorkwab. Inhibine zorgt voor de remming van de afgifte van FSH. (geen
follikelgroei)
Oxytocine: wordt afgegeven door de hypothalamus en heeft als doelorgaan de
baarmoeder. Oxytocine zorgt voor het samentrekken van de baarmoederwand en
zorgt ook voor weeën. Receptoren van oxytocine zitten in het myometrium van
de uterus.
4. De oestrische cyclus
GnRH uit de hypothalamus stimuleert de afgifte van LH en FSH uit de hypofyse
voorkwab. Onder invloed van een iets verhoogde FSH afgifte gaan een aantal
follikels in de eierstokken uitgroeien. In deze groeiende follikels komt langzaam
de productie van oestrogenen op gang. Dit allen ondersteund door LH.
Gedurende de folliculaire fase (waarin follikels groeien en eicellen rijpen) neemt
langzaam de oestrogeen concentratie toe. Oestrogeen zorgt voor oestrus gedrag,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hancock. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.