HC groeistoornissen................................................................................................................................... 21
WG groei en puberteit................................................................................................................................ 33
,2
Zelfstudie 15 Voorbereiding WG3
Inleiding onderwerp ‘Genetische diagnostiek bij aangeboren afwijkingen en/of mentale
retardatie’
Voor prenatale diagnostiek en presymptomatische diagnostiek wordt vaak van DNA-
onderzoek gebruik gemaakt. Je kunt tegenwoordig veel uitzoeken met DNA-onderzoek,
maar je vindt lang niet altijd antwoorden op je vragen. Er zijn vele technieken om
mutaties op te sporen en aan te tonen. Bij een aandoening waarvoor moleculaire of
genetische heterogeniteit bestaat, zullen verschillende mutaties en verschillende genen
bestudeerd moeten worden. Soms wordt echter geen mutatie gevonden. Dit kan liggen
aan de gebruikte techniek, maar ook komen doordat nog niet alle genen die de ziekte
kunnen veroorzaken bekend zijn.
De voorstelling dat mutaties in één gen één ziekte veroorzaken, is vaak te eenvoudig.
Denk bijvoorbeeld aan de betrokkenheid van meerdere genen tegelijkertijd, en aan de
invloed van niet-genetische factoren. Naast de diverse soorten mutaties die reeds de
revue zijn gepasseerd, worden in sommige genen trinucleotiden repeatstructuren
(bijvoorbeeld CAG, CGG, CTG, GAA, TAT enz.) geïdentificeerd. In de meeste gevallen zijn
deze variaties in aantal trinucleotiden niet ziekteveroorzakend.
De figuur hieronder toont aard en de relatieve positie van trinucleotidenrepeats voor vier
erfelijke ziekten. Een sterke toename van het aantal repeats ten opzichte van normaal is
geassocieerd met klinische verschijnselen (Jorde pagina 92-99).
Werkgroep 3 Genetische diagnostiek bij aangeboren afwijkingen
en/of mentale retardatie
Casus 1
Merel is 5 jaar wanneer zij via de kinderarts wordt verwezen naar de afdeling Genetica in
verband met een ontwikkelingsachterstand. Haar voorgeschiedenis vermeldt een operatie
vanwege een aangeboren hartafwijking (tetralogie van Fallot). De ouders van Merel willen
weten hoe groot de kans is dat zij nog een kind krijgen met een hartafwijking en/of een
ontwikkelingsachterstand. Om hier een zo nauwkeurig mogelijke uitspraak over te kunnen
doen is een oorzakelijke diagnose bij Merel wenselijk. De klinisch geneticus merkt bij het
lichamelijk onderzoek op dat Merel naast een ontwikkelingsachterstand een nasale spraak
heeft. Verder heeft zij een wat smalle neus en wat kleine oren. Vanwege deze combinatie
van verschijnselen denkt de klinisch geneticus aan een chromosomale afwijking.
,3
Vragen
a. Welke laboratoriumtesten kun je allemaal gebruiken om de aanwezigheid van een chromosomale
afwijking aan te tonen? (gebruik hiervoor blz. 100-105 van Jorde)
Om een chromosomale afwijking aan te tonen kan je de volgende testen doen:
- FISH; bepaalde DNA segmenten aankleuren zodat je gerichter kan kijken naar translocaties.
Je kijkt maar na 1/2/3 plekken
- MLPA; multiple ligant-dependent probe amplification. Dit is meer targeted dan een array! Je
hebt probes in bepaalde gebiedjes.
- Een SNP Array is breder, je kijkt naar alles.
Uitslag van het onderzoek bij Merel. Te zien is dat een aantal (=175) meetpunten op de lange arm
van chromosoom 22 gedeleteerd zijn (zie omcirkelde gebied). Hierboven zie je een SNP array. CGH is
een voorganger van een array. CGH is ook een array
Array CGH: je doet DNA van een controle probes(kleur je rood) en DNA van patiënt (kleur je groen)
je kijkt hoeveel je van beide hebt. Je krijgt mengkleuren en de computer kan berekenen hoeveel
mengkleuren enzo je hebt. Je ziet de bovenste helft van het plaatje. Je kan alleen kijken of er meer
of minder dan de controle zijn. Wordt in de westerse wereld niet meer gebruikt
SNP array: probes zitten op een glaasje. De probes zijn SNPs. Hierbij kijk je ook welke basen erbij
zitten. Je kan zien of iemand hetero- of homozygoot is. Je ziet het onderste grafiekje.
b. Bovenstaande figuur laat zien dat er een deletie van ~ 3,5 miljoen basenparen in
chromosoomband 22q11.2 wordt gevonden bij Merel. Welke techniek is gebruikt om deze deletie
op te sporen en hoe werkt deze?
Het lijkt erop dat CGH is gebruikt.
Er wordt DNA uit de cel van een patiënt genomen een gelabeld (rood), dan wordt controle met een
andere kleur gelabeld (groen). Dan worden de twee sets met DNA gehybridizeerd tot normale
metaphase chromosomen (lH). Als een regio in test DNA is gedupliceerd is meer rood te zien in de
test van dat stukje DNA, als een regio test DNA is verdwenen is er meer groen te zien. Deleties of
duplicaties moeten wel groter zijn dan 5-10Mb
Je kan ook een array CGH doen. Hierbij maak je gehybridiseerd DNA waarna je probes toevoegt voor
specifieke DNA sequenties. Dit kan tegenwoordig met probes van 50-100kb. Het DNA van de patiënt
en de controle gaan competitie aan, en dan ga je ervan uit dat ze allebei evenveel worden gescand.
c. Welke diagnose stelt u bij Merel?
DiGeorge syndroom, ook wel 22q11.2 deletie syndroom. Het heeft een autosomaal dominant
overervingspatroon.
Velocardiofaciaal syndroom.
, 4
d. Passen de verschijnselen van Merel bij de gevonden chromosoomafwijking? Fenotypische
verschijnselen van DiGeorge syndroom:
De klassieke triade is: conotruncale hartafwijkingen, hypoplastische thymus en hypocalciemie.
Merel heeft last van de cardiale problemen, ontwikkelingsachterstand, spraakproblemen, afwijkend
gehemelte (nasale spraak),
e. Noem een specifiek gen dat in de deletie ligt en verantwoordelijk is voor een deel van de klinische
verschijnselen bij Merel.
Het specifieke gen dat verantwoordelijk is voor de afwijking die Merel heeft is waarschijnlijk TBX1.
Codeert voor een transcriptiefactor die helpt voor thymus, hart, gezichtsstructuren.
Haploïdinsufficiëntie geeft DiGeorge
De moeder van Merel is opnieuw zwanger.
f. Hoe groot is de kans dat ouders een kind krijgen met dezelfde diagnose? Wat voor aanvullend
onderzoek is mogelijk om hier meer duidelijkheid over te krijgen?
- Als je er vanuit gaat dat SNP array is gedaan, dan doe je nu FISH
- SNP doe je als je echt nog geen idee hebt
- FISH op 22q11 kan je doen als je verdenking hebt op DiGeorge
De kans dat in een populatie DiGeorge Syndroom optreedt is 1 op 4000. Het overgrote deel van de
gevallen ontstaat de novo (85-95%).
DiGeorge syndroom is autosomaal dominant. Als een van de ouders drager is, omdat het niet-
volledige penetrantie heeft, is er een 50% kans dat het kind het krijgt.
Je wil nu weten of de ouders drager zijn of niet. Dit is belangrijk.
Ik zou een vruchtwaterpunctie doe om vast te stellen of het kind deze afwijking heeft. Daarna zou ik
beide ouders testen op deze afwijking om te kijken of één van de twee het heeft. Het fenotype kan
heel licht uitvallen.
De ouders willen zich vanwege de zwangerschap nu niet laten onderzoeken. Er wordt een dochter,
Ellen, geboren, die een palatoschisis blijkt te hebben.
g. Wat zijn uw differentiaal diagnostische overwegingen als verklaring hiervoor? Welk onderzoek zet
u in bij Ellen?
- VCF
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijnkahlmann. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.