Samenvatting hersenen en gedrag
H1
Psychologie helpt ons begrijpen waarom we de dingen doen die we doen door een context voor
begrip te geven voor de geest (mind) en gedrag
Voor dit begrip stellen psychologen vragen vanuit meerdere wetenschappelijke perspectieven
Psychologen benaderen de studie van de geest (mind) door te kijken naar verschillende dieptes qua
perceptie
Eén perspectief geeft geen compleet antwoord, het beste beeld komt van meerdere perspectieven
samenvoegen
Soorten psychologie:
Cognitieve psychologie: denkende geest (hoe werkt de geest (mind))
Abnormale psychologie: verontrustende geest (psychische aandoeningen etc.)
Gedrag (behavior) is elke actie die we kunnen observeren
Geest (mind): de hersenen en zijn activiteiten, inclusief gedachtes, emoties en gedrag
Psychologie: de wetenschappelijke studie van gedrag, mentale processen en breinfuncties
Mentale processen konden eerst moeilijk onderzocht worden door introspectie (zelfreflectie), maar
door innovatievere methoden en wiskunde kunnen de breinactiviteiten en gedrag etc. beter
onderzocht worden
Introspectie (zelfreflectie): een persoonlijke observatie van je eigen gedachten, gevoelend en gedrag
Filosofie: de discipline dat systematisch basisconcepten onderzoekt, zo ook de oorsprong van kennis
natuurwetenschappen: wetenschappen die de fysieke en biologische gebeurtenissen die gebeuren
in de natuur onderzoeken
Een sensorische zintuigcel kan maar één soort informatie verwerken (licht/druk etc.)
Structuralisme: Een aanpak waarbij de geest is opgedeeld in de kleinste elementen van mentale
ervaring
Gestaltpsychologie: Een aanpak die ervaring ziet als iets anders dan de som van zijn elementen (je
kan niet het niet in stukjes denken, wij denken in een geheel
Functionalisme: Een aanpak die gedrag ziet als doelgericht en bijdragend aan overleving (bijv. als we
ergens van genieten (bijv. een ijsje), is dat omdat het goed voor ons overleven is)
2 benaderingen van psychische aandoeningen:
Medisch model kijkt naar fysieke oorzaken en medische behandelingen (bijv. medicatie)
Psychologisch model zegt dat abnormaal gedrag kan voortkomen uit levensgebeurtenissen
Sigmund Freud heeft in de psychologie een rol gespeeld in kennis over het (onder)bewustzijn,
seksualiteit, abnormaal gedrag en psychotherapie, echter zijn methoden zijn niet goed
wetenschappelijk
De Freudianen dachten dat mensen van nature egoïstisch waren en agressief, dit is in strijd met de
humanistische psychologie
, Humanistische psychologie: een aanpak die mensen als van nature goed ziet en gemotiveerd om te
leren en te verbeteren
- in de humanistische psychologie deden ze aan cliënt gerichte therapie (ze werden cliënten genoemd
en niet patiënten), dit geeft een gevoel van gelijkheid
Behaviorisme: hierbij wordt onderzocht door middel van observatie
De wet van effect zegt dat gedrag gevolgd door iets plezierigs/goede uitkomst, zorgt ervoor dat dit
gedrag vaker in de toekomst gebruikt wordt, dan wanneer gedrag gevolgd wordt door iets
onplezants (denk bijvoorbeeld aan trial and error)
Door computermodellen en wiskunde konden in de cognitieve psychologie mentale processen bij
gedrag beter verhelderd worden
Cognitieve psychologie + biologische psychologie cognitieve neurowetenschap
Behaviorisme zorgde voor de ontwikkeling van neurowetenschap door biologische aspecten te
bekijken (het brein werd eerst beschouwd als een black box)
5 perspectieven van psychologie:
1. Biologische psychologie (gedrags-neurowetenschap): richt zich op de relaties tussen geest
en gedrag, evenals hun onderliggende biologische processen, waaronder genetica,
biochemie, anatomie en fysiologie
- evolutionaire psychologie: onderzoekt hoe fysieke structuur en gedrag zijn gevormd door
hun bijdragen aan overleving en reproductie (tak van biologische psychologie)
2. Cognitieve psychologie: doet onderzoek naar informatieverwerking, denken, redeneren en
probleemoplossing
3. Ontwikkelingspsychologie: onderzoekt normale gedragsveranderingen die voorkomen
tijdens je leven
4. Sociale en persoonlijkheidspsychologie: beschrijft de effecten van de sociale omgeving,
inclusief sociale en culturele diversiteit, en individuele verschillen op het gedrag van
individuen. Sociale en persoonlijkheidspsychologen erkennen dat we onze eigen realiteiten
construeren en dat de sociale omgeving onze gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloedt.
5. Klinische psychologie: probeert abnormaal gedrag te verklaren, definiëren en behandelen
Culturele diversiteit: variaties in de gedragen, waarden en doelen gedeeld door groepen mensen
Persoonlijkheid: Karakteristiek van een individu (manier van denken, voelen en gedragen)
Gedrag kan zeer verschillen tussen individuen vanwege persoonlijke factoren en veel aspecten van
diversiteit, bijvoorbeeld leeftijd, etniciteit, welvaart