Rechtsfilosofie
HC + WC
1
,Module I – wat is recht?
HC 1 - Natuurrecht
Kennisclip 1 Wat is rechtsfilosofie?
Conceptuele analyse: mensenrechten zijn universele, onvervreemdbare rechten, gericht tegen staten.
Normatieve analyse: iedereen zou gelijke rechten moeten hebben op basis van hun mens-zijn alleen.
Dubbele taak van de rechtsfilosofie:
1. Conceptuele analyse:
a. Wat is het recht?
b. Wat is de rechtsstaat?
2. Normatieve analyse:
a. Is een bepaalde wet rechtvaardig?
b. Welk mensenrecht zou zwaarder moeten wegen wanneer er twee botsen?
c. Waarom is het gerechtvaardigd om mensen te straffen bij overtredingen?
Aantekeningen Antigone (verplichte literatuur)
Antigone is een zus van haar broer die is overleden. Zij is betrapt op het feit dat ze een
begrafenisritueel aan hem gaf. Zij is er trots op en zegt dat het volk het met haar eens is, maar
niemand durft zich te uiten uit angst voor Creon. Antigone zal moeten sterven. Creon vindt dat ook de
zus Ismene schuldig is. Ismene wil samen voor de schuld opdraaien. Wat heeft het leven nog voor zin
als haar zus niet meer leeft? Ismene vraagt Creon waarom hij zijn zoons verloofde wil doden. De zoon
van Creon, Haimon is namelijk verloofd met Antigone. Maar Creon zegt dat hij geen slechte vrouw
voor zijn zoon wil. Haimon vindt het huwelijk minder belangrijk dan de wil van zijn vader. Hij zou toch
alleen maar slechte kinderen van haar krijgen, omdat zij niet deugt. Zij moet dood, want zij kan niet
zomaar het gezag de wet voorschrijven, zij moet zich aan de regels houden ook al heeft zij (als enige)
een andere mening. Wet en orde moeten gehandhaafd worden. Creon en zijn zoon krijgen ruzie
omdat Haimon vindt dat zijn vader ook naar de mening van het volk moet luisteren maar zijn vader
vindt dat hij het in het land voor het zeggen heeft en dat de staat aan hem behoort. Haimon wil zijn
vader nooit meer zien omdat zijn vader hem ook wil straffen. Antigone heeft vrede met de dood, ze
gaat dood omdat zij het gezag heeft aangetast. Antigone zegt dat niemand om haar huilt dat zij dood
gaat, maar dat in ieder geval haar familie in het dodenrijk blij is dat ze komt. Ze zegt dat zij blij is dat
ze haar broer een laatste eer heeft bewezen, ook al was het in de ogen van Creon onvergefelijk.
Tiresias vertelt tegen Creon dat het oneerlijk is dat Antigone dood is en dat Polyneices hier is
gebleven. Creon moet Antigone bevrijden en voor Polyneices een grafmonument moet oprichten.
Haimon wilde zijn vader doden, toen dit mislukte heeft hij zichzelf om het leven gebracht. Euriydice
ging weg. Creon was ontroostbaar door het verlies van zijn zoon, wat had hij een grote fout gemaakt,
wat was hij stom geweest. De ellende was erg, maar werd nog erger. De informant kwam namelijk
vertellen dat Eurydice, zijn vrouw, zelfmoord heeft gepleegd na het horen van dit gruwelijke verhaal.
Eerst was Megareus (z'n andere zoon) dood, nu z'n andere zoon en ook zijn vrouw. Creon is radeloos,
alles is uit de hand gelopen. Het koor zingt dat men nooit eeuwige wetten mag negeren en altijd naar
het verstand moet luisteren.
Kennisclip 2 – Antigone – natuurrecht vs. rechtspositivisme
Antigone
- Geschreven rond 441 v.Chr.
- Focus op spanning tussen natuurrecht en rechtspositivisme
Antigones dilemma
Twee zoons staan aan verschillende kanten. Polyneices staat tegenover … Creon (nieuwe koning) wil
niet dat Polyneices wordt begraven. Antigone wil dat hij wordt begraven.
Creon: positief recht gehoorzamen, hogere wet gehoorzamen. Ze besluit haar broer te begraven.
Creon: en toch waagde je mijn verbod te trotseren?
Antigone: het was Zeus toch niet die het uit liet gaan. En evenmin heeft het recht van de onderaardse
goden ons mensen ooit met dit gebod belast. Verder vond ik niet dat uw bevelen zo machtig waren dat
zij de ongeschreven godenwetten mochten tarten. U bent een sterveling, die wetten zijn van alle
tijden… Ik wilde de goddelijke wet niet breken uit angst voor een menselijk verbod, zodat ik voor het
gerecht der goden als beklaagde zou komen te staan.
2
,Antigone beroept zich op de goden. Staat niet in overeenstemming met de wil van de goden.
Natuurrecht:
- Universeel (overal en altijd geldig, wat de lokale geschreven wetten ook mogen stellen);
- Hoger recht (hoger dan geschreven)
- Van nature gegeven (niet de geschreven wetten. Menselijke rede, God);
- Wil positief recht geldig zijn -> overeenstemming natuurrecht. (Ook andersom).
Rechtspositivisme:
- Geen noodzakelijk verband tussen het gestelde recht en moraliteit. (onrechtvaardigde wetten
zijn ook wetten en moeten worden gehoorzaamd);
- Geldend recht is simpelweg dat wat door legitieme overheid gesteld is.
“Wie uit hoogmoed de wetten overtreedt of tracht zijn meerdere de wet te stellen, hij zal zich nooit
verheugen in mijn gunst. Wie staatshoofd is moet worden gehoorzaamd in groot en klein, of het recht
of onrecht is… Rebellie tegen het gezag is het ergste kwaad… Dus houd ik orde en wet te allen tijde
hoog.”
Creon heeft onrechtvaardig gehandeld. Positieve recht moet in overeenstemming worden gebracht
met het natuurrecht. Goden eisen een gepaste begrafenis. Creon heeft zit verboden en moet hiervoor
een gruwelijke prijs betalen.
“De gave van het verstand is het kostbaarste bezit voor een gelukkig leven. Wie sterfelijk is mag nooit
uit hoogmoed met een god in het strijdperk treden. Het noodlot straft de trotse man met zware slagen.
Hij leert pas wijsheid in zijn laatste levensdagen.”
Waarom Antigone?
- Spanning tussen natuurrecht (Antigone) en rechtspositivisme (Creon);
- Politieke verplichting;
- Spanning tussen banden van burgerschap en familieleden;
- Gevaar intens beleefde religiositeit voor stabiliteit van de samenleving (liberale neutraliteit);
- Burgerlijke ongehoorzaamheid (wanneer is het overtreden van de wet geoorloofd?).
3
, Kennisclip 3 – Het natuurrecht in Thomas van Aquino
Thomas van Aquino
- 1225 Roccasecca (Koninkrijk Sicilie) – 1274 Fossanova (Kerkelijke Staat);
- (Scholastieke: filosofische stroming. Dialectische methoden: voors- en tegens) filosoof,
theoloog, heilige;
- Synthese van Christelijke theologie en werk Aristoteles;
- Hoofdwerk: Summa Theologie.
Thomas en zijn tijd (1225 – 1274)
- Europa komt langzaam uit de middeleeuwen;
- Grote economische en culturele ontwikkeling. Verstedelijking;
- Universiteiten komen op (Bologna, Oxford, Salamanca, Napels);
- Koninkrijk Sicilië kruispunt culturen;
- Keizer Frederik II: Kosmopoliek: Stupor mundi: intellectuele ontwikkeling bevorderde;
- Aan Universiteit van Napels veel belangstelling voor Aristoteles en zijn Arabische
commentatoren Averroes/Ibn Rushd (De Commentator) en Avicenna/Ibn Sina: speelt een
cruciale rol bij de gedachtegang van Thomas.
- Periode van transitie, Thomas staat hier middenin.
De tekst in vogelvlucht
- 90: definitie van ‘wet’;
- 95.2: menselijke wetten alleen wetten voor zover zij van de wet van de natuur afgeleid zijn.
Wijken zij af van natuurwet -> geen wetten, maar verdorvenheid van de wet. In overeenkomst
met natuurrecht. Niet in overeenstemming? Dan niet geldend;
- 96.4: op welke wijze kunnen wetten onrechtvaardig zijn?
- 96.6: mogen we de wet ongehoorzaam zijn?
Definitie van de wet
Wat is een wet? = conceptuele vraag
Een wet is “een bepaalde
1. Afgekondigde (mensen weten wat de wet is)
2. Ordening van de rede (de wet is een bepaalde regel die mensen tot een bepaalde handeling
zetten of afhouden, leidraad voor toekomstig handelen, orde)
3. M.b.t. het gemeenschappelijke goede (wet moet niet gericht zijn op de belangen van de
heerser maar op de gemeenschap als geheel)
4. En afkomstig van hem die de zorg voor de gemeenschap heeft” (q.90 a.4) (juiste autoriteit
moet worden afgekongigd);
5. Wetten hebben dwingende kracht (wetten moeten kunnen worden afgedwongen, eventueel
met geweld).
Wil iets een wet zijn, moet het aan deze criteria voldoen!
Verschillende soorten wetten (q.91):
- Eeuwige wet: Gods ordening van de kosmos;
- Natuurlijke wet: eeuwige wet voor ons, voor zover wij deze kunnen kennen;
- Menselijke wet: positieve wetten;
- Goddelijke wet: openbaring (Bijbel).
Thomas: onrechtvaardige wetten
Wetten kunnen op drie manieren onrechtvaardig – want tegengesteld aan het gemeenschappelijke
goede – zijn:
1. Onrechtvaardig doel: bestuurder niet door gemeenschappelijke goede gemotiveerd maar door
hebzucht en eer -> tirannie;
2. Onbevoegde autoriteit (maker): bestuurder maakt wet die haar bevoegdheid te buiten gaat;
3. Ongelijke lasten (vorm): lasten van wet ongelijk over gemeenschap verdeeld (vb. regering
infrastructuur: disproportioneel om armen hier voor de kosten op te draaien, tegenover
algemeen belang).
“Dergelijke wetten zijn meer daden van geweld dan wetten” (q.96 a.4).
4. Tegengesteld aan het goddelijke goede: wetten die dwingen tot afgoderij bv.
… zijn geen wetten
4