Werkgroep inleiding burgerlijk recht
Week 1:
Casus 1
a. Een eenzijdige gerichte rechtshandeling van Werff aangezien hij aangeeft zijn functie als
rector neer wilt leggen, oftewel een opzegging van de arbeidsovereenkomst
b. SOLO heeft de verklaring opgevat als een ontslag verklaring
c. Art 3:33 BW t/m 3:35 BW.
d. Werff was zeer geëmotioneerd, liep bij een psycholoog en er was al langere tijd sprake van
spanningen op het werk wat zou kunnen wijzen op een tijdelijk geestelijke stoornis. Door zijn
toestand heeft hij hoogstwaarschijnlijk niet dezelfde keuze gemaakt als dat hij zou hebben
gedaan in een niet emotionele toestand. De rechtshandeling is nadelig voor Werff want hij
heeft geen inkomen meer als hij zijn ontslag zou hebben gemeend. De rechtshandeling is dus
vernietigbaar, op grond van art. 3:34 lid 1 BW, jo. Art. 3:34 lid 2 BW, jo. art. 3:33 BW.
Bovendien had de werkgever een vorm van onderzoeksplicht om te achterhalen of Werff
echt ontslag wilde nemen wat niet is gebeurd art. 3:35 BW niet gelukt dus de
rechtshandeling is niet geldig. Oftewel de rechtshandeling is vernietigbaar door de tijdelijke
geestelijke stoornis van Werff op grond van art. 3:34 lid 1 BW, jo. art. 3:34 lid 2 BW, jo. art.
3:33 BW.
Casus 2
a. De eerste mail van Bronckhorst betreft een aanbod (eenzijdig gerichte rechtshandeling) voor
een overeenstemming, art 6:217 BW.
b. Als alva het aanbod voor 15 november niet aanvaardt, komt het te vervallen op basis van het
verstrijken van de termijn, art. 6:217 lid 1 BW jo. art. 3:38 lid 1 BW.
c. In de mail van 8 november probeert Bronckhorst zijn aanbod te herroepen wat geen effect
heeft art. 6:219 lid 1 BW.
d. Alva wilt door middel van de mail van 9 november het aanbod aanvaarden en daarmee de
overeenkomst te sluiten wat geen succes heeft omdat de wil van Bronckhorst om het aanbod
te herroepen kan niet worden uitgevoerd. Op 9 november heeft de aanvaarding werking dus
er wordt voldaan aan art. 6:217 lid 1 BW, er is dus een overeenkomst. Bronckhorst moet de
auto leveren en ontvangt 750 euro.
e. De wil en verklaring komen niet overeen bij het aanbod. Bronckhorst wil 1750 euro voor de
auto maar verklaart hem voor 750 euro te willen verkopen. Het rechtgevolg is dat er geen
sprake is van een geldige rechtshandeling. Het aanbod is dus niet geldig art. 3:33 BW, jo. art.
3:35 BW. Maar er is sprake van gerechtvaardigd vertrouwen bij Alva, art. 3:35 BW aangezien
de verklaring is opgevat door Alva als dat de auto voor 750 euro te koop staat. In de gegeven
omstandigheden mocht Alva dit opvatten door dat Bronckhorst graag snel van de auto af
wilde en het om een symbolisch bedrag zou gaan. Op grond van art. 3:33 BW, jo. 3:35 BW, jo.
art. 6:217 BW is er sprake van een geldig aanbod, wat geldig was vanaf 1 november. Het
aanbod kwam toen namelijk aan bij Alva art. 3:37 lid 3 BW. Dit aanbod is onherroepelijk
gezien er termijn in het aanbod besloten zat art. 6:219 lid 1 BW.
f. Oftewel de ontvanger aanvaardt het aanbod op 9 november, op dit moment is er een
rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen. Oftewel Bronckhorst moet de auto leveren
en Alva moet 750 euro betalen voor de auto.
MC
1. C
2. C
3. D
, Werkgroep 2, Inleiding burgerlijk recht
Casus 1
A. Ja, want Goosens heeft de bevoegdheid gekregen (volmacht is verleend) art. 3:60 lid 1 BW
van Damen om het schilderij te kopen voor een bedrag onder de 20.000 euro.
B. Ja, want Goosens heeft de bevoegdheid gekregen om het schilderij te kopen voor een
maximaal bedrag. Hij heeft het schilderij gekocht onder het maximale bedrag, waardoor hij
dus binnen de grenzen van de vertegenwoordigingsbevoegdheid is gebleven. Damen kan niet
zeggen dat Goosens buiten zijn bevoegdheden is getreden en kan dus niet aansprakelijk
worden gehouden.
C. Ja er is een koopovereenkomst tussen Damen en Keuls tot stand gekomen. Art 3:66 lid 1
Casus 2
A. Braam heeft alleen volmacht om overeenkomsten te sluiten met reclamebureaus die betrekking
hebben tot het voorbereiden van reclamecampagnes op televisie. Braam heeft niet de
bevoegdheid gekregen om andere overeenkomsten te sluiten.
B. Nee, Braam heeft een overeenkomst gesloten met een bedrijf die een reclame zal maken voor op
de radio, hiervoor was zij niet bevoegd. Ze was slechts bevoegd om overeenkomsten te sluiten
met betrekking op televisiereclames
C. Nee, want Pool heeft geen overeenkomst met Multimedia, Braam valt er tussenuit. Er is geen
gerechtvaardigd vertrouwen op schijn van volmacht art 3:61 lid 2 BW.
D. Er is ook geen overeenkomst tussen Braam en Multimedia, want er was geen overeenkomst
tussen Braam en Multimedia. Braam heeft aangegeven dat er volmacht ontbreekt. Art. 70 BW
dus Braam hoeft niet de rekening te betalen.
Casus 3
A. Onjuiste inlichting van de wederpartij, Wederpartij schond mededelingsplicht of wederzijdse
dwaling
B. Dwaling betreffend de kennis en positie van de dwalende= wederzijdse dwaling, onjuiste
inlichting van de wederpartij
Dwaling betreffend de kennis en het handelen van de wederpartij= wederzijdse dwaling,
wederpartij schond mededelingsplicht, onjuiste inlichting wederpartij. Aan deze vereisten is niet
voldaan.
C. Er is een mededelingsplicht geschonden door de verkoper, en de onderzoeksplicht geschonden
door de dwalende. De mededelingsplicht gaat voor, dus Van Beet had de plannen voor het tehuis
moeten weten en mededelen.
D. Ja, want er is sprake van dwaling. Akkermans wilde daar wonen voor de rust, wat de verkoper
wist. Van Beet was op de hoogte van het plan/ had op de hoogte moeten zijn. Volgens art 6:228
lid 1 sub b de mededelingsplicht geschonden.
Casus 4
A. Er is een contractsbepaling die geïnterpreteerd moet worden met behulp van de Haviltex
maatstaf.
B. Resultaat van interpretatie is rijmen met oogmerk van partijen? (Havertex) Richard heeft onder
grove schade niet verstaan dat het ook onder opzettelijke schade zou vallen. Dit zal ook
logischerwijs niet redelijk zijn, want het uitgangspunt van Klok bv zou niet het opzettelijk kapot
maken van horloges moeten zijn. Klok bv bedoelde met grove schade, alle soorten schade die er
gemaakt kunnen worden aan een horloge. Richard een overeenkomst gesloten met Klok bv om
zijn horloge schoon te laten maken. Hij was weliswaar bewust van het risico dat er eventuele