Thema 1 – Introductie in de sociale psychologie
Hoofdstuk 1 - Inleiding tot de sociale psychologie
Wat is sociale psychologie en wat is het verschil met andere disciplines?
Psychologie: De wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het individu.
Sociale psychologie: De wetenschappelijke studie naar de manier waarop gedachten, gevoelens en
gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of imaginaire aanwezigheid van andere
mensen.
Sociale invloed: Het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van andere mensen hebben op
onze gedachten, gevoelens en gedragingen.
Sociale invloed vindt bijvoorbeeld rechtstreeks plaats door reclamemakers met subtiele technieken of tijdens
verkiezingscampagnes. Maar we worden ook alleen al door de aanwezigheid van anderen beïnvloed, zowel
bekenden als vreemden. Bijvoorbeeld door goed- of afkeuring door ouders of aanwezigheid van politieagenten.
Soms botsen die invloeden en sociaal psychologen zijn met name geïnteresseerd in de vraag wat er dan in
iemands hoofd gebeurt. Er ontstaan bijvoorbeeld vaak conflicten wanneer jonge mensen gaan studeren en
geconfronteerd worden met verschillen tussen de waarden en overtuigingen die ze van huis hebben
meegekregen en de waarden en overtuigingen van medestudenten of docenten.
Voorbeelden begin van het hoofdstuk: In dit soort situaties zijn mensen zich vaak niet bewust van de redenen
achter hun eigen reacties en gevoelens. Rechtvaardigen die we voor hun handelingen kunnen verzinnen, zijn
niet per se de redenen waarom ze iets doen. Sociaal psychologen willen weten welke van deze verklaringen de
meest waarschijnlijke is. Daarvoor is een serie wetenschappelijke methoden ontworpen waarmee we onze
aannames, vermoedens en ideeën over menselijk sociaal gedrag empirisch kunnen onderzoeken i.p.v. af te
gaan op volkswijsheden, gezond verstand of de meningen en inzichten van filosofen, schrijvers of oma’s. Na het
opstellen van een hypothese ontwerpt de sociaal psycholoog een experiment dat gedetailleerd genoeg is om
de situaties op te roepen die tot de ene of de andere uitkomst zullen leiden.
Empirisch onderzoek: Op waarneming en/of onderzoek gebaseerde methode voor het toetsen van hypothesen.
Hypothese: Een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen veronderstelling.
Sociaal psychologen hebben niets tegen wijsheden, maar het probleem is dat deze elkaar bijna altijd
tegenspreken. Bijvoorbeeld de uitspraken: ‘soort zoekt soort’ en ‘tegenpolen trekken elkaar aan’. Een taak van
een sociaal psycholoog is onder meer dat hij onderzoekt wat de specifieke eigenschappen zijn van de
omstandigheden waaronder het een of ander het waarschijnlijkst is. Bijvoorbeeld: Nemen jongeren meer
risico’s in het verkeer wanneer zij alleen zijn of wanneer zij met leeftijdsgenoten zijn?
De sp richt zich in eerste instantie op de manier waarop mensen beïnvloed worden door hun interpretatie, of
construct, van hun sociale omgeving. Je kunt pas begrijpen hoe mensen door hun sociale wereld worden
beïnvloed als je begrijpt hoe ze die sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
Bijvoorbeeld: als je moet voorspellen of Jonas Anna wel of niet zal vragen voor het schoolfeest. Een sociaal psycholoog is
geïnteresseerd hoe Jonas Anna’s gedrag interpreteert. Een groot deel van het onderzoek richt zich op determinanten van
gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen. Bijvoorbeeld: ‘ik moet toegeven dat Anna liever met die sukkel naar het
schoolfeest gaat dan met mij’.
Construct: De manier waarop mensen de wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
Determinant: Bepalende factor in een ontwikkeling of toestand.
Sociale psychologie en het verschil met verwante disciplines
Persoonlijkheidspsychologen proberen sociaal gedragen te verklaren en concentreren zich over het algemeen
op individuele verschillen. Dat zijn die aspecten van de persoonlijkheid die mensen onderscheiden van
anderen.
Sociaal psychologische vraag: Roos op borrels is een andere Roos dan de Roos die zij tijdens een etentje thuis is. Welke
factoren in deze twee sociale situaties zijn zo verschillend dat ze zo’n ingrijpend effect hebben op het gedrag van Roos. Voor
sociaal psychologen is het analyseniveau het individu in de context van een sociale situatie. Sp onderzoekt de
psychologische processen die mensen met elkaar gemeenschappelijk hebben en hen gevoelig maken voor sociale invloed.
1
,Sociologie kijkt naar de samenleving als geheel. Verschaft algemene wetten en theorieën over samenlevingen,
niet over individuen. Sociologen bestuderen de grootschaligere sociale processen, zoals historische en politieke
veranderingen of de wijze waarop grootschalige structuren (etniciteit, klasse, gender) de
bestaansmogelijkheden van een individu beïnvloeden.
Sp beweegt zich tussen sociologie en persoonlijkheidspsychologie.
Het doel van de sp is het identificeren van de universele eigenschappen van de menselijke natuur die ervoor
zorgen dat iedereen gevoelig is voor sociale invloed, onafhankelijk van sociale klasse of cultuur. Sp is een
relatief jonge wetenschap die zich vooral in de VS heeft ontwikkeld: veel ontdekkingen zijn nog niet op hun
algemeenheid getest is andere culturen. Het doel van sociaal psychologen is het ontdekken van dergelijke
universele wetten, maar ook van culturele verschillen in de manier waarop deze wetten tot uiting komen.
Daarvoor is crosscultureel onderzoek essentieel.
Wat is belangrijker: de persoonlijkheid of de situatie?
Macht van de situatie. Uit sociaal psychologisch onderzoek blijkt telkens weer dat sociale en
omgevingsfactoren gewoonlijk meer invloed hebben op het gedrag van individuen dan hun
persoonlijkheidsverschillen.
Voorbeeld over een serveerster die zich ongeduldig/onbeleefd gedraagt. O.b.v. alle informatie over haar zou je kunnen
concluderen dat ze niet per se een naar persoon is, maar een gewone vrouw die onder enorme druk staat. Het feit dat veel
mensen zelden rekening houden met de situatie is van grote invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan, of
ze sympathie hebben en verdraagzaamheid kunnen opbrengen voor een ander, of misschien juist ongeduldig en boos zijn.
Fundamentele attributiefout: Neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door de rol van
persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren te overschatten en de rol van externe, situationele factoren
te onderschatten.
Het inzicht dat menselijk gedrag zelden door hun persoonlijkheden wordt veroorzaakt, maar veelal door de
situaties waarin ze zich bevinden, staat centraal in de sociale psychologie.
Attributie: Het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of andermans gedrag en het daarmee voorzien van
verklaringen.
Attributie kan ons een onterecht gevoel van veiligheid geven. Als we de macht van de situatie niet volledig
doorgronden, hebben we bovendien de neiging om het probleem te vereenvoudigen en dat beperkt onze
kennis over de oorzaken van een groot aantal menselijke gedragingen.
Voorbeeld: spel voor twee en beide moeten kiezen tussen de strategie competitief spelen of win-win. Als je een inschatting
maakt over hoe onze vrienden dit zullen spelen denken we daarbij aan de persoonlijkheid van onze vrienden en baseren
daarop ons antwoord, maar we staan meestal nauwelijks stil bij de aard van de sociale situatie. Ander voorbeeld: de naam
van het spel doet ertoe. Toen de naam ‘het gemeenschapsspel’ luidde waren de spelers veel eerder geneigd tot coöperatief
gedrag dan toen het ‘beursspel’ heette, los van de persoonlijkheidstrekken van de deelnemers. De titel droeg sociale
normen.
Hoe hebben behaviorisme en gestaltpsychologie aan de ontwikkeling van de sociale psychologie?
Sociale situatie: het bepalen van de objectieve eigenschappen van de situatie, zoals hoe lonend die situatie is
voor mensen, en vervolgens te kijken naar het gedrag dat door die objectieve eigenschappen ontstaat.
Bijvoorbeeld als gedrag wordt beloond is de kans groot dat we daarmee doorgaan. Bij straf zal het gedrag
waarschijnlijk stoppen. Dit heet behaviorisme. Vroegere behavioristen wilden geen rekening houden met
cognitie, denken en voelen. Vonden ze vaag en slecht waarneembaar. Ze vergaten het belang van de manier
waarop mensen hun omgeving interpreteerden.
Bijvoorbeeld: als iemand op je afkomt, je op je rug slaat en vraagt hoe je je voelt, hangt je reactie niet af van wat die
persoon heeft gedaan, maar van hoe je dat gedrag interpreteert. Hangt af of dit een vriend of een autoverkoper is.
Behaviorisme: Stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat men, om menselijk gedrag te
kunnen begrijpen, slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende eigenschappen van de omgeving.
2
,De macht van de sociale interpretatie. Sociaal psychologen hebben aangetoond dat de relatie tussen individuen
en situaties bestaat uit tweerichtingsverkeer. Daarom is het belangrijk dat we niet alleen begrijpen hoe
situaties individuen beïnvloeden, maar ook hoe mensen de sociale wereld en het gedrag van anderen
waarnemen en interpreteren. Deze waarnemingen hebben meer invloed dan objectieve aspecten van de
situatie zelf. De term construct verwijst naar de wereld zoals die wordt geïnterpreteerd door het individu. Hoe
we ons in een bepaalde situatie gedragen wordt niet bepaald door de objectieve omstandigheden, maar
waarop we deze omstandigheden waarnemen (constructen).
Het geheel is anders dan de som der delen. Je moet je richten op de fenomenologie van de waarnemer, op hoe
een object op hem overkomt, i.p.v. op de afzonderlijke objectieve elementen van een object.
Gestaltpsychologie: Stroming in de psychologie die het belang benadrukt van het bestuderen van de persoonlijke
(subjectieve) manier waarop een object wordt waargenomen (het gestalt of geheel), i.p.v. het bestuderen van de
manier waarop de objectieve, fysieke eigenschappen van het object zijn samengevoegd.
Fenomenologie: Filosofische methode (van Husserl) die probeert door de geestelijk-intuïtieve beschouwing van de
dingen, niet door rationele kennis, de constitutie van de wereld in de geest en het wezen der dingen te
beschrijven.
Wat zijn de verschillen tussen het motief van eigenwaarde en het motief van sociale cognitie?
Mensen zijn complexe organismen: op elk willekeurig moment liggen er allerlei elkaar overlappende motieven
ten grondslag aan onze gedachten en gedragingen.
De wijze waarop een individu een situatie construeert (waarneemt, begrijpt en interpreteert) wordt
grotendeels bepaald door twee fundamentele menselijke behoeften: de behoefte om accuraat te zijn en de
behoefte om een goed gevoel over onszelf te hebben. Deze motieven kunnen ons soms in tegengestelde
richtingen doen bewegen, bijvoorbeeld als een accuraat beeld van ons gedrag in een bepaalde situatie uitwijst
dat we zelfzuchtig hebben gehandeld.
Bijvoorbeeld: president Johnson die tijdens Vietnamoorlog verkeerd advies overnam t.b.v. eigen reputatie. Dit illustreert
dat de behoefte aan zelfrechtvaardiging soms indruist tegen de behoefte om accurate waarnemingen te doen – en dat dit
catastrofale gevolgen kan hebben.
Het motief van eigenwaarde: de behoefte aan een positief zelfbeeld. De meeste mensen hebben sterk de
behoefte zichzelf als een goed, competent en respectabel individu te zien. Vaak vertekenen we de
werkelijkheid om ons gevoel van eigenwaarde in stand te kunnen houden.
Bijvoorbeeld Edward Snowden: voormalig systeembeheerder van NSA. Sommige stellen dat hij een spion, een verrader en
een crimineel is. Anderen zien hem als een kokkenluider. Beide partijen zijn ervan overtuigd in hun gelijk te staan. Waar
komen deze constructen vandaan en wat zijn de consequenties ervan?
Vroeger gedrag rechtvaardigen. Een positief zelfbeeld is natuurlijk een nuttige zaak, maar wanneer het ertoe
leidt dat iemand zijn acties rechtvaardigt en er niet van leert, kan dat verandering en zelfverbetering in de weg
staan. Bijvoorbeeld: jaloerse man geeft ex-vrouw schuld van de scheiding. Door deze interpretatie voelt hij zich
beter over zichzelf.
Lijden en zelfrechtvaardiging. Sociaal psychologen hebben ontdekt dat Oscar en zijn medeleden van Alfa-Betá zo gek zijn
op elkaar, voornamelijk gelegen is in de vernederende rituelen zelf. Hij zal aan zijn ervaringen een positieve draai geven. Hij
concentreert zich op de goede kant van het leven in een vereniging en hij vervormt de slechte kanten of doet ze af als
onbelangrijk. Uit experimenten blijkt dat hoe onaangenamer de ontgroeningsprocedure was, hoe leuker ze de groep
vonden.
Het motief van de sociale cognitie: de behoefte om accuraat waar te nemen. De sociaal cognitie-benadering is
het bestuderen van de manier waarop mensen over de wereld denken: hoe ze informatie selecteren,
interpreteren, onthouden en gebruiken om tot oordelen en beslissingen te komen.
Sociale cognitie: Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; specifieker: hoe mensen sociale informatie
selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te nemen.
Onderzoekers die sociaal cognitieve processen onderzoeken, nemen als uitgangspunt dat alle mensen de
wereld zo accuraat mogelijk proberen waar te nemen.
Net als de behoefte aan het behoud van eigenwaarde loopt af en toe ook onze behoefte aan accuratesse vast.
We maken dan fouten in onze pogingen om situaties te begrijpen en te voorspellen, omdat we niet over alle
feiten beschikken die we nodig hebben om een gegeven situatie accuraat te kunnen beoordelen.
3
, We gaan bij het beoordelen van onze omgeving af op een serie verwachtingen andere mentale korte routes.
Dit geldt voor belangrijke levensbeslissingen tot beslissingen over ons ontbijt, een conclusie waarvan
adverteerders en marketeers zich zeer wel bewust van zijn.
Selffulfilling prophecy: je verwacht bepaald gedrag van jezelf of van iemand anders, dus handel je op zo’n
manier dat je verwachtingen waarheid wordt. Bijvoorbeeld een kind dat als hoogvlieger wordt bestempeld. Dit
zou er bijna zeker toe leiden dat deze leerling zich lekkerder voelt, meer gerespecteerd, gemotiveerder en
slimmer. Dus zelfs als we proberen de sociale wereld zo accuraat mogelijk waar te nemen, zijn er vele manieren
waarop we toch een foute indruk kunnen krijgen.
Overige motieven: biologische drijfveren zoals de behoefte aan beloning en de behoefte aan controle.
Hoe kan de sociaal psycholoog maatschappelijke problemen helpen oplossen?
De sociaal psychologische theorieën m.b.t. het gedrag van mensen hebben inmiddels hun nut bewezen als het
gaat om de aanpak van diverse grote maatschappelijke problemen, bijvoorbeeld op het vlak van vooroordelen,
energiebewustzijn, gezonde leefgewoonten, geweld op school en seksuele intimidatie. De meest kansrijke
interventies bij ernstige sociale problemen zijn interventies die gebaseerd zijn op sociaalwetenschappelijke
theorieën over het denken het handelen van mensen.
Hoofdstuk 2 - Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek?
Hoe ontwikkelen onderzoekers hypothesen en theorieën?
Wat je moet onthouden is dat de resultaten achteraf gezien nogal voorspelbaar kunnen lijken als we menselijk
gedrag bestuderen.
Hindsight bias: De neiging van mensen om hun vermogen om een uitkomst te voorspellen te overdrijven nadat
ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruitziet.
Elk onderzoek begint met een vermoeden, of hypothese, die de onderzoeker wil testen. Wetenschappers
leiden hypothesen af uit eerdere theorieën en onderzoeken. Veel onderzoeken ontstaan doordat een
wetenschapper ontevreden is met bestaande theorieën en verklaringen. Onderzoek is en continu proces van
theoretische verfijning. Er wordt een theorie ontwikkeld: specifieke hypothesen die uit die theorie zijn afgeleid,
worden getest: o.g.v. verkregen resultaten wordt de theorie herzien en worden nieuwe hypothesen
geformuleerd.
Hypothesen gebaseerd op persoonlijke observaties uit het leven van alledag. Bijvoorbeeld de moord op Kitty
Genovese. Misschien waren omstanders eerder geneigd geweest om te helpen als elk van hen had gedacht dat hij of zij de
enige was die getuige was van de moord.
Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende onderzoeksmethoden die sociaal psychologen gebruiken?
Onderzoeksmethoden. Een deel van de creativiteit die je voor sociaal psychologisch onderzoek nodig hebt,
heeft te maken met de keuze van de juiste methode of combinaties van methoden, het maximaliseren van de
sterke kanten en het minimaliseren van de zwakke kanten van deze methode(n).
Methode Focus Beantwoorde vraag
Observationeel Beschrijven Wat is de aard van het fenomeen?
Correlationeel Voorspellen Als we x kennen, kunnen we y dan voorspellen?
Experimenteel Causaliteit Is variabele x de oorzaak van variabele y?
Observationele methode: sociaal gedrag beschrijven
Dit onderzoek is bedoeld om een beschrijving te geven van een bepaalde groep mensen of een bepaald type
gedrag. Deze methode kent vele vormen. Het is nuttig voor het beschrijven van de aard van een verschijnsel en
het generen van hypothesen. De methode omvat de etnografie: een observationele methode waarbij
onderzoekers een bepaalde groep of cultuur proberen te begrijpen door deze van binnenuit en zonder
vooropgezette ideeën te observeren.
Observationele methode: Techniek waarbij een onderzoeker mensen observeert en zijn metingen of
indrukken over hun gedrag systematisch vastlegt.
4