100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcollege 2 winst 20/21 €4,48
In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcollege 2 winst 20/21

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Hoorcollege 2 van het vak winst 20/21.

Voorbeeld 3 van de 23  pagina's

  • 29 september 2021
  • 23
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Ros
  • 2
Alle documenten voor dit vak (12)
avatar-seller
taxxxstudent
Hoorcollege 2
Winst

Belasten van de totaalwinst van een onderneming
Idee achter de belasting, hete startpunt om belastbare winst te bepalen. Het startpunt is de
totaalwinst, art. 3.8 IB. Het is een objectieve grootheid, en is onafhankelijk van de wil van de
winstgenieter. Het ziet op de voordelen die onder welke naam en in welke vorm ook worden
verkregen.
Totaal winst is onpraktisch, daarom dat we een andere invulling hebben, dat is het jaarwinst begrip.
Deze staat in art. 3.25 IB. Je bepaald a.d.h.v. goedkoopmansgebruik in welke jaar die winst hoort te
vallen. Dat vervolgens wordt vergelen, begin jaar, met einde vorig jaar.

Er zijn andere inbreuken op het belasten van de totaalwinst van een onderneming. Een ziet op de
faciliteiten. Deze maken een inbreuk op belasten van totaalwinst. Want als je een berekening gaat
maken moet je deze corrigeren met diverse aftrekposten. De belastbare winst uit onderneming is
niet gelijk aan de winst uit onderneming.

Winst uit onderneming wordt verminderd met o.a. ondernemersaftrek en MKB-vrijstelling. Waarom?
Zodat ondernemerschap wordt gestimuleerd. Zij zorgen voor werkgelegenheid en dat weet voor
welvaart. En via faciliteiten kun je ze een stimulans geven.

Totaal winst sluit aan bij de gehele duur van de onderneming.




Voordelen
In art. 3.8 wordt het begrip voordelen genoemd. Dit is zowel positief als negatief. Daarnaast moet je
het objectief zien, onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige.
Voordelen in natura vallen er ook onder.
Als je geld inbrengt, dit is een storting. Dit beïnvloedt niet de winst, want het ligt in de privésfeer.
Winstgemis wordt niet meegenomen.
Je moet wel opletten dat in familieverhoudingen je altijd moet letten dat transacties zakelijk
gebeuren. Wel zakelijk handelen in gelieerde situaties.

Nominalistisch principe
Dit betekent dat een euro een euro is. Je kijkt niet naar waardeveranderingen. Hij heeft geen echte
winst gemaakt, dit komt door inflatie. Dit wordt rechtgetrokken als we kijken naar het VV. Bij VV
moet je wel rente betalen. Je hebt wel aftrek etc.

,Winst uit onderneming
Hoe wordt het bepaald?




Hoe komen we op belastbare winst uit onderneming?




Verband onderneming en voordeel
Wanneer is iets winst? Dit moet je beantwoorden a.d.h.v. gkg.
Wat is winst uit onderneming? Hoe bepaal je of een ondernemer iets doet voor zijn onderneming.
Wanneer handelt hij als ondernemer en wanneer als privé. Je hebt vermogen, die je gebruikt voor je
onderneming en/of privé. Wat valt allemaal binnen die winstsfeer.

Vermogensetikettering, wanneer het gaat om vermogensbestanddelen.
Voor andere voordelen geldt
(i) causaliteit (oorzakelijk verband tussen voordeel en onderneming),
(ii) finaliteit (handelingen waaruit een bepaald voordeel is ontstaan) en
(iii) milieu (aard van de voordeel, zakelijk of privé).

Totaalwinst vermogensetikettering
Geldt enkel bij vermogensbestanddeel. Wanneer is iets winst? Is er sprake van
ondernemingsvermogen of privévermogen.

Etikettering is afhankelijk van de wil van de belastingplichtige. Maar het wordt begrensd, door de
grenzen der redelijkheid. Je moet kijken naar de aard en functie van het vermogensbestanddeel. Dit
is bepalend voor de categorisering.

Er zijn drie categorieën mogelijk.
1. Verplicht ondernemingsvermogen: zie op vermogensbestanddelen die naar hun aard en
functie slecht tot het ondernemingsvermogen gerekend kunnen worden (90%).
2. Verplicht privévermogen: zie op vermogensbestanddelen die naar hun aard en functie slecht
tot het privévermogen gerekend kunnen worden (90%).
3. Keuzevermogen: vermogensbestanddelen waarvan de belanghebbende binnen de grenzen
van de redelijkheid kan uitmaken of ze tot het ondernemingsvermogen dan wel het
privévermogen behoren.

, In uitspraken is bepaald hoe grenzen der redelijkheid ingevuld moeten worden. Dat kan dus al bij
10% gebruikt voor de onderneming. De regel is geworden 10%, dan valt het al binnen het
keuzevermogen. En andersom geldt dit ook.

Sommige vermogensbestanddelen kunnen op verschillende manieren gebruikt worden.
Zoals een auto, prive als zakelijk = gemengd gebruikt.
Delen van een pand die afzonderlijk zakelijk of privé worden gebruikt = gesplitst gebruikt.

Onderscheid gemengd en gesplitst gebruik van onroerende zaken




Gesplitst gebruik van een niet-splitsbaar pand
Je hebt dus twee vormen.
1. Gesplitst gebruik van niet-splitsbare panden
2. Gesplitst gebruik van splitsbare panden: delen van panden die afzonderlijk rendabel te
maken zijn en panden die beide sanitaire voorzieningen hebben en een eigen opgang. Dan
doe je alsof het twee afzonderlijke panden zijn.

Bij niet-splitsbare panden: hele grote mate van keuzevrijheid. Het pand wordt aangemerkt als
keuzevermogen.
– Ondernemingsvermogen
– Privévermogen
– Administratief splitsen naar rato (alleen bij onroerende zaken).
Als je tot privé rekent, kan je geen kosten in aftrek brengen, enige uitzondering daarop is als er
sprake is van (kwalificerende) werkruimte.

Gesplitst gebruikt van een juridisch gesplitst/bouwkundig splitsbaar pand.
– Je kijkt dus naar de grenzen der redelijkheid.
– Is pand dienstbaar aan onderneming? Kan het gerekend worden tot
ondernemingsvermogen. Het is dan echt noodzakelijk voor de onderneming.

Koppelverkrijging
Een ondernemer schaft een ondernemingspand aan. Maar in onmiddellijke samenhang moet hij een
tweede pand erbij aanschaffen. Zonder die aankoop kan hij eerste pand niet aanschaffen. Hoe moet
je dit kwalificeren. Eerste pand, is ondernemingsvermogen.

Hoe moet je het tweede pand aanmerken?
1. Doorverkoop tweede pand (direct): dan is het ondernemingsvermogen.
2. Verhuur tweede pand (aan derden): in hoeverre houdt dat verband met mijn
onderneming/privésfeer. Verhuur aan derde valt wel echt in privésfeer. Maar alsnog leidt dit
tot keuzevermogen.
3. Zelfbewoning tweede pand? Dit is privévermogen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper taxxxstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,48
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd