Leven op de straat.
Definitie van dakloos zijn.
De definitie van dakloos zijn is feitelijk geen dak boven je hoofd hebben.
Deze mensen leven een zwervend bestaan en hebben geen huis.
Residentiele daklozen:
Daklozen zonder reguliere huisvestiging, zij hebben tijdelijk of semi
permanent onderdak bij instellingen of bij derden.
Huidige thuis en daklozen hoe ziet dit eruit?
- Daklozen zijn moeilijk plaatsbaar door hun multi problematiek, er is een
lage tolerantie grens wat zich uit in agressie, zijn veel contacten met
politie en justitie en de maatschappij heeft overlast van deze doelgroep.
- Een grote populatie is verstandelijk gehandicapt, dit is vooral op cognitief
nivau.
- Er zijn veel volharden thuislozen, dit zijn daklozen die geen vast dak
meer hebben en geen gebruik maken van maatschappelijke opvangen, zij
creëren hen eigen woningen door middel van tenten, dozen e.d.
Feitelijke ontwikkelingen en visies.
-Dakloosheid geeft de feitelijke situatie weer, er is geen dak meer boven
het hoofd van een persoon.
-Thuisloosheid geeft de psychologische kant van dakloos zijn weer, zij
voelen zich nergens thuis en kunnen geen of nauwelijks meer sociale
bindingen aan gaan.
-Daklozen zijn homo en heterogeen tegelijk, het ligt eraan in welke groep
je hen plaatst. Binnen in Nederland zijn ze homo geen, omdat ze dak en
thuis loos zijn. Maar omdat ze anders zijn dan anderen zijn ze heterogeen.
-Daklozen zijn vaker alleenstaand, hebben een lager dan gemiddeld
opleidingsniveau, het zijn veelal mannen tussen de 25-45 jaar oud. Zij zijn
vaker verslaafd en hebben een slechte gezondheid.
De drie fases van dakloosheid:
Ontstaan – continuering – beëindigen.
Bij ontstaan horen de : toekomstige daklozen en de recente daklozen.
Bij continuering: de recente daklozen & langdurige daklozen.
Bij beëindigen: langdurige daklozen en ex daklozen.
Voorzieningenaanbod:
Dakloze instellingen vallen samen met de crisis opvang, de
vrouwenopvang en de evangelische opvang onder de maatschappelijke
sector.
,Er zijn 3 typen opvang: dag, nacht & internaten. Ze leveren een ieder het
zelfde; de 3b’s. Bed, brood, bad. Tegenwoordig komt daar veel vaker de B
van begeleiding ook kijken.
Van bescherming naar activering.
Visie verandering van empowerment en participatie. Het is van belang het
individu meer op de verantwoordelijkheden aan te wijzen. Tijdelijke
opvang met streven naar maatschappelijke integratie is het doel. Vaker
zelfstandig proberen te wonen is het doel.
Visies op dakloosheid:
- Situatie is te danken aan de betrokkenen, dus eigenschuld, dikke bult.
- Situatie komt doordat er een te kort is aan huizen die betaalbaar zijn.
Hierin moeten politieke hervormingen komen, dit is een visie die veelal in
de VS voorkomt.
- Situatie komt doordat instellingen en hulpverleners falen, de individuele
kenmerken worden niet genoeg meegewogen. Dit is een visie die veel voor
komt in Nederland.
Dakloosheid is een combi tussen problemen bij het individu en de omgang
met de maatschappij.
Visies op doelgroep in de instellingen.
Daklozen moeten aan specifieke eisen voldoen, deze kun je indelen in
hoog en laag gespannen.
- Laag gespannen: weinig mogelijkheden, bescherming tegen de buiten
wereld en niet te veel lastig vallen.
- Hoog gespannen: meer eruit halen en starten met een re-integratie
project.
Ontstaan van dakloosheid:
- Geen grip op het verleden
- Van het ene probleem in het andere probleem.
- Traumatische jeugd.
- Sluipt erbij in, ineens staan ze op straat.
- Opeenstapeling van problemen.
- Hechting is onvoldoende tot stand gekomen.
- De maatschappij heeft een zakelijke opstelling.
- De overgang van een instelling naar de maatschappij is te groot
waardoor daklozen continu opnieuw in een cirkel terecht komen.
Hoe voorkom je dakloosheid?
, - Vroegtijdige signalering, actieve hulp aanbieden.
Meer goedkopere woningen, schuldhulpverlening, nazorg, signaleren
binnen een wijk.
Recente dakloosheid.
Recente daklozen zijn net op straat, zij moeten nog aanleren om op straat
te leren. Dit is een tweeledig proces, zowel psychologisch als
materialistisch. Op den duur gaan ze zich identificeren aan andere
daklozen en vinden ze hen plekje.
Continutering van dakloosheid.
- Mensen verliezen het vertrouwen in de hulpverlening, dit kan op 2
manieren, door mond op mond reclame, dit heeft een collectief karakter of
eigen ervaringen.
- Daklozen verliezen hen eigenheid, anomie, eigen materialen maar
kunnen zichzelf wel redden.
- Daklozen krijgen andere normen en waarden waardoor ze verder van de
maatschappij komen te staan.
- Ze gebruiken verschillende instanties daar waar ze niet voor bedoeld zijn,
bijvoorbeeld een politiebureau of een ziekenhuis om weer een beetje op te
knappen.
- Ze zijn afhankelijk van de instellingen, maar willen hier ook niets van
weten.
Hierin kunnen we doen:
Actief betrokken zijn bij de daklozen. Van grote opvangen naar kleine,
hierdoor ontstaat een laagdrempelig klimaat. Zorgen dat daklozen een
boekje krijgen met informatie erin waar zij terecht kunnen dus niet, niets
weten.
Sociale netwerken & straat cultuur.
- Sociale contacten worden eenzijdiger , er is geen contact meer met oude
contacten
- De daklozen maken nu deel uit van de subcultuur die op straat leeft.
- Het netwerk krijgt een collectief karakter.
- Er word drugs en alcohol genuttigd.
Wat kunnen we doen?
- Daklozen klusjes laten verrichten tegen betaling, op deze manier komen
ze ook meer in contact met de maatschappij.
- Maatjes projecten stimuleren en starten.
Inkomen.