Economie voor havo & vwo bovenbouw
MODULE
RISICO EN RENDEMENT
ANTWOORDEN
HAVO
Antwoorden Module Risico en rendement – havo
, HAVO
ANTWOORDEN
HOOFDSTUK 1 RISICO
Paragraaf 1.1 Risico en onzekerheid
Opdrachten
1 a De provincies waar wedstrijden werden gespeeld hadden hogere criminaliteitscijfers
dan de provincies waar niet werd gespeeld.
b De kans op schade.
c Zonder wedstrijden was de criminaliteit misschien ook hoger geweest in de provincies
waar gespeeld werd. Wedstrijden worden vaak gespeeld in stadions in grote steden.
Je kunt verwachten dat in die provincies met grote steden de criminaliteit hoger is dan
in provincies zonder grote steden of provincies met minder grote steden.
2 Als de kans op de gebeurtenis zeer klein is, maar de schadelijke gevolgen heel groot,
gaat een klein risico toch gepaard met grote schade.
3 a De waarde van een beroemd schilderij is hoog, maar de kans dat het gestolen wordt
is relatief laag. Een koper kan het namelijk nooit laten zien, omdat bij een beroemd
schilderij algemeen bekend wordt dat het gestolen is. Daarom is het stelen van
bijvoorbeeld gouden juwelen aantrekkelijker, omdat deze anoniemer zijn. Het goud
kan ook worden omgesmolten.
b De schilderijen zijn bijvoorbeeld al een paar keer verkocht, waardoor je de
verkoopprijs kent. Of andere schilderijen van de schilders met dezelfde artistieke
waarde zijn al eens verkocht.
4 a 1/300 × € 9.000 = € 30
b Bijvoorbeeld: het aantal diefstallen in de straat in de afgelopen tien jaar geeft geen
zekerheid dat de frequentie de komende jaren hetzelfde blijft. En: het automerk
waarin Jan rijdt kan meer of minder gevoelig zijn voor diefstal dan andere merken.
c Het risico stijgt; niet door een hogere waarde van de auto, maar door een hogere
kans op diefstal.
5 De waarde van een auto is redelijk goed in te schatten, beter dan die van het exclusieve
meubelstuk. En de kans op diefstal is bij een auto beter in te schatten, bijvoorbeeld
doordat er statistieken beschikbaar zijn van diefstalcijfers.
6 Nee, de bron gebruikt ‘risico’ als de kans op een blessure (10%), niet als de kans
vermenigvuldigd met de schade.
Paragraaf 1.2 Vrijwillig en onvrijwillig risico
Opdrachten
7 Bijna alle risico’s worden beïnvloed door het gedrag van mensen. Het is bij sommige
risico’s ook voor discussie vatbaar of een risico niet te vermijden is.
8 De scheiding tussen onvrijwillig en vrijwillig is voor discussie vatbaar. Een voorbeeld van
een indeling: II, V, VII, VIII zijn vrijwillige risico’s; I, III, IV, VI, IX, X zijn onvrijwillige risico’s.
Paragraaf 1.3 Risicoaversie
Opdrachten
9 a Twee teams verdienen € 10.000, twee teams verliezen al hun geld. Het gemiddelde is
dus € 20. = € 5.000.
b Vanaf 50% spelen teams gemiddeld quitte (geen winst, geen verlies). Dus boven de
50% kans wint men gemiddeld door de finale in te stappen. Maar de teams kiezen
pas vanaf 67% voor de finale. Dat is dus een heel voorzichtige strategie
(= risicoavers).
10 a De ene keer wint zij € 4, de andere keer verliest zij € 4. De kans op winst is gelijk aan
de kans op verlies. Op lange termijn komen beide situaties evenveel voor en speelt ze
dus quitte.
b Ook € 0. € 20 winst en € 20 verlies komen even vaak voor.
c verwachte opbrengst
2
, HAVO
ANTWOORDEN
11 a 0,5 × € 32 + 0,5 × € 20 – € 25 = € 1
b € 25 – € 20 = € 5
c 0,5
d 0,5 × € 5 = € 2,50
e D = 0,5 × € 40 + 0,5 × € 12 – € 25 = € 1
E = € 25 – € 12 = € 13
F = 0,5 × € 13 = € 6,50
f A = hetzelfde; B = lager
g C = hetzelfde; D = hoge winst
h Sjors, want hij mijdt het hogere risico van loterij II.
Toepassen
12 Bijvoorbeeld: scholieren die kiezen voor een vervolgopleiding vermijden het risico dat zij
werkloos zouden kunnen worden als zij (in 2017) op zoek gaan naar betaalde arbeid.
13 a × € 25 = € 24,95
b B = × € 2.000 = € 20; C = € 25; D = × € 25 = € 24,75;
E = × € 200 = € 20; F = € 25, G = × € 25 = € 22,50
Loterij Prijs Kans op Uitbetaling Verwachte Mogelijke Risico
per lot een prijs op een opbrengst schade
winnend lot
Eurobingo € 25 € 10.000 € 20 € 25 € 24,95
Lucky Lot € 25 € 2.000 € 20 € 25 € 24,75
Krasloterij € 25 € 200 € 20 € 25 € 22,50
c Zij moet zich afvragen: wil ik een grotere kans maken op een kleinere prijs of een
kleinere kans op een grotere prijs?
d De Eurobingo, want dat is de enige loterij met een hoge uitkering.
14 a De verwachte opbrengst is in deze bron de geschatte opbrengst bij verkoop waarbij
geen rekening wordt gehouden met de kans op verkoop.
b Niet alle tekeningen werden verkocht: 30% werd niet verkocht. De kans bestond dat
de tekening van Hergé ook niet verkocht werd.
c 0,8 × € 7.000 = € 5.600
d De kans op verkoop is niet zeker. En vooral de verkoopprijs is onzeker, bleek
achteraf. De uiteindelijke verkoopprijs lag ver boven de ingeschatte verkoopprijs.
15 De spaarrekening. Een persoon die risicoavers is, zal kiezen voor het beleggingsproduct
met het kleinste risico op vermogensverlies. De spaarrekening van deze drie producten is
de enige met een vast percentage rendement en waarbij de inleg in ieder geval
terugverdiend zal worden.
16 De kandidaat zal spelen. Spelen biedt 25% kans op € 250.000 = € 62.500. Stoppen levert
minder op, namelijk € 50.000.
17 a × (30 × € 200) = € 600 aan verwachte schadelast
b € leerlingen = € 20 premie (per leerling per jaar)
18 a Ja, de kans op een gebeurtenis wordt vermenigvuldigd met de schade (‘de ernst’).
b De komst van een kerncentrale is voor de inwoners van het gebied een onvrijwillig
risico. Onvrijwillige risico’s vinden mensen al snel onaanvaardbaar. Mensen die naar
een gebied verhuizen waar een kerncentrale gevestigd is, doen dit vrijwillig. Vrijwillige
risico’s worden veel eerder geaccepteerd.
c De mensen die dicht bij de centrale wonen, ondergaan de negatieve externe effecten
(het risico), de mensen die op grote afstand wonen niet of minder. Dit is de gevoelde
oneerlijke verdeling van de negatieve externe effecten. Alle inwoners, ook zij die ver
van de kerncentrale wonen, genieten de voordelen.
19 ‘Hoewel de verkoper zegt dat in haar situatie de mogelijke schade waarschijnlijk niet
opweegt tegen de extra kosten, overweegt ze toch een verzekering af te sluiten.’
3